longread> “Ik doe het misschien niet goed, maar mijn vicerectoren zijn de besten”

Evaluatiereeks rectoraat (7): rector

De KU Leuven zet de toon op vlak van onderzoek en onderwijs. Toch moet rector Rik Torfs zich zorgen maken over werkdruk, de integratie en een weinig inspirerend Diversiteits- en Duurzaamheidsbeleid.

Volgend jaar verkiezen we opnieuw een rector. Maar hoe doet de huidige rectorale ploeg het? Tijd voor een grondige evaluatie. Deze week is het de beurt aan de rector zelf, Rik Torfs

Onderzoek GROEN

De KU Leuven excelleert wat onderzoek betreft (zie evaluatie Onderzoeksbeleid). De huidige ploeg kan hiervoor dankbaar voortbouwen op een zeer sterke uitgangspositie. Toch vallen een aantal belangrijke verwezenlijkingen op. Zo zit de interne onderzoeksfinanciering veel eenvoudiger in elkaar dan vroeger. Van de wirwar bleven drie onderzoekskanalen over. (voor verdere uitleg zie evaluatie Onderzoeksbeleid verder in deze krant).

Doctorandi en promotors ondertekenden een charter. Samen met een universiteitsbreed doctoraatsreglement zorgt dat voor een gelijkwaardige behandeling van alle doctorandi. De evolutie krijgt universiteitsbreed veel lof. Nieuw aangestelde professoren (ZAP’ers) krijgen bovendien gespreid over twee jaar een startkrediet van 100.000 euro voor apparatuur en dergelijke. Ook wat kwaliteit betreft, staat de KU Leuven aan de wereldtop in verschillende rankings. Genoeg reden tot optimisme dus.

Toch doen enkele ontwikkelingen de wenkbrauwen fronsen. De nadruk op het kwantitatieve aspect is bijzonder groot. Dat leidt tot intense competitie en een zeer hoge werkdruk, een bezorgdheid die zich vanuit vele kanten manifesteert. “Het aantal thesissen bij sommige docenten is zo astronomisch hoog dat er geen deftige begeleiding kan zijn,” waarschuwt Joris Gevaert, voorzitter van Studentenraad KU Leuven (Stura). Bovendien moeten onderzoekers zorgen dat ze veel en in goede tijdschriften publiceren. Dat komt de kwaliteit niet altijd ten goede en benadeelt fundamenteel onderzoek. “Onderzoekers zijn zoveel met die indicatoren bezig dat ze hun gedrag er aan aanpassen,” vat Liliane Schoofs, vicerector Onderzoeksbeleid, de situatie samen.

De KU Leuven onderhandelt met wetenschappelijke uitgeverijen én stimuleert open access

De rectorale ploeg probeert daar tegenin te gaan door een aantal kwalitatieve aspecten aan bod te laten komen bij promotie zoals de biosketch. Bovendien moeten onderzoekers veel onderzoeksmiddelen uitgeven aan publicatie, ondanks de dalende drukkosten en het kosteloze peer review-systeem. Dat komt door monopolies van bepaalde uitgeverijen als Elsevier en Springer. “De situatie is pervers. Openbare middelen worden toegekend op basis van aanwezigheid in die tijdschriften. Die zijn in handen van een aantal uitgevers die de situatie uitbuiten. Op lange termijn is dit niet houdbaar,” oordeelt Torfs.

Toch valt het op dat de KU Leuven nog steeds onderhandelt met de uitgeverijen. Tegelijk stimuleert het ook een open-accessbeleid waarbij publicaties voor iedereen toegankelijk zijn. Dat tweesporenbeleid zette nog geen reële druk op de uitgevers.”We moeten kijken wat de rest van de internationale gemeenschap doet,” stelt rector Torfs. Een afwachtende houding die niet strookt met het doorgaans doortastende karakter van de huidige rectorale ploeg.

"Onderwijs moet ook aan persoonsvorming doen"

Rik Torfs, rector

Onderwijs Groen

De rector is opgekomen met een visie die uitgaat van een duidelijke herwaardering van onderwijs. Mede dankzij een bijzonder bedrijvige vicerector staan er dan ook al veel realisaties op de teller.

Het vormingsconcept future self gaat over wie men wenst of gelooft te kunnen worden of wie men juist helemaal niet wil worden en wordt door de meeste faculteiten gretig uitgewerkt. In de woorden van Torfs zelf: “Onderwijs mag niet alleen gaan om traditionele kennisverwerving, maar moet ook aan persoonsvorming doen.”

Een duidelijke visie, die moet vertaald en teruggekoppeld worden op facultair niveau. Ook mogen faculteiten een eigen beleidsplan uitwerken en daarover terugkoppelen. Die spanning tussen centraal en decentraal beleid zorgt bij sommigen voor wrevel. “Heel dat proces van die onderwijsvisie heeft iets kunstmatigs en mechanisch. Het doet mij soms denken aan de vroegere vijfjarenplannen van de USSR,” oordeelde Bart Maddens, vicedecaan Onderwijs van de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen, eerder in de evaluatiereeks. Een scherpe verwoording, maar uit vele faculteiten klinkt het signaal dat de administratieve werkdruk van de talloze veranderingen hoog is.

De vergelijking met de USSR is onterecht, vindt Torfs. “We vragen inderdaad dat er plannen gemaakt worden, maar er is ruimte voor eigen invulling. Allez, om zo ver te gaan dat je ons stalinisten noemt, moet je toch een levendige verbeelding hebben.”

“Onze vicerector is flexibel. Hij heeft een duidelijke visie maar staat ook open voor compromissen. Als je kijkt naar wat hoe hard Didier werkt om steeds een consensus te bereiken, dat is bijna niet menselijk,” geeft Torfs zijn vicerector Onderwijsbeleid een dikke pluim.

"COBRA is een absolute vooruitgang"

Joris Gevaert, voorzitter Studentenraad KU Leuven

Ook kwaiteitzorg is een intensief werkpunt geweest. De oude visitaties, externe controlemomenten per opleiding, werden vervangen door het nieuwe interne kwaliteitszorgsysteem COBRA. Het basisidee is simpel. Iedereen gaat met elkaar in gesprek over onderwijs. Die gesprekken worden vervolgens per opleiding besproken door de Permanente Onderwijscommissies (POC’s). Het geheel wordt dan teruggekoppeld naar hogere niveaus.

De eerste proefdoorloop van COBRA is achter de rug. Het resultaat mag er zijn, vindt 87 procent van de deelnemers. Hoewel de faculteiten bezorgd waren over werkdruk en vrijheid om extra vragen te stellen, zijn deze bezorgdheden grotendeels weggenomen met het vormgeven van COBRA 2.0. Ook de studenten zijn tevreden. “COBRA is een absolute vooruitgang,” oordeelt Stura-voorzitter Joris Gevaert.

De nadruk op kwaliteitzorg is bewonderenswaardig. Toch is dit voornamelijk een systeemverbetering waaruit verschillende bezorgdheden gekomen zijn. Op de concrete aanpak van de problemen is het vooralsnog wachten.

Ook administratieve vereenvoudiging staat hoog op de agenda. Het Onderwijs- en Examenreglement (OER) is gereduceerd tot twee derde van wat het vroeger was. “Het OER is nu veel leesbaarder,” vindt Gevaert. Die positieve evolutie wil de rector ook in de komende jaren doortrekken. Daarnaast wordt nagekeken of het OER juridisch sluitend is, een broodnodige evolutie gezien het stijgende aantal juridische klachten.

"Campussen, wij staan aan jullie kant"

Rik Torfs, rector

Studenten Oranje

Het aantal studenten dat zich inschrijft aan de KU Leuven stagneerde dit jaar voor de eerste keer na een decennium van stijging. Sinds de integratie is de KU Leuven ook verspreid over heel Vlaanderen. Verschillende campussen kampen dan ook met een grote daling van studentenaantallen. De rector erkent de problematiek, maar stelt campussen gerust: “Wij staan aan jullie kant en gaan het integratieproject in alle rust afronden.”

Toch blijft de integratie praktische problemen met zich meebrengen, zo erkent ongeveer iedereen. Zeker de samenwerking met hogescholen loopt soms spaak. “Wij delen bijvoorbeeld gebouwen met Odisee. Dan ga je automatisch een evenwicht moeten vinden, een terreinafbakening zoals dat ook in de dierenwereld het geval is,” schetst Torfs de situatie.

Ook oriëntering speelt een belangrijke rol in het studentenlandschap. Naast de LUCI-test, is er een LUCI-platform gekomen. Goed, maar niet goed genoeg, vindt Gevaert. “We moeten naar een oriënteringstraject evolueren.”

Naast oriëntering, zet de KU Leuven in op heroriëntering. Er zijn meer begeleiders voorzien. Ook moeten studenten die minder dan 30 procent van hun studiepunten halen in het eerste jaar, zich niet meer opnieuw inschrijven in dezelfde richting. Die zogeheten 30 procent CSE-regel heeft de steun van zowel studenten als de Academische Raad. Al lijken er voorlopig bijzonder veel studenten onder te vallen. Bij de rechtenfaculteit zit er voorlopig 42 procent van de eerstejaars onder 30 procent CSE. Als zij in de volgende twee examenperiodes hun resultaten niet ophalen, zullen ze andere oorden moeten opzoeken.

Cultuur, diversiteit en duurzaamheid ORANJE

Rik Torfs is de eerste rector van de KU Leuven met een vicerector cultuur en duurzaamheid onder zich. Katlijn Malfliet nam de uitdaging gretig aan en lanceerde veel ideeën. Enkele daarvan, zoals het BAC Atelier voor cultuur en de papiernota voor duurzaamheid, zijn al geland en krijgen veel bijval. Anderen, zoals het gedecentraliseerde museum dat Malfliet tegen 2025 wil openen, vinden moeilijker hun weg.


In het algemeen springen niet alle geledingen van de universiteit even gemakkelijk op de duurzame en culturele karren, wat het aantal concrete realisaties eerder laaghoudt. “Er is nog veel werk aan de winkel om een draagvlak te creëren bij de academische overheid. Malfliet heeft een nieuw geluid laten horen, maar de vraag is in hoeverre dat geluid is gehoord,” zegt universiteitsarchivaris Mark Derez in ons evaluatiedossier. “In haar transitiedenken heeft ze veel kunnen bewegen, maar een overgang gaat zo snel als de organisatie wil transiteren,” stelt Stefaan Saeys, hoofd van de Technische Diensten, vast.”


Van de lijst met beleidsrealisaties die rector Torfs zelf opstelde, kwamen er maar twee van cultuur- diversiteits en duurzaamheidsbeleid. Toch prijst de rector Malfliet. “Door de Centrale Bibliotheek te splitsen in Artes en Erfgoed en Cultuur heeft ze een problematiek van twintig jaar oud opgelost. Soms krijgt ze ook dingen gedaan waar aanvankelijk bij sommige scepsis zijn en die eigenlijk prachtige intiatieven zijn.”


"Een overgang gaat zo snel als de organisatie wil transiteren"

Stefaan Saeys, hoofd Technische Diensten

Torfs noemt Malfliet een vrouw die “altijd aan de kar trekt.” “Haar bevoegdheden zijn delicaat voor de universiteit, maar maatschappelijke speerpunten. Ze bevraagt haar collega’s ook kritisch over die materies.”


Het grootste probleem voor de vicerector zit bij diversiteit. Ook vandaag nog is de gemiddelde student een blanke middenklasser met hoogopgeleide ouders. Voor de proffen mag je daar nog het kenmerk ‘mannelijk’ aan toevoegen, want voor vrouwelijke doctoraatsstudenten en post-docs ligt de doorstroom naar het zelfstandig academisch personeel (ZAP) moeilijk. In de groep Biomedische Wetenschappen zijn er bijvoorbeeld ongeveer 30 procent vrouwelijke professoren (zie evaluatie Biomedische Wetenschappen Veto 4222).


Dat de KU Leuven het niet goed doet rond studenten met een migratieachtergrond - en een pak minder dan bijvoorbeeld de VUB of de UGent - wil Torfs nuanceren. “Op de campussen Brussel en Antwerpen zie je wel een internationaler publiek. Verder moeten we ons naar instromers toe geloofwaardig promoten. Ook de zij-instromers kunnen daarin belangrijk zijn.” Verder benadrukt de rector dat er hard wordt gewerkt aan diversiteit, bijvoorbeeld rond het toegankelijk maken van de KU Leuvengebouwen voor mensen met een functiebeperking.

"Haar bevoegdheden zijn delicaat voor de universiteit, maar maatschappelijke speerpunten"

Rik Torfs, rector, over vicerector Malfliet

Personeelsbeleid

De vakbonden kijkenover het algemeen positief naar drie jaar Torfs. “Als eerste rector heeft hijin zijn beleidsplannen aandacht voor personeel en zeer specifiek voor het ATP (administratief en technisch personeel,red.), zegt Peter Maertens van de liberale vakbond ACLVB. De rector gaattot op vandaag regelmatig in dialoog met het ATP. “Dat is kwestie van die mensen au sérieuxte nemen,” vindt Torfs. Volgens Maertensweigeren verschillende faculteiten tot op vandaag toch om ATP in hun bestuur opte nemen. “Door het participatiedecreet hebben studenten op veel plaatsen meerte zeggen dat ATP’ers.”

Daar zit meteen een van de problemen met het personeelsbeleidvan de KU Leuven. Volgens Luc De Lentacker, vakbondssecretaris van de christelijkebediendenvakbond LBC, is dat er momenteel gewoon niet. Daardoor springenverschillende diensten heel anders om met voorschriften en collectievearbeidsovereenkomsten of cao’s. Een heel eenzijdige visie, vindt Bert Overlaet,directeur van de personeelsdiensten. “De KU Leuven bestaat in feite uithonderden kmo’tjes. Een personeelsbeleid voeren lukt dan niet door zaken op teleggen, wel door dialoog. Dat is de moeilijke, maar de juiste weg.”

Datwordt duidelijk in het dossier rond werken op afstand of telewerken voorATP’ers. Torfs introduceerde dat al in zijn eigen diensten, maar stuit eldersop muren. “De diensthoofden zijn bang om de controle te verliezen over hunpersoneel. Ze vrezen dat ze hun personeel niet meer allemaal samen kunnenkrijgen,” zeggen De Lentacker en LBC-vakbondsvertegenwoordiger AnnickVerbraeken. Volgens Overlaet bestaat de mogelijkheid tot telewerken al meer dantien jaar, maar zijn de eisen van de vakbond praktisch onhaalbaar: “Je kan nietgaan telewerken zonder dat het diensthoofd daarmee akkoord is. Duidelijkeafspraken zijn belangrijk, want je collega’s zijn afhankelijk van jouw werk."

“Er zijn extra middelen beloofd, maar tot nu toe zien wij enkel extra werk"

Peter Maertens, vakbond ACLVB

Uit de tevredenheidsmonitor van vorige zomer bleek dat het personeel van de KU Leuven graag aan onze alma mater werkt - 77,3% is tevreden over zijn job - maar ook veel te hard. Die werkdruk is volgens de vakbonden alleen maar vergroot. ACLVB noemt het kwaliteitszorgsysteem COBRA: “Er zijn extra middelen beloofd, maar tot nu toe zien wij enkel extra werk." LBC haalt dan weer de integratie aan een belangrijke factor. “Omdat het groeipad werd afgeschaft, is het extra personeel dat beloofd was er niet gekomen. Zo doet de centrale dienst Studentenadministratie nu ook de inschrijvingen van Groep T zonder bijkomend personeel,” schetst Verbraeken. De Lentacker is formeel: “Op het gebied van de werkdruk kan de rector geen resultaat voorleggen.” Torfs erkent het probleem: “Er wordt hard gewerkt, dat is eigen aan onze samenleving. Het is belangrijk dat mensen kunnen zeggen wanneer het te zwaar is.”

Voor het zelfstandig academische personeel of ZAP’ers zorgde Torfs er met zijn ploeg voor dat beoordelingscommissies minder gingen oordelen op kwantitatieve kenmerken. Daarnaast introduceerde hij de academische zuurstofperiode. “Vroeger konden mensen ook een sabbatical aanvragen, maar die moest het FWO (fonds voor wetenschappelijk onderzoek, red.) dan financieren. Nu maken wij daar geld voor vrij,” schetst de rector de ontwikkeling. “Het is de eerste rector die iets probeert te doen aan de papierwinkel voor de proffen,” vult Maertens aan. “Vandaag zijn veel procedures zo bureaucratisch dat proffen erin verdrinken.” De Lentacker deelt die visie: ““Als ik ZAP’ers hoor, gaat het vaak om meer moeten bezig zijn met management dan met onderwijs en onderzoek.”

De grootste doorn in het oog van de vakbonden na drie jaar Torfs blijft de enorme toevloed aan tijdelijke contracten. Een derde van het ATP-personeel zou op dit moment geen vast contract hebben. “Ik hoorde onlangs van iemand dat hij al dertig jaar met tijdelijke contracten werkt,” zegt Verbraeken. “Elk jaar die onzekerheid, dat is onaanvaardbaar. Wij eisen dat dat verandert,” klinkt het bij Maertens. Een oud zeer volgens Torfs, maar er wordt aan gewerkt. “In de groep Biomedische krijgt iedereen een contract van onbepaalde duur. Wanneer voor bepaald personeel projecten aflopen, krijgen die mensen een plaats elders in de groep. Het is de bedoeling dat die praktijk gegeneraliseerd wordt," klinkt het bij de rector. Overlaet verwacht dat volgend jaar ook de groepen Humane en Wetenschap & Technologie zoveel mogelijk tijdelijke contracten omzetten.

Vorig jaar bracht Veto een pestdossier. Rector Torfs reageerde toen in deze krant dat “iedereen hem een mailtje mocht sturen.” ACLVB heeft dat ook effectief gedaan, met succes volgens Maertens. “De rector heeft zeer accuraat gereageerd en zelf mee onderhandeld om tot een oplossing te komen.” Algemeen prijst ons panel de manier waarop de rector dat heeft aangepakt. “Voor dat dossier kon je enkel naar de ombuds. Nu heeft de rector het aantal vertrouwensantennes opgedreven, die de drempel verlagen,” zegt Verbraken. “We reageren systematischer en proactiever op pestgedrag dan een paar jaar geleden,” vat Overlaet samen.

“Vandaag zijn veel procedures zo bureaucratisch dat proffen erin verdrinken"

Patrick Maertens, ACLVB

Extern

De KU Leuven is prominent aanwezig in de nationale media, veel meer dan onder vorige beleidsploegen. Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met de bekendheid en persoonlijke stijl van Torfs zelf. Een stijl die sommigen tegen de borst stoot, maar een meerderheid van de professoren en studenten smaakt het wel.

De relatie met de politiek verloopt gesmeerd. De hervorming van de lerarenopleiding die onlangs goedgekeurd werd door de ministerraad is grotendeels gebaseerd op een conceptnota van de KU Leuven. Een duidelijker voorbeeld voor politieke slagkracht is moeilijk te vinden en wordt dan ook zeer geapprecieerd.

Met de andere universiteiten loopt de relatie soms stroever. Zeker met de UHasselt is het moeilijk samenwerken. Pijnlijk, want beide universiteiten organiseren samen opleidingen op campus Diepenbeek. Een zeer complexe situatie volgens rector Torfs zelf. “We zijn volop bezig met onderhandelingen aan een pax Limburgensis. Alleen met een goede samenwerking komt er onderwijsvrede.”

"De universiteit wordt vaak met een tanker vergeleken"

Rik Torfs, rector

Conclusie

Torfs was een rectorskandidaat van een kleine faculteit met geen al te groot onderzoeksachtergrond, bij studenten voornamelijk bekend van zijn passage in De slimste mens en zijn politieke carrière. Een atypische kandidaat, niet schuw van rake uitspraken: “De universiteit wordt vaak met een tanker vergeleken, niet meteen de elegantste boot. Met koerswijzigingen heeft een tanker het moeilijk. Naar hem kijken, schept zelden een geluksgevoel.”

Met bijzonder capabele en gedreven vicerectoren is Torfs de laatste jaren wel goed bezig geweest. Dat er uitdagingen zijn en blijven, hoeft niet te verbazen. De KU Leuven is immens, verspreid over heel Vlaanderen, met een miljardenbegroting en duizenden werknemers. Toch zijn de uitdagingen misschien niet volledig aangepakt, maar wel telkens correct aangegeven. Weinig zaken worden weggemoffeld, wat mensen hoopvol stemt.

De verwezenlijkingen van de rectorale ploeg kunnen vaak in grote mate teruggebracht worden op Torfs' vicerectoren. Iets dat de rector te pas en te onpas aanbrengt. “Ik doe het misschien niet goed, maar mijn vicerectoren zijn de besten,” lacht hij.

Wat onderzoek betreft, deed de KU Leuven het al uitstekend. Een hernieuwde focus op onderwijs en veel inzet op het personeelsbeleid hebben ook daar voor verbeteringen gezorgd.

Cultuur-, diversiteits- en duurzaamheidsbeleid zijn voor het eerst vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. Hoog van de toren blazen mogen we echter niet. Want voorlopig is het voor de KU Leuven nog steeds achterop hinken in plaats van trendsetten. Ook Torfs heeft het soms moeilijk met de tanker te bewegen, zo blijkt.


Powered by Labrador CMS