artikel> "Uiteraard wordt er gekeken naar meer vrouwen"
Drie vrouwen in senaat KU Leuven
U weet het of niet, maar sinds 2001 heeft onze universiteit een senaat. Op een totaal van 37 leden zijn er slechts drie vrouwelijke senatoren. “Een pijnpunt,” volgens voorzitter Jef Roos.
De senaat issamengesteld uit 37 leden die in principe van buiten de universiteit komen. “Zowordt er contact gelegd tussen de universiteit en sympathiserendebuitenstaanders,” aldus bureaulid André Vandeputte. De leden worden voor een periode van vijf jaaraangesteld door de Raad van Bestuur, na advies van de Academische Raad. Onder meer Mia Doornaert, Karel Vinck en Frans vanDaele zetten zich in als lid van de Senaat.
Volgens devoorzitter “vertegenwoordigen de leden de verschillende geledingen van demaatschappij”. In theorie zou de Senaat dus representatief samengesteld zijn. Datblijkt echter niet volledig te stroken met de realiteit. Deondervertegenwoordiging van vrouwen is onmiskenbaar.
Op eentotaal van 37 zetelen slechts drie vrouwen in de senaat. Voorzitter JefRoos beaamt dat dat een probleem is dat echter moeilijk op te lossen valt.“Zoals vele andere organen van de universiteit is de Senaat naar vrouwen toezeker niet representatief. Dat is een pijnpunt. Het is echter niet eenvoudig omhet evenwicht te herstellen.”
Bureaulid Koenraad Debackere bevestigt dat. “In het verleden waren er nog minder dames. Uiteraard wordt er gekeken naar meer vrouwen. Hoe dan ook, de samenstelling is momenteel wat ze is. Er wordt in ieder geval wel de nodige aandacht aan besteed.” De voorzitter voegt nog toe dat ook mensen uit de cultuursector moeilijk te bereiken zijn.
Toegevoegde waarde
De senatoren komen twee keer per jaar samen in de salons van het rectoraat. Daar denken ze samen na over een vooraf bepaald thema. “Het is een reflectiekamer waar vrij van gedachten kan worden gewisseld,” vertelt Debackere. Hij benadrukt dat het orgaan zich aan die beperkte opdracht moet houden. “De senaat is geen besluitvormingsorgaan. Verre van.”
Voorzitter Roos geeft aan dat het orgaan een tweeledig doel dient. “Enerzijds is de senaat een klankbord voor het universiteitsbestuur. Anderzijds is het een verbindingsorgaan naar de maatschappelijke omgeving.”
In het verleden werd onder meer nagedacht over de digitalisering van de universiteit, het belang van universiteitsrankings en de internationalisering. De onderwerpen zijn steeds relevant voor de universiteit. Voorzitter Jef Roos benadrukt dat de senaat de universiteit moet ondersteunen. “Het initiatief komt meestal van de universiteit. De senaat staat ten dienste van de universiteit. Je moet je als senaat niet opdringen.”
De synthese van de gesprekken wordt neergeschreven in een verslag. Volgens Debackere worden geen formele adviezen gegeven, maar is het verslag wel gericht op het universiteitsbeleid. “Het verslag bevat reflecties, die adviezen kunnen bevatten. Het kan dan gebruikt worden als een van de inputs voor beleidsvoorstellen.”
Ook voorzitter Jef Roos benadrukt dat het niet om een louter theoretische oefening gaat. “Het is zo dat de senaat geen op zich staand ding mag zijn, dat voor zijn plezier vergadert. Het moet toegevoegde waarde hebben voor het bestuur van de universiteit.”