ACHTERGROND PUBLIEKSGESCHIEDENIS
De middeleeuwen zijn weer hip: 'Maar ik had De Bourgondiërs nooit aan een universiteit kunnen schrijven'
Het debat tussen publiekshistorici en academici is eeuwenoud, maar springlevend. Bart Van Loo kwam vijf jaar geleden in aanvaring met academische historici naar aanleiding van De Bourgondiërs en schreef nu een nieuw publiekshistorisch werk.
Vijf jaar nadat Bart Van Loo met zijn historische bestseller De Bourgondiërs de wortels van de historische Nederlanden opdook, keert hij opnieuw terug naar de heimat met Stoute Schoenen. In dat nieuwe boek trekt hij zelf het veld in, weg van de stoffige archieven en originele manuscripten.
Van Loo's toegankelijke en enthousiasmerende stijl maakt hem tot één van Vlaanderens populairste geschiedschrijvers, maar bracht hem ook al in aanvaring met haar fijnste academici. Die verweten hem bij zijn eerste boek nog te veel het narratief van de grote mannen te brengen en het discours van de kroniekschrijvers klakkeloos over te nemen. Van Loo verweet hen dan weer geen leesbare boeken te kunnen schrijven.
Waar ligt nu net de grens tussen wat zogenaamde 'populariserende' auteurs en academische historici – verbonden aan een universiteit of onderzoekscentrum – neerpennen? 'In Stoute Schoenen ga ik niet alleen op pad met topwetenschappers, maar besteed ik meer aandacht aan vrouwen en randfiguren dan in De Bourgondiërs. In De Standaard gaf een kritische wetenschapper mijn boek vijf sterren. De telkens opgepookte strijd heeft geen zin, weg met die kloof tussen schrijftafel en universiteit. Eigenlijk wil ik niet meer opgevoerd worden als de auteur die het zwaard tegen hen opneemt', zegt Bart Van Loo.
Great men history
Postdoctoraal onderzoeker en publiekshistoricus Jeroen Wijnendaele (UGent) duidt waarom de discussie recent zo sterk opleeft: 'Er is een overaanbod aan hedendaagse geschiedenis de laatste jaren. Als je alleen al kijkt wat er de laatste tien jaar allemaal gebeurd is: De vluchtelingencrisis, Brexit, Trump, een pandemie, de inval in Oekraïne…'
'De interesse in geschiedenis neemt daardoor weer sterk toe. Dat zagen we ook bij de inschrijvingscijfers. Wie daarop beslist geschiedenis te studeren op universitair niveau, merkt de breuklijn tussen die populariserende en academische geschiedenis.'
Dat dispuut is echter al zo oud als de discipline zelf. 'Ik weet niet of die discussie echt harder speelt de laatste jaren. Dat zijn debatten die al decennialang meegaan. De rol van de historicus in de maatschappij werd al bediscussieerd in de negentiende eeuw, maar net zo goed in de achttiende of de zeventiende', zegt geschiedfilosoof Kas Swerts (KU Leuven).
'De Bourgondiërs had ik nooit aan een universiteit kunnen schrijven'
Bart Van Loo, auteur
Ook Tinne Claes, publiekshistorica verbonden aan de KU Leuven, ziet het zo: 'Voor mij is die discussie er altijd al geweest. De kritiek op dergelijke auteurs is dan ook van alle tijden. Het gaat vaak om geschiedschrijving die verouderd is of een frame dat vandaag niet meer wordt toegepast in de geschiedschrijving, zoals de zogenaamde "great men history" waar Bart Van Loo zich schuldig aan zou maken.'
Volgens Swerts groeien de twee juist meer naar elkaar toe. 'De harde tegenstand tussen de twee wordt wel steeds meer weggewerkt. Het basisprincipe van beide is dan ook hetzelfde: een passie voor geschiedenis, en die passie is bij veel mensen aanwezig. Zolang die geschiedenis op wetenschappelijk onderzoek is gestoeld is het altijd goed als je die bij een zo groot mogelijk publiek kan brengen.'
Grote verhalen
Ondanks die toenadering blijven er wel nog verschillen. 'Een populariserende auteur zoals Bart Van Loo is vooral iemand die uitstekend op de hoogte is van de wetenschappelijke literatuur rond een historisch onderwerp, maar minder zelf in de bronnen zal duiken. Op basis daarvan heeft hij een breed panorama, maar gaat hij minder op jacht naar nieuwe ontdekkingen of kleine nuances. Daar gaan academische historici wel naar op zoek in de bronnen', zegt historica Tinne Claes.
Dat was het geval voor De Bourgondiërs althans, voor Stoute Schoenen trok Van Loo wel op onderzoek op zoek naar ontdekkingen: 'Voor De Bourgondiërs heb ik drie bibliotheken ingeslikt, vermalen en er mijn eigen visie en stijl over uitgegoten. Nu heb ik echt veldonderzoek gedaan en de geschiedenis ter plekke aangeraakt', zegt Van Loo.
'Historici zouden net meer moeten experimenteren, zelfs al lopen die experimenten vaak verkeerd af'
Kas Swerts, historica (KU Leuven)
'Maar De Bourgondiërs had ik nooit aan een universiteit kunnen schrijven', gaat Van Loo verder. 'Dat zijn al lang niet meer de vrijplaatsen van creativiteit die ze ooit waren, waar je af en toe nog eens buiten de lijntjes kon kleuren. Vandaag zijn die lijnen heel dikgekleurd en is het moeilijk om daar buiten te treden.'
Academici wagen zich dus minder vaak aan grote verhalen, maar hoe komt dat? 'Iemand als Bart Van Loo begint met schrijven vanuit een plot voor een verhaal waardoor de historische actoren ook echt tot leven komen. Dat doen academici minder', zegt Claes.
Ook Wijnendaele ziet dat zo: 'Wanneer je als academicus over een lange periode een breed, populariserend boek schrijft stel je je heel kwetsbaar op. Zij durven zich vaak niet op dat pad te begeven uit angst voor de recensies, je kan immers nooit over alle onderwerpen die je behandeld een expert zijn.'
Al hebben historici vandaag ook meer oog voor narratief, meent Swerts: 'Maar het is vooral het doelpubliek dat bepaalt hoe je schrijft. Lange tijd leefde er de idee dat historici zich niet mochten wagen aan de bredere debatten, daar zijn we vandaag meer en meer vanaf gestapt.'
Systeemfout
Er is daarnaast ook een structureel, onderliggend probleem. Voor academische posities tellen publiekshistorische bijdragen minder mee op je cv dan bijvoorbeeld artikels voor een A1-tijdschrift. 'Er is wel verbetering, maar dat gaat heel traag. Het is een leuke plus, maar het maakt op dit moment niet het verschil', zegt Claes.
Daar is Van Loo het mee eens: 'Het is wraakroepend dat academici geen tijd meer hebben om zulke brede boeken te schrijven. Dat is echt een systeemfout die veroorzaakt wordt door de concurrentieslag tussen universiteiten. Om geld binnen te halen moet je goed presteren in de rankings en in peer-reviewed-tijdschriften publiceren. Boeken als de mijne schrijf je noodgedwongen in je vrije tijd. Als je weet dat de twee boeken bijna tien jaar van mijn leven kostten, zie je die onmogelijkheid meteen.’
'Als lezers die historische beleving zelf kunnen ervaren, dan schiet kennis wortel'
Bart Van Loo, auteur
'Het is jammer dat er een template lijkt te bestaan dat je moet volgen om "succesvol" te zijn als academicus', zegt Swerts. 'Je zou net moeten kunnen experimenteren, zelfs al lopen die experimenten vaak verkeerd af. Door ook als academicus een publiekshistorisch boek te schrijven krijg je een kruisbestuiving die weer een impuls geeft aan de academische geschiedschrijving. Die twee zijn communicerende vaten.'
Bart Van Loo-effect
De Bourgondiërs heeft zo ook een impuls gegeven aan de belangstelling voor het onderzoek naar de middeleeuwen: 'Bart Van Loo heeft de middeleeuwen weer interessant gemaakt', zegt historicus en mediëvist Jan Dumolyn (UGent). 'Zijn grote verdienste is dat ook het grote publiek zich weer is gaan interesseren voor die vaak vergeten periode.'
Dat de middeleeuwen bij het brede publiek een onderschatte periode zijn, komt volgens Wijnendaele deels door de historiografische eigenheden ervan: 'Zowel voor de oudheid als de vroege middeleeuwen zijn we gegijzelden van het bronnenmateriaal. Het is moeilijker om er onderzoek naar te doen omdat de bronnen relatief minder overvloedig beschikbaar zijn, in vergelijking met wat archivaal bewaard is vanaf de late middeleeuwen.'
Het maakt dat Van Loo zich soms beroept op een literair trucje om de gaten in de bronnen op te vullen: 'In De Bourgondiërs vraag ik me bijvoorbeeld af wat Jan zonder Vrees zou gedacht hebben net voor hij tijdens een vredesonderhandeling werd vermoord. Dat ik dat niet weet is duidelijk, maar het is een retorische truc die helpt om zijn leven op een originele manier samen te vatten.'
In zijn nieuwste boek probeert Van Loo die belevingen zelf op te zoeken: 'Op sommige plekken waar ik geweest ben liggen de lagen van de tijd zo over elkaar dat je dwars door de gaatjes van de tijd kan kijken. Als je die beleving zelf kan ervaren, dan schiet kennis wortel. Maar opgelet, om zo’n historische sensatie te beleven moet je eerst juist over heel veel kennis beschikken. Hoe dan ook, romantiek en wetenschap kunnen wel degelijk hand in hand gaan.'