analyse> KU Leuven wil ijkingstoetsen voor alle opleidingen

‘De democratisering van het hoger onderwijs is mislukt’

Anno 2018 is de democratisering van het hoger onderwijs nog steeds een heikel punt. De KU Leuven zet nu in op niet-bindende toelatingsproeven, maar zetten die ook zoden aan de dijk?

Het voorbije academiejaar moest bijna 20% van de studenten aan de KU Leuven zich verplicht heroriënteren als gevolg van de 30% CSE-maatregel. Voor studenten met een niet-West-Europese migratieachtergrond is dat 40%. Dat het met de instroom naar de universiteit nog steeds niet al te best gesteld is, blijkt ook uit de OESO-cijfers over de slaagkans in het hoger onderwijs in relatie tot het diploma van hun ouders.

Voor studenten met hoogopgeleide ouders lag die slaagkans in de jaren 70 op 70%, een percentage dat gedurende de jaren stabiel blijft. Bij pioniersstudenten bedraagt de slaagkans slechts 16%. Gedurende de jaren 80 en 90 lijkt er voor die laatste groep een verbetering ingezet, met respectievelijk 24% en 28%. De meest recente cijfers tonen dan weer een forse daling naar 22% voor de jaren 2000.

‘Die discrepantie is verschrikkelijk’, stelt Luc De Schepper, rector van de UHasselt. ‘De democratisering van het hoger onderwijs is mislukt. Als die geslaagd zou zijn, zou de kans op een universitair of hoge schooldiploma niet mogen afhangen van het diploma van je ouders.’

‘Terwijl de democratisering zich wel heeft doorgezet bij autochtone studenten, lijkt het probleem verschoven naar de groep jongeren met migratieachtergrond.’ Problematisch, vindt De Schepper, gezien die groep enkel zal toenemen. ‘Limburg is een goed voorbeeld. 31% van de 18-jarigen komt er uit een gezin met migratieachtergrond. Dat aandeel zal zelfs stijgen tot 50% in 2035. Op deze groep heeft de democratisering nog totaal geen vat gehad en dat is een enorm probleem. De groep waar het hoger onderwijs uit vist wordt steeds kleiner.’

De Schepper ziet daar dan ook een grote verantwoordelijkheid weggelegd voor de universiteiten. ‘We moeten nadenken hoe we structureel kunnen samenwerken met het secundair onderwijs om te vermijden dat een grote groep jongeren systematisch via een watervalsysteem terecht komt in studierichtingen die geen toegang bieden tot het hoger onderwijs. Als universiteit kan je tenminste aangeven dat je mee over het probleem wil nadenken.

‘Terwijl de democratisering zich wel heeft doorgezet bij autochtone studenten, lijkt het probleem verschoven naar de groep jongeren met migratieachtergrond'

Luc De Schepper, rector UHasselt

In het onderwijsbeleidsplan van de rectorale ploeg gaat ook aandacht uit naar samenwerkingen met het middelbaar onderwijs, zoals ambassadeurswerking, junior colleges en voorbereidingsweken. Tine Baelmans, vicerector Onderwijs van de KU Leuven: ‘Ik vind democratisering van het hoger onderwijs een heel belangrijk thema, maar een wonderoplossing is nog niet in zicht. Als universiteit zijn we echter voortdurend op zoek naar manieren om de democratisering te versnellen.’

IJkingsproeven

Een andere piste die de KU Leuven uit wil proberen is een grotere focus op ijkingstoetsen. Die moeten er op termijn voor elke opleiding komen en ervoor zorgen dat studenten een goed zicht hebben op hun startcompetenties en mogelijke valkuilen.

Over het effect van ijkingsproeven bestaat heel wat onduidelijkheid. Aan de UHasselt is men er al langer openlijk tegen gekant, omdat de voorspellende waarde van de proef te laag zou liggen en het afschrikeffect te hoog. De Schepper: ‘Uit cijfers blijkt dat één op vier jongeren die goed scoren op de ijkingstoets toch niet slaagt in de opleiding. En erger nog: één op drie jongeren die een negatief advies zou hebben gekregen, haalt het toch.’

‘Een niet-bindende toelatingsproef doet geen uitspraak over of je je diploma al dan niet zal halen’

Tine Baelmans, Vicerector Onderwijsbeleid

‘Meisjes zijn voorzichtiger dan jongens, en zullen sneller het advies volgen’, vervolgt De Schepper. ‘Terwijl we daarmee misschien zorgen dat een op de drie meisjes die een diploma had kunnen behalen dat niet meer zal doen.’

Dat ijkingsproeven democratisering in de weg staan, betwist Baelmans. Ze komen volgens de vicerector net het leerproces ten goede en zorgen voor een betere afstemming van het onderwijs op de aanwezige groepen van studenten, wat ook de kwaliteit van het diploma ten goede komt. ‘Een niet-bindende toelatingsproef doet geen uitspraak over of je je diploma al dan niet zal halen’, stelt Baelmans. ‘Het geeft wel zo goed mogelijk aan waar je staat. Zo verwittig je jongeren en geef je ze de kans ondersteuning op te zoeken. De proeven zijn enkel relevant als er zo’n ondersteuningsaanbod tegenover staat.’

Filter

‘Uit al het internationaal onderzoek blijkt dat elke ijkingsproef een extra drempel is voor de jongeren waarvan de ouders niet gestudeerd hebben’, stelt De Schepper. ‘De achterstand ontstaat natuurlijk in het secundair onderwijs, maar aangezien ijkingstoetsen als doel hebben om een deel van de studenten te ontraden, zal dat ontradingseffect altijd groter zijn bij die groep dan bij andere groepen. Zo zet de democratisering steeds een stap terug.’

'Als je kwetsbare studenten met een mogelijke achterstand weigert, gaan de slaagcijfers misschien omhoog. Maar pak je daarmee ook het onderliggend probleem aan?'

Eva Sevrin, Undivided

Eva Sevrin, mede-oprichter van Undivided, het diversiteitsplatform aan de KU Leuven, vreest dat de focus op ijkingstoetsen ook een manier kan zijn om enkel de statistieken op te poetsen. ‘IJkingstoetsen zullen hoogstwaarschijnlijk voor minder studenten uit kansengroepen zorgen. Als je kwetsbare studenten met een mogelijke achterstand weigert, gaan de slaagcijfers misschien omhoog. Maar pak je daarmee ook het onderliggend probleem aan of sla je een elitaire weg in?’

Voorspellen in plaats van ijken

Aan de UHasselt is een vervanging voor de ijkingstoets ontwikkeld die meer naar de achtergrondkenmerken van studenten kijkt, onder andere door een vergelijking te maken met andere studenten die vanuit dezelfde studierichting aan dezelfde hogere opleiding beginnen en de schoolresultaten en slaagcijfers te meten. Volgens De Schepper is dat niet alleen eerlijker dan een momentopname als een ijkingstoets, ook qua voorspellende kracht is de Hasseltse methode accurater.

'Je kan studenten de toegang weigeren zodat ze niet tegen de hoge kosten van een gefaalde studie lopen en meer kans hebben een diploma in een andere opleiding te behalen'

Kristof De Witte, onderwijseconoom

De correlatiecoëfficiënt van de ijkingstoets bedraagt 0.5, dat is ook het internationaal gekende maximum. ‘Dat betekent dat 25% van de variatie in studiesucces verklaard wordt. Dat is ongeveer identiek aan de combinatie van puntengemiddelde en punten voor wiskunde in het laatste jaar.'

Het succes van de nieuwe tool wordt in de rest van Vlaanderen niet betwist. Een koppeling aan de ijkingstoets, zoals men aan de KU Leuven voorstaat, zou tot een nog hogere voorspellende waarde komen. De Schepper betwijfelt dat wat. ‘Het is niet uit te sluiten dat als je beide methodes toepast, je iets meer krijgt dan die 50% van de variantie, al zal het niet veel zijn. Meer dan 50% van de variantie in studiesucces verklaren is bovendien uitzonderlijk als je naar het buitenland kijkt, dat lukt nergens. Wij zitten al aan die 50%, dus ik verwacht niet dat het veel zal stijgen.’

Streng toezicht

Om de slaagcijfers op te krikken stellen Kristof De Witte en Koen Declerq, onderwijseconomen aan de KU Leuven, voor om voorzichtig te zijn bij de toegang tot het hoger onderwijs en streng na het eerste jaar. ‘Je kan studenten waarvanwe weten dat ze heel slecht zullen score in een bepaalde opleiding, de toegangtot deze opleiding weigeren. Op die manier lopen ze niet tegen de hoge kostenvan een gefaalde studie en hebben ze meer kans om een diploma in een andereopleiding te behalen.’

Daarvoor kunnen ijkingsproeven handig zijn, vinden de onderzoekers. ‘En vervolgens, na het eerste jaar, is een regel als de 30% CSE-regel heel belangrijk. Ervaring uit Nederland toont zelfs aan dat die iets hoger mag liggen.’

Powered by Labrador CMS