artikel> Onderwijswereld nuanceert uitspraken ijkingsproef

Bijna helft gebuisden op ijkingsproef ingenieur behaalt toch diploma

Het onderwijslandschap nuanceert de communicatie van onderwijsminister Hilde Crevits over de voorlopige resultaten van een jaar verplichte ijkingstoets burgerlijk ingenieur(-architect).

Gepubliceerd

Correctie: in een vorige versie van dit artikel luidde de titel: 'meer dan helft gebuisden op ijkingstoets ingenieur behaalt toch diploma'. Dat klopt niet, het gaat om net niet de helft, namelijk 49%.

Sinds dit academiejaar is de ijkingstoets voor de opleiding burgerlijk ingenieur(-architect) verplicht. Minister Crevits publiceerde gisteren een rapport met een voorlopige evaluatie van de resultaten, deels gebaseerd op de periode toen de ijkingstoets nog vrijwillig was.

In haar perscommunicatie benadrukt minister Crevits vooral de voorspellende waarde van de proeven: ‘Meer dan drie kwart van de studenten in spe die een hoge score haalt op de ijkingstoets slaagt na het eerste jaar burgerlijk ingenieur en haalt binnen drie jaar het bachelordiploma’, luidt het in een persbericht.

‘Op basis van die eerste verplichte editie kunnen we voorlopig stellen dat er niet enkel een voorspellende waarde voor het studieresultaat is, maar ook voor het inschrijven in de opleiding zelf.’ Deelnemers met een lage score schrijven zich minder vaak in voor de opleiding dan deelnemers met hogere scores. ‘Het doel van de proef is dan ook om jongeren een spiegel voor te houden.’

Een hoge score op de vrijwillige ijkingstoets die sinds 2013 wordt afgenomen blijkt een goede voorspeller voor studiesucces. 74% van degenen met een goede score op de ijkingstoets haalt na drie jaar het bachelordiploma.

Wie geen goede score haalt op de ijkingstoets haalt ook geen goede score na één jaar in de opleiding en na drie jaar in de opleiding. Een derde van degenen die een slecht resultaat halen op de ijkingstoets is na één jaar geslaagd en 28% na drie jaar. Al hoort daar ook een belangrijke kanttekening bij die in de perscommunicatie niet aan bod kwam: de helft van de deelnemers die buizen op de test behaalt het diploma wel na drie of vier jaar. 57% van de studenten die buizen behaalt ook meer dan de helft van zijn studiepunten in het eerste jaar.

'De nadruk moet niet liggen op het voorspellen van individuele kansen op succes, maar op het voorhouden van een spiegel'

Tinne De Laet, VLIR

Het hoofddoel van de ijkingstoets is dan ook niet de voorspelling van studiesucces, staat te lezen in een interne toelichtende nota bij het evaluatierapport. ‘De toets wil een correcte inschatting maken van het niveau van de startcompetenties van de deelnemers.’

Voorspellende waarde

'De nadruk moet niet liggen op het voorspellen van individuele kansen op succes, maar op het voorhouden van een spiegel', zegt Tinne De Laet, voorzitter van de commissie in de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) die zich buigt over de ijkingstoetsen.‘De ijkingstoets wil geen studiesucces voorspellen, maar indicaties geven. Het is dan ook niet het doel om feedbackplatform te maken dat zegt "Jij hebt X% kans op slagen".'

Die opvatting wordt gedeeld door Luc Sels, rector van de KU Leuven. ‘Ik denk niet dat de minister daarover een fout gemaakt heeft, maar bewust niet zozeer gesproken heeft over de slaagkans, dan wel over een hoge score. Natuurlijk, hoe hoger je scoort op de proef, hoe hoger je slaagkansen zijn. Maar je mag je daar niet op blindstaren. De voorspellende waarde van de toetsen is onvoldoende sluitend om er in de huidige vorm een bindende toelatingsproef van te maken.'

'Wat de minister zegt is juist, maar als je niet slaagt op de toets, heb je toch nog een kans om te slagen voor de opleiding'

Luc De Schepper, Rector UHasselt

Ook voor zijn collega aan de UHasselt, rector Luc De Schepper, is de uitspraak te ongenuanceerd. ‘Wat de minister zegt is juist, maar als je niet slaagt op de toets, heb je toch nog een kans om te slagen voor de opleiding.’

‘De toets matcht enkel voorkennis met gewenste startcompetenties voor de opleiding. De enige boodschap die je mag geven is dat er mogelijks hiaten zitten in de voorkennis van potentiële studenten. Uit de toets blijkt niet of je voorkennis al dan niet voldoende is om aan de opleiding te beginnen.’

Zo'n communicatie is ook niet zonder gevolg, vindt de Hasseltse rector. ‘Als men nog maar de indruk wekt dat het om voorspellende waarde gaat, dan heeft dat een geweldig afschrikeffect op studenten die niet slagen en missen we profielen die we echt nodig hebben.’

Gedragsbeïnvloeding

De toetsen hebben vooral gedragsbeïnvloeding op het oog, benadrukt Sels: ‘Dat maakt de correlatie tussen de score op de ijkingsproef en het resultaat in het eerste jaar wat zwakker. Dat elke student die geen tien haalt op de ijkingstoets correct concludeert dat hij in de opleiding een tandje bij moet steken – en zo toch slaagt, dat is voor mij het gewenste effect.’

‘Los van hoe de minister de boodschap heeft verteld op het politieke forum, dat een eigen taal en finaliteit heeft, kan ik me vinden in de achterliggende logica’, besluit Sels.

'Met de beoogde gedragsverandering maak je de correlatie tussen de score op de proef en het resultaat in het eerste jaar zwakker'

Luc Sels, Rector KU Leuven

‘Samen met de VLIR is er voorafgaand overleg gepleegd over het rapport, de wijze van communiceren en de inhoud van het persbericht’, laat minister Crevits weten in een reactie. ‘Het verbaast ons dan ook dat daar andere geluiden zouden zijn.’

Ontradingseffect

Er is nog een ander opvallend resultaat uit het rapport: vrouwelijke deelnemers laten zich significant sterker leiden door een laag resultaat dan jongens. 54.9% van de vrouwen met een buis op de ijkingstoets schrijft zich niet in, tegenover maar 39.9% van de mannen.

Vanuit de VLIR is er dan ook vraag naar een vervolgonderzoek. De Laet: ‘Deze resultaten moeten we inderdaad ernstig nemen, maar in reële inschrijvingen zien we nog geen daling. Het aandeel meisjes in het eerste jaar burgerlijk ingenieur lag dit jaar nog steeds rond 17%.’

Powered by Labrador CMS