ANALYSE PARTIJPROGRAMMA'S
'Alle partijen willen financiering universiteiten herzien, maar bijna niemand is er concreet over'
Het is zoeken naar standpunten over het hoger onderwijs in de partijprogramma's van de Vlaamse partijen. Toch komen enkele partijen met enkele opvallende voorstellen af. Vooral over de financiering van universiteiten en de regels rond taal liggen de meningen uiteen.
Wie de partijprogramma's van de Vlaamse partijen bekijkt, merkt het onmiddellijk op: het hoger onderwijs krijgt er amper een plek. Het staat nochtans voor enkele grote uitdagingen.
Niet in het minst wat het financiële plaatje betreft: zowat alle universiteiten en hogescholen in Vlaanderen klaagden de voorbije jaren over een tekort aan middelen. De covidcrisis en de daaropvolgende financiële en energiecrisis maakten die situatie des te prangender. Bij veel instellingen staat de broekriem strak, ook de KU Leuven bespaarde fors.
Daarom zou de financiering van het hoger onderwijs misschien wel het meest prangende discussieonderwerp moeten zijn. 'Bij de vorige verkiezingen was het ook al het voornaamste programmapunt, maar ook toen kwam er weinig van in huis', reageert Jef Vandorpe, voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS). Hij wijst erop dat de universiteiten destijds al, tevergeefs, op dezelfde nagel klopten.
Financieringssysteem verdeelt
In het Vlaamse financieringssysteem krijgen universiteiten in de eerste plaats middelen al naargelang hun studentenaantallen. Maar door het gebrek aan bijkomende financiering is systeem herverdelend: wie meer groeit in aantal studenten, krijgt meer middelen – terwijl de te verdelen geldpot even groot blijft.
Het gevolg is dat universiteiten elkaar startende studenten proberen af te snoepen. Bovendien kost niet iedere student evenveel aan een instelling: een beroepsopleiding is duurder dan een theoretische.
'Het financieringssysteem drastisch herbedenken is niet evident'
Dylan Couck, hogeronderwijsjurist (UGent)
Zowat iedere partij pleit voor een herziening van het huidige financieringssysteem, al zijn niet alle partijen daarover echt concreet. Komt het dichtst in de buurt: de PVDA. De partij pleit voor een groeipad dat de herfinanciering van het hoger onderwijs naar minstens twee procent van het bruto binnenlands product brengt. Bovendien wil ze het inschrijvingsgeld bevriezen op 835 euro en de indexering ervan schrappen.
Vlaams Belang wil dan weer dat er meer nadruk wordt gelegd op de zogenaamde output-financiering: de middelen die universiteiten ontvangen per afgeleverd diploma. Dat moet volgens de partij een impuls bieden aan een kortere studieduur.
'Het financieringssysteem drastisch herbedenken is niet evident', stelt hongeronderwijsjurist Dylan Couck. Er is volgens hem ook een verschil tussen het verdelingsmechanisme of het financieringsmodel herdenken enerzijds en de middelen verhogen anderzijds – politieke partijen lijken vooral op dat laatste te doelen.
'Er is geen enkele partij die concreet is over een wijziging van het systeem zelf, maar misschien is dat goed: het is een kwestie die een debat vraagt, en vooral goed doordacht moet gebeuren. De impact kan groot zijn en zal sowieso voor onrust zorgen', vindt Couck. Voor Vandorpe van VVS hoort de financiering van het hoger onderwijs in ieder geval 'prioriteit één' te zijn voor een volgende minister.
Sociale maatregelen
Veel programma's zetten in op sociale maatregelen voor studenten. Zo wil cd&v kortere wachtlijsten bij de psycholoog, een groter aanbod aan basiskoten en een creatieve omgang met de toegelaten woonvormen om het kotentekort tegen te gaan. Daar zijn Groen, Vooruit en Open Vld ook voor te vinden.
64,4% van de bevraagde studenten is te vinden voor een uitbreiding van de niet-bindende ijkingstoetsen
PVDA wil zelfs een minimum van 80% aan basiskoten opleggen aan privé-ontwikkelaars van studentenhuisvesting. Vooruit wil dan weer vooral inzetten op een hervorming van studiebeurssysteem, zodat meer studenten aan een beurs kunnen.
Studievoortgang
Op PVDA na, pleit geen enkele partij voor een afzwakking in de studievoortgangsmaatregelen. Wel opvallend: Open Vld wil komaf maken met de numerus fixus bij het ingangsexamen voor Geneeskunde en Tandheelkunde. In het huidige systeem mogen slechts een beperkt aantal studenten aan de opleiding beginnen, ook al zijn ze geslaagd voor het examen. De liberalen willen dat opentrekken: wie slaagt op het examen, mag beginnen aan de opleiding.
Dat standpunt is opvallend en nieuw, al nuanceert hogeronderwijsjurist Couck de praktische uitrol ervan: 'De vaststelling bij het huidige systeem, waarbij een vast aantal studenten doorgelaten wordt, is dat de bevoegde examencommissies de proef makkelijker en eerlijker kon maken.'
'Wie hier komt werken, moet de moeite doen om de taal te leren'
Kristof Slagmulder, Vlaams parlementslid (Vlaams Belang)
Bij het loslaten van de numerus fixus zou zo'n commissie de proef gewoon moeilijker maken om toch enkel de besten eruit te pikken, aldus Couck. In de praktijk zou de maatregel dus niet veel veranderen, behalve dat ze mogelijk een perceptie van meer eerlijkheid zou geven aan de studenten.
Ondertussen zijn de meeste partijen wel te vinden voor een uitbreiding van het aantal niet-bindende ijkingstoetsen. Uit de verkiezingspeiling van Veto blijkt dat 64,4% van de bevraagde studenten daar ook voor te vinden is.
De toon die N-VA Onderwijsminister Ben Weyts zette met de verstrenging van de studievoortgangsmaatregelen afgelopen legislatuur, wordt zo te zien niet echt meer in vraag gesteld. De meeste partijen lijken op dat vlak elkaar dus wel te vinden. De PVDA daarentegen wil zowat alle studievoortgangsmaatregelen afschaffen, en universiteiten verplichten tot meer begeleiding van studenten.
Nederlands
De verengelsing van het hoger onderwijs was een heet hangijzer afgelopen academiejaar. Het leverde al veel ellebogenwerk op tussen de Vlaamse regering enerzijds, en de Vlaamse universiteiten anderzijds, die graag ook Engelstalige opleidingen inrichten zonder Nederlandse tegenhanger.
De meeste partijen zijn voorstander van de huidige regelgeving, waarbij iedere Engelstalige opleiding een Nederlands alternatief moet hebben. Waar Vooruit dat bepleit omwille van sociale redenen, doen het Vlaams Belang en de N-VA dat vanuit cultureel oogpunt. Vlaams parlementslid voor Vlaams Belang Kristof Slagmulder is kritischer op buitenlands personeel. 'Wie hier komt werken, moet de moeite doen om de taal te leren.'
De vreemde eend in de bijt is Open Vld. Ze wil wel af van de strenge taalvereisten voor academisch personeel. 'Universiteiten gaan op zoek naar specifieke profielen om verder te professionaliseren', zegt directeur van de studiedienst Jimmy Koppen. 'In hun werkomgeving hebben zij het Nederlands niet zo hard nodig, maar ze moeten het volgens de huidige regels wel kunnen.'