Mannen dan toch allergisch voor politieke correctheid

Het zou nefast zijn voor onder andere de mentale gezondheid, seksuele performance en sociale positionering van een bepaalde bevolkingsgroep.

Zo ondervinden blanke heteroseksuele mannen namelijk enorme psychologische en sociale nadelen wanneer ze het n-woord niet mogen gebruiken, dat bewijst een studie door de gerenommeerde professor Dr Bart Mouyaen van de universiteit van Bommel.

Ter uitvoering van zijn onderzoek plaatse Mouyaen twee groepen van vijf blanke heteroseksuele mannen apart in een kamer met één persoon van allochtone afkomst. Een van de twee groepen mocht de zesde persoon enkel aanspreken met politieke correcte aansprekingen, zoals diens naam, de andere groep gebruikte de gangbare termen.

Twee van de vijf uit de eerste groep ontwikkelde na een halfuur een depressie, alle vijf gaven ze aan problemen rond hun identiteit ontwikkeld te hebben. Bovendien bleek het na de exposure nog moeilijk om erecties te krijgen. Een tweede test vroeg de testobjecten om vijf minuten in een werkomgeving door te brengen met enkele vrouwen zonder hen denigrerend te behandelen, terwijl ze aan een veganistische gesprekspartner de westerse verantwoordelijkheid met betrekking tot het koloniaal verleden moesten erkennen. Dit onderzoek werd echter stopgezet toen vier van de vijf mannen begonnen te huilen.

Klinkt heftig, maar dat waren enkel nog de effecten in een afgesloten omgeving. In grotere testgroepen toonden zich ook zware sociale gevolgen. Zo waren de mannen bijvoorbeeld totaal niet grappig meer. Sommigen veranderden zelfs spontaan in sneeuwvlokjes.

Volgens Mouyaen moet de politiek correcte censuur dringend teruggedraaid worden; ‘Het is in een maatschappij belangrijk met iedereen rekening te houden, ook als dat betekent dat we daarvoor iets moeten opgeven. Een gelijke samenleving is nu eenmaal nefast voor mijn deel van die samenleving, ik vind dat we daar wel in tegemoet moeten komen.’

Het onderzoeksteam publiceert zijn bevindingen deze week in het vakblad VGE. Een tweede onderzoeksteam onderzoekt momenteel of er mogelijks een verband is tussen de resultaten en het feit dat elke onderzochte blijkbaar een volstrekt soja-arm dieet volgde.