artikel> Drie historische studentenopstanden
Studentenprotesten: van alle tijden?
Dé student, die slaapt en feest. Of niet? Veto zet drie historische studentenprotesten op een rijtje.
Studenten hebben meer dan eens de naam passief en gemakzuchtig te zijn. Nochtans hebben ze doorheen de geschiedenis het een en ander in beweging gezet. Veto presenteert u drie historische studentenprotesten die misschien tot inspiratie kunnen dienen in deze tijden van doelloos vertier.
Leuven 1431 en 1522: kom niet aan onze privileges
Al in de oudheid en middeleeuwen lieten studenten van zich horen. Aan onze eigenste universiteit vond in 1431 een studentenopstand plaats. Mediëvist Jelle Haemers vertelt: ‘In 1430 waren er in Brabant verregaande discussies over hoe het land bestuurd moest worden. We hebben weinig bronnen over de precieze motivatie van de Leuvense studenten, maar vermoedelijk zijn de studenten slaags geraakt omdat ze tot verschillende machtige groepen behoorden die het politiek oneens waren.’
De middeleeuwse student was niet die van vandaag: hij was man en kwam uit de gegoede bovenlaag van de bevolking. Dat profiel had invloed op de aard van het protest, vertelt Haemers: ‘Eerder dan te strijden voor nieuwe rechten of meer inspraak, voerden studenten onderling strijd of kwamen ze in opstand tegen degene die hun rechten schond.’
Zo ook met een geschil uit 1522, waarbij studenten in conflict kwamen met het stadsbestuur omdat ze bier en wijn doorverkochten aan de gewone Leuvenaar. De studenten hoefden geen belastingen te betalen op de dranken en konden ze zo aan een lage prijs inkopen. Keizer Karel zou hen uiteindelijk in hun rechten bevestigen.
Is dat protest? Haemers nuanceert: ‘Het was natuurlijk een vorm van verzet, maar het was geen sociale strijd.’ Toch zorgden de opstanden er mee voor dat in de loop van de vijftiende eeuw de rechten van studenten nog werden uitgebreid.
'De middeleeuwse opstand is een vorm van verzet, maar het is geen sociale strijd'
Jelle Haemers, mediëvist
Duitsland 1817: strijd voor een nationale democratie
Voor de Duitse gebieden was de negentiende eeuw vooral de eeuw van de eenmaking. Studenten speelden hierin een grote rol. Hun frustraties kwamen voort uit een patriottisch verlangen toen in de jaren na de Slag bij Waterloo (1815) bleek dat binnen de conservatieve restauratie van die tijd geen plaats was voor enerzijds een nationale vereniging van het land en anderzijds democratische hervormingen in de Duitse gebieden.
‘Nationalisme had in die tijd een emancipatorische kant’, legt professor Martin Kohlrausch, als historicus verbonden aan de onderzoeksgroep Moderniteit en Samenleving, uit. 'De Burschenschaften (traditionele Duitse studentenverenigingen, red.) stonden politiek eerder links, maar waren tegelijk ook nationalistisch in de nauwere zin van het woord.'
De onvrede over de absolutistische politiek van de Duitse deelstaatvorsten barstte open tijdens het Wartburgfeest in 1817. Daar ontaardde de discussie van de verzamelde studenten in een boekenverbranding van schrijvers die als niet-Duits of ondemocratisch gezien werden. Het jaar erop bracht vervolgens de vereniging van alle Duitse studenten in de Allgemeine deutsche Burschenschaft.
Bij de politieke orde stegen de zenuwen naarmate de studenten meer radicaliseerden. Toen een van hen schrijver en vermeende Russische spion August Kotzebue vermoordde, volgde een bikkelharde repressie. De studentenbewegingen werden verboden en universiteiten onder staatscontrole geplaatst. Professoren die men verdacht van sympathieën met de studenten, werden de laan uit gestuurd. Deze maatregelen zouden tot 1848 van kracht blijven.
'Je ziet dat het protest zich altijd verruimt: eerst gaat het over Leuven Vlaams, daarna willen de studenten het 'systeem' veranderen'
Louis Vos, professor emeritus en expert inzake Belgische studentenbewegingen
Leuven 1966-’68: Leuven Vlaams!
De meest tot de verbeelding sprekende studentenprotesten blijven toch die van de jaren 60. In Leuven was er bij de Vlaamse studenten een lange traditie van politiek engagement als groep in de Vlaamse beweging, waarvan de Leuvense studentenbeweging zich als voorhoede zag. Dat bleef zo tot 1968, toen de strijd rond Leuven Vlaams uitmondde in studentenrevoltes van mei 1966 en januari 1968.
Die traditie van politiek engagement verklaart waarom de Leuvense Vlaamse studenten hun 'mei 68' al in januari beleefden, terwijl in Brussel, Luik en Gent er maar contestatie uitbrak in 1868 en 1969. Daar bestond er voordien geen traditie van studentenbeweging. zegt Louis Vos, professor emeritus en expert inzake de geschiedenis van studentenbewegingen."
'Je ziet dat het protest inhoudelijk evolueert,' schetst Vos, 'eerst ging het over Leuven Vlaams, dan verruimde het protest zich tot linkse maatschappijkritiek, en vervolgens - in de jaren 1969-1974 - ging het om steun aan de arbeidersstrijd en aan de bevrijdingsbewegingen in de Derde Wereld.' Tegen het midden van de jaren 70 plooiden de studenten zich weer terug op hun kleine wereld. Studentenprotesten richtten zich vanaf dan voornamelijk op inschrijvingsgelden of aanverwante thema's.
Lees dinsdag meer over mei '68 op veto.be.
En vandaag?
Zijn na mei ’68 studenten vrij en blij en kunnen ze lekker achterover zakken in hun zetel? Ja en nee. We doen onze zin en hebben via allerhande organen inspraak in het reilen en zeilen van de universiteit. Maar het vechten voor de democratische basiswaarden blijft aan de orde. Dat zie je in landen als Iran en China met studenten die opkomen tegen de onderdrukking. In Amerika uitten studenten hun bezorgdheid na Trumps verkiezingsoverwinning. Nee, het studentenprotest is nog niet uitgestorven.