artikel> Doorstroom botst onder meer op kwaliteitsvereisten KU Leuven
Regelkundig hindernissenparcours houdt vluchtelingen weg van de KU Leuven
Slechts 37 studenten aan de KU Leuven zijn kandidaat-vluchteling of erkend vluchteling: minder dus dan 0,4% van alle internationale studenten aan de KU Leuven campussen.
Drie jaar geleden startte VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) met een versoepelde erkenningsprocedure om vluchtelingen te helpen bij het bekomen van een gelijkwaardigheid voor hun buitenlandse diploma’s; broodnodig om te kunnen deelnemen aan de Vlaamse arbeidsmarkt. Als een vluchteling aan NARIC-Vlaanderen, bevoegd voor de arbeidsgerichte erkenning van diploma’s behaald buiten de EER, niet de nodige documenten kon verschaffen, kon hij/zij terecht aan de universiteiten voor een versoepelde procedure.
Die procedure werd twee jaar geleden geëvalueerd door Veto en toen werd vastgesteld dat dat niemand aan de KU Leuven daar gebruik had gemaakt. Inmiddels is de procedure afgeschaft. De KU Leuven werkt als adviseur wel nog samen met NARIC bij vragen over de equivalentie van buitenlandse diploma’s van vluchtelingen met specifieke Belgische opleidingen.
Sesam, open U
Aleidis Devillé, coördinator van MaxiPAC - een AMIF-project dat meer harmonisatie wil brengen in de doorstroom van vluchtelingen naar het Vlaamse Hoger Onderwijs - haalt aan dat vluchtelingen meestal bij eerstelijnsdiensten terechtkomen zoals het OCMW, het CAW, de VDAB en de vakbonden. Hoewel zij goede bedoelingen hebben, kennen zij de problematiek soms te weinig.
Studenten die willen verder studeren, worden er vaak doorverwezen naar instanties die eigenlijk niet bevoegd zijn, zoals NARIC-Vlaanderen. NARIC houdt zich bezig met de erkenning van diploma’s voor de arbeidsmarkt, niet voor de toelating tot opleidingen hoger onderwijs. Daarvoor zijn de onderwijsinstellingen zelf bevoegd. Ook deelt men hoogopgeleide vluchtelingen volgens Devillé te vaak in bestaande standaardtrajecten in: ze worden dan aangeraden om te gaan poetsen of in de groendienst te gaan werken, ondanks hun buitenlands bachelor- of masterdiploma.
Iedereen gelijk voor de wet
Jan Raeymaekers, directeur Onderwijsprocessen aan de KU Leuven, benadrukt het belang van de autonomie van de instellingen bij de toelatingen. Hij ontkracht het idee dat enkel buitenlandse studenten toegelaten moeten worden. Alleen staan de diploma’s van studenten met een vooropleiding in de Vlaamse Gemeenschap in een overheidsdatabank en kan de KU Leuven die realtime controleren via een voorinschrijving. Studenten met een andere vooropleiding moeten zich wenden tot de Engelstalige website om daar een aanvraag in te dienen.
'We gaan ook niet soepeler zijn voor de vluchteling. Wij hebben onze kwaliteitsvereisten.'
Jan Raeymaekers, Directeur Onderwijsprocessen KU Leuven
Toch heeft de KU Leuven geen specifiek aangepaste programma’s voor vluchtelingen. De inmiddels opgeheven stuurgroep die zich bezighield met de begeleiding van vluchtelingen, hield in haar rapport van 12 februari 2019 dan ook als uitgangspunt ‘het begeleiden en omkaderen binnen het bestaande aanbod’ aan.
Raeymaekers concludeert: ‘We hebben een heel breed programma van Nederlandstalig en Engelstalig onderwijs en voorbereidingsprogramma’s, maar geen apart programma voor vluchtelingen, zoals de VUB heeft gedaan tijdens de vluchtelingencrisis. We gaan ook niet soepeler zijn voor de vluchteling. Wij hebben onze kwaliteitsvereisten.’ Raeymaekers benadrukt wel dat er wel een vorm van begeleiding en omkadering is voor vluchtelingen.
Toelating: Hoge verwachtingen
Een eerste vereiste die regelmatig voor moeilijkheden zorgt bij studenten, is de taalvereiste. Anderstalige studenten aan de KU Leuven moeten steeds minstens een B2-niveau hebben in de taal van de opleiding.
Volgens An Peeters, verantwoordelijke van het EVC-beleid (Eerder Verworven Competenties) van de Associatie KU Leuven, ligt het probleem deels bij de taalopleidingen van de CVO’s (Centra voor Volwassenenonderwijs), die onvoldoende voorbereiden op het benodigde taalniveau voor het Hoger Onderwijs. De taalcentra verbonden aan de KU Leuven hebben een veel meer gerichte opleiding. Hoewel die ook veel duurder is, wordt daar volgens Peeters financieel aan tegemoet gekomen in samenwerking met de VDAB.
‘Ook veel Belgische studenten maken nog dt-fouten en weten niet hoe een tekst te schrijven. Dat leren ze juist nog’
Aleidis Devillé, coördinator MaxiPAC
Ook Devillé staat kritisch tegenover de taalcursussen van instellingen als het CVO. 'De huis-, tuin- en keukentaal die daar wordt aangeleerd' is volgens haar niet meteen de juiste voorbereiding op een academische opleiding. Daarnaast hekelt ze de hoge taaleisen waaraan studenten moet voldoen om te starten en pleit zij ervoor om die taallat niet te hoog te leggen: ‘Als je kijkt naar onze Belgische studenten, zijn er daar ook nog veel die dt-fouten maken en niet weten hoe ze een tekst moeten schrijven. Dat leren ze juist nog’.
Verder vormen volgens haar de wachttijden soms een probleem voor de vluchtelingen en speelt financiering ook een belangrijke rol : ‘Universiteiten en hogescholen kunnen niet aan één vluchteling massa’s geld geven. Bij elke vluchteling een volledig geïndividualiseerd traject volgen en die bij elke stap begeleiden, is financieel niet haalbaar,’ aldus Devillé.
Inschrijving: het doolhof gaat verder
Raeymaekers verheldert hoe de inschrijvings- en erkenningsprocedures juist werken. Per opleiding kijkt men eerst naar de diplomavereisten en de vooropleiding van de applicant. Het is mogelijk dat men een student bijvoorbeeld wel toelaat, maar een voorbereidingsprogramma oplegt. De faculteit bepaalt dan wat de inhoud is van dat programma. Vervolgens gaat men bij de samenstelling van het ISP kijken voor welke vakken men kan worden vrijgesteld, wat voor iedereen op dezelfde manier werkt. Het kan ook dat een student bepaalde competenties heeft verworven en die niet als dusdanig kan bewijzen via een diploma-kwalificatie. Een EVC-procedure kan dan een oplossing bieden.
Raeymakers illustreert dit met het voorbeeld van iemand die Arabisch als thuistaal heeft en hier Arabistiek komt studeren, maar via een test en intakegesprek een attest krijgen en zo vrijstellingen verdienen.
'Als iemand naar hier komt met een Arabisch diploma of cursussen, is het niet evident om competenties vast te stellen'
Aleidis Devillé, coördinator MaxiPAC
Hoewel het voordelig lijkt dat studenten via deze procedure door talenkennis of beroepservaring vrijstellingen bekomen, wordt hier amper gebruik van gemaakt door buitenlandse studenten. Aan heel de associatie KU Leuven waren er tussen 2016 en 2018 slechts 128 EVC-dossiers. Slechts zeven van deze 128 kandidaten hadden een nationaliteit van buiten de EER, waaronder overigens drie Canadezen.
In het kader hiervan legt Devillé uit waarom die procedures zo weinig worden aangevraagd door mensen van buiten de EER. 'Om te beginnen is het een zeer complexe procedure: als iemand naar hier komt met een Arabisch diploma of uitsluitend Arabische cursussen, dan is het niet evident voor hogescholen en universiteiten om competenties vast te stellen. Ook het vaststellen van werkervaring en dergelijke is dan soms lastig.'
Men kan daarnaast via een EVK-procedure vrijstellingen bekomen voor vakken die men al in zijn/haar vooropleiding heeft gevolgd. Die is ook kosteloos, in tegenstelling tot de EVC-procedure. Deze is volgens Peeters een pak minder zwaar voor de applicant, aangezien die zichzelf al bewezen heeft in een vooropleiding. Dit moet volgens haar ook de eerste stap blijven, aangezien grote EVC-procedures vaak maar zin zouden hebben als de applicant al veel jaren werkervaring heeft. De testing en begeleiding bij EVC-procedures zijn ook standaard in de taal van de opleiding zelf, wat een struikelblok kan zijn voor anderstaligen.
De KU Leuven voorziet ten slotte in een een aantal vaste schakel -en voorbereidingsprogramma’s. ‘Maar het is niet omdat die voor een bepaalde opleiding niet bestaan dat wij dat niet ad hoc zouden kunnen aanbieden. Het gebeurt regelmatig dat iemand met het diploma van zijn vooropleiding gaat aankloppen bij een opleiding en dan wordt toegelaten mits een voorbereidingsprogramma, van bijvoorbeeld vijf vakken. Dan wordt dat programma echt op maat van u gemaakt,’ aldus Raeymaekers. Ook hogescholen voorzien andere opties, zoals de Maxi-PAC procedure die wordt uitgetest aan Thomas More en het voorbereidingsjaar voor anderstalige nieuwkomers aan de UCLL.