INTERVIEW OEKRAÏNSE RECTOR
Rector Oekraïense topuniversiteit: 'Het Westen veroorzaakt een grote braindrain'
Timofiy Milovanov is rector van de prestigieuze Kiev School of Economics. Hij waardeert de steun uit de westerse academische wereld, maar waarschuwt voor een braindrain: 'Ik heb het gevoel dat er hier een beetje academisch racisme aan de gang is.'
'Ik heb vandaag een ontmoeting met de vicepremier, dus ik heb niet zoveel tijd', begint dr. Timofiy Milovanov. Tussen augustus 2019 en maart 2020 was Milovanov de minister van Economische Ontwikkeling, Handel en Landbouw van Oekraïne.
Tegenwoordig is hij rector van de Kiev School of Economics, een van de topuniversiteiten van Oekraïne. Ons oorspronkelijk afgesproken videogesprek mistte hij: het luchtalarm was afgegaan in Kiev.
Maar tussen meetings met het presidentiële kabinet door spraken we over de situatie van het Oekraïense hoger onderwijs, en waarom de steun vanuit de westerse academische wereld soms te wensen overlaat.
Hoe is het dagelijks leven in Kiev op dit moment?
Timofiy Milovanov: 'Wel, op af en toe een luchtalarm na voelt het eigenlijk heel normaal. Hier op onze universiteit doen we zaken zoals gewoonlijk, maar de onderwerpen zijn meer militair van aard geworden. Op dit moment hebben we bijvoorbeeld een conferentie over ontmijning.'
'Meestal is de steun louter van morele of symbolische aard'
'Het dagelijks leven gaat vrij gemoedelijk voort: we gaan naar ons werk, hebben vergaderingen, ontspannen ons thuis en ontmoeten vrienden in het weekend. Natuurlijk was dat niet zo in de eerste maanden van de oorlog, maar uiteindelijk raak je gewend aan de sirenes, explosies en stroomuitval.'
'Ik denk dat wanneer de oorlog voorbij is, mensen zullen beseffen hoe abnormaal de situatie was, en hoe getraumatiseerd we zijn. Maar de manier waarop we proberen vol te houden is verbazingwekkend.'
Hoe heeft het hoger onderwijs in Oekraïne op deze oorlog gereageerd?
'Als we het hebben over mijn eigen universiteit, de Kiev School of Economics, zijn we eerder een uitzondering op de regel. Zeventig procent van de studenten woont op de campus, terwijl het nationale gemiddelde ongeveer vijftig procent is. Ik denk dat wij een rolmodel zijn voor anderen. Wij laten zien dat waar er een wil is, er ook een weg is.'
'Wij blijven dus fysiek lesgeven, terwijl veel andere instellingen hebben gekozen voor online-colleges. Maar veel mensen zijn verhuisd of zijn het land ontvlucht. Veel academisch personeel is ook naar het buitenland vertrokken. Dat vormt een uitdaging.'
Hoe ervaart u de hulp van de internationale hogeronderwijsgemeenschap?
'We hebben veel steun ontvangen, alsook een grote bereidheid om ons te helpen. Sommige universiteiten hebben nieuwe partnerschappen met instellingen opgericht. Meestal is de steun louter van morele of symbolische aard. Maar er zijn een paar voorbeelden van partnerschappen die uitmonden in iets groots. Zo zie je voorbeelden van gezamenlijke laboratoria, uitwisseling van studenten en gedeelde diploma's.'
'We willen Oekraïne ontwikkelen, we willen Oekraïne niet beroven van talent'
'Dat alles heeft ook een negatieve kant. De manier waarop de internationale academische gemeenschap heeft gereageerd was zeker goed bedoeld, maar niet erg productief. Vaak bieden instellingen beurzen of uitwisselingen aan voor de meest getalenteerde Oekraïense studenten en professoren. Maar dat veroorzaakt een braindrain.'
'De focus ligt op mensen die Oekraïne verlaten, en dat is gevaarlijk. In plaats daarvan hadden ze zich moeten richten op het opzetten van institutionele relaties met Oekraïense universiteiten.'
'Wij hebben bijvoorbeeld een partnerschap met de Universiteit van Massachusetts. In het Virtual Scholar in Residence Program bieden we Oekraïense wetenschappers een systeem om samen te werken met onderzoekscentra en faculteiten over wetenschappelijke onderwerpen van wederzijds belang.'
'Ik heb wel het gevoel dat hier een beetje academisch racisme aan de gang is'
'Dus in plaats van iemand die Oekraïne verlaat een positie te geven, kunnen de academici bij hun familie en in hun land blijven. Tegelijkertijd kunnen ze doorgaan met het schrijven van papers, het geven van onderwijs en het produceren van output.'
'Ik denk dat dat de beste manier is om te helpen: Oekraïense universiteiten in staat stellen samen te werken met collega-academici om competitief te blijven. Natuurlijk is het belangrijk om degenen die het land willen verlaten te helpen, maar niet alle middelen moeten gaan naar het faciliteren van een braindrain.'
Hoe ernstig denkt u dat deze braindrain kan zijn?
'Het is echt een groot probleem, ook al wordt er niet echt over gesproken. We willen Oekraïne ontwikkelen, we willen Oekraïne niet beroven van talent. Ik denk dat deze aanpak voortkomt uit de veronderstelling dat mensen het best vertrekken uit een land waar zich een tragedie afspeelt.'
'Maar dat maakt het land in kwestie kapot. Als je dat elke keer doet als er iets ergs gebeurt in een land, eindig je met een mislukte staat. In plaats daarvan moet je degenen die in het land willen blijven, steunen.'
Delen veel mensen uw mening daarover?
'Ik ben zeker in de minderheid. Als je in Chicago of Boston of New York zit, is Oekraïne een abstract begrip, een onbekend derdewereldland. Tot voor kort wisten velen er misschien niet eens van. Ik wil niet radicaal klinken, maar ik heb wel het gevoel dat hier een beetje academisch racisme aan de gang is.'
'In de academische wereld is er soms het probleem van snobisme en arrogantie. Je wordt gerespecteerd als je hoog eindigt op internationale ranglijsten en publiceert in tijdschriften met een groot aanzien. De grotere universiteiten hebben de neiging om op andere neer te kijken.'
'Je hebt die hiërarchie tussen landen al in de ontwikkelde wereld. Als die over de grens kijken, is er vaak de aanname: wat hebben getalenteerde mensen in een derdewereldland te zoeken? Het beste wat ze kunnen doen is natuurlijk vertrekken en naar een topuniversiteit gaan. Dat is vaak de aanname.'
'Maar als academicus ben je menselijk en wil je bijdragen aan het leven van de mensen om je heen, ook aan die uit je "mindere" land. Ik heb wel degelijk veel grote geleerden, veel goede dingen zien doen in hun eigen land. Dat wordt niet echt erkend door sommige academische instellingen van wereldklasse.'
'Dat we zelfs tijdens de oorlog kunnen blijven lesgeven, is een sterk signaal aan de Russen'
Heeft u dan het gevoel dat het Oekraïense hoger onderwijs wordt onderschat?
'Ik moet toegeven dat ons hoger onderwijs een zeer heterogeen landschap is. We hebben van die oude universiteiten uit de sovjetperiode, waar academische integriteit en corruptie zorgwekkend zijn. Er gaat veel geld om in zulke instellingen, het is niet echt merit-based onderwijs. Die universiteiten zouden inderdaad gesloten moeten worden.'
'Tegelijkertijd zijn er ook goede instellingen te vinden. Ze zijn misschien niet van wereldklasse, maar wel meer dan behoorlijk. Mensen hebben echt behoefte aan een meer gedetailleerde en genuanceerde kennis van ons land.'
U sprak over de manier waarop onderzoeksthema's meer militair worden. Vindt u dat het hoger onderwijs een rol heeft te spelen in de oorlog?
'Voor het moraal is dat heel belangrijk. Een hoog moraal staat niet op zichzelf: het moet worden versterkt door mensen het gevoel te geven dat ze verenigd zijn. Ze moeten trots kunnen zijn op zichzelf en hun natie.'
'Poetin maakte een inschattingsfout, en we weten dat in Rusland de macht in andere handen komt te liggen wanneer leiders fouten maken'
'Het feit dat we zelfs tijdens de oorlog kunnen blijven lesgeven, is een sterk signaal aan de Russen. Hun universiteiten storten op dit moment in. Corruptie tiert er welig, terwijl studenten worden gehersenspoeld. Er zijn gevallen waarin studenten hun ongenoegen uiten over het regeringsbeleid, waarna medestudenten dat rapporteren. Dan worden ze naar de gevangenis gestuurd.'
'Het hoger onderwijs in Rusland gaat snel achteruit en verschuift naar het ondersteunen van de propagandamachine. In Oekraïne is het anders. Ons hoger onderwijs gaat de uitdaging van de oorlog aan en probeert nog relevanter te zijn voor de samenleving, zowel wat betreft onderwijs als onderzoek. Ik denk dat die evolutie een sterk signaal is.'
Wat is uw wens voor de komende maanden?
'Ik hoop dat Rusland implodeert, hetzij militair, hetzij politiek. We hebben het eerder gezien met Janoekovitsj, de Russische proxy-president van Oekraïne (Die was tussen 2010 en 2014 president van Oekraïne, maar werd door velen gezien als een handpop van Rusland, red.). Uiteindelijk escaleerde de boel, ontstonden er protesten en hadden we de Oranjerevolutie. Dat was een heel donkere tijd voor Oekraïne: de eerste keer dat we beseften dat we levens moesten inruilen voor vrijheid.'
'Nu betalen we elke dag met onze levens in de strijd voor vrijheid. Ik denk niet dat iedereen dat echt begrijpt: elke dag sterven er Oekraïense burgers. Er moet een prijs worden betaald, maar Rusland staat onder zoveel druk, op zoveel fronten. Er moet iets gebeuren.'
'We weten dat in Rusland de macht in andere handen komt te liggen wanneer leiders fouten maken. We weten alleen niet wanneer dat zal gebeuren en hoe lang we nog moeten wachten.'