ANALYSE NEDERLANDSE REGERING
Nieuwe Nederlandse regering bijt fors de kop af van onderwijsbudget en internationalisering
Zes maanden na de Nederlandse parlementsverkiezingen gaat de regering van onze noorderburen nu al in de geschiedenisboeken als de meest rechtse die Nederland ooit heeft gehad. Voor het hoger onderwijs wil de coalitie enorme besparingen en minder internationalisering. Het programma gaat bijzonder ver.
Op 22 november trokken de Nederlanders naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen en zes maanden later is de coalitie gevormd. Het resultaat: de PVV van Geert Wilders, het NSC van Pieter Omtzigt, de VVD van Dilan Yesilgöz en de BBB van Caroline van der Plas vormen de meest rechtse regering uit de Nederlandse geschiedenis.
De vorige Nederlandse regering was al berucht omwille van haar hogeronderwijsbeleid: zo werd de rente op studieleningen voor Nederlandse studenten vervijfvoudigd en werd het sterk geïnternationaliseerde beleid van de universiteiten in vraag getrokken .
Halt toeroepen aan internationalisering
De PVV windt er geen doekjes om: volgens haar verkiezingsprogramma zorgt 'de massale instroom van asielzoekers ervoor dat ook ons funderend onderwijs ernstig onder druk komt te staan'. De oplossing is dus volgens Wilders 'een forse beperking van het aantal buitenlandse studenten'. Zijn partij wil bovendien alle bacheloropleidingen nog uitsluitend in het Nederlands aanbieden.
De VVD wil het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap — vergelijkbaar met het Belgische FWO — volledig afschaffen
Het NSC deelt dat standpunt, al nuanceerde Omtzigts partij dat wel in haar verkiezingsprogramma: 'Opleidingen worden voortaan in beginsel weer aangeboden in de Nederlandse taal. Gerichte uitzonderingen zijn mogelijk in de masterfase en voor bepaalde studies.'
Ook de VVD, die toch vierentwintig zetels in het parlement in de wacht sleepte, ziet graag een 'hernederlandsing' van het hoger onderwijs, zij het met een uitzondering voor technische scholen.
'Moordend tempo'
Bas Belleman, redacteur bij het Nederlandse Hoger Onderwijs Persbureau, heeft zijn twijfels bij die plotse verandering in taal: 'Alle bachelors Nederlandstalig? Zo'n ommezwaai is niet bij hamerslag geregeld.' Dat schreef hij in de Observant na de Nederlandse parlementsverkiezingen in november 2023.
Tijdens zijn campagne zei Omtzigt dat de termijn van die wijziging waarschijnlijk eerder op een jaar of drie zou liggen. 'Ook dat is een moordend tempo', zegt Belleman. 'De nieuwe minister van Onderwijs moet eerst nog een eigen wetsvoorstel op poten zetten en dat moet dan door de Tweede en Eerste Kamer geraken.'
Zulke beslissingen kunnen nooit door de overheid alleen genomen worden
Tijdsnood is bovendien niet de enige reden waarom zo'n maatregel faliekant uit zou kunnen pakken. Belleman vraagt zich af of bepaalde opleidingen überhaupt nog kunnen blijven bestaan: 'Kunnen de hotelscholen en kunstacademies op de huidige voet doorgaan? Blijven de university colleges bestaan? Kan een opleiding als international business zich nog handhaven?'
Bovendien benadrukt hij het feit dat zulke beslissingen nooit door de overheid alleen genomen kunnen worden: 'Goede kans dat een of andere commissie dit moet uitzoeken in overleg met het hoger onderwijs zelf. Ook dan ben je al snel weer een jaar verder.'
De deur staat wagenwijd open voor besparingen
Daarnaast is er nog de kwestie van het budget. Uit de narekeningen van het Centraal Planbureau, een Nederlands overheidsinstituut dat onderzoekt welke economische gevolgen de beleidsvoorstellen van de partijen zouden hebben, maakt de 'hernederlandsing' van hogescholen en universiteiten vierhonderd miljoen euro vrij. Die maatregel zou dan ook het aantal internationale studenten drastisch verlagen.
De deur staat wagenwijd open voor besparingen
De visie van de VVD omtrent hoger onderwijs zou zelfs goed zijn voor 1,3 miljard euro. Naast taalwijzigingen willen ze onder meer ook het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap — vergelijkbaar met het Belgische FWO — volledig afschaffen, wat voor vijfhonderd miljoen euro extra zou zorgen. Het schrappen van de sectorplannen voor wetenschappelijk onderzoek brengt ook weer tweehonderd miljoen op.
Ondertussen ligt er een hoofdlijnenakkoord op tafel. De budgettaire bijlage daarbij trekt dan weer 1,3 miljard uit om de gedupeerden van het studielenigsstelsel een eenmalige uitkering te bieden.
Hat akkoord ligt er: de deur staat dus wagenwijd open voor de besparingen. GL-PvdA is alleszins niet van plan om die te steunen; zij pleiten juist voor 'een fonds (...) waar bedrijven aan kunnen doneren, waarna zij in overleg met het fonds een onderzoeksopdracht formuleren.'