analyse> Nederlands alive and kicking in het buitenland, maar in een dipje bij ons
Is het Nederlands dan echt ten dode opgeschreven?
Met de stille dood van de opleiding Nederlands aan de Amsterdamse Vrije Universiteit, wordt getwijfeld aan de toekomst van de taal. Is een studie Nederlands nog wel nuttig in internationale context?
Alle doemberichten ten spijt, is het Nederlands nog steeds alive and kicking in het buitenland. Ook aan de KU Leuven maakt men voorlopig zich geen zorgen: 'Voor de meeste Vlamingen biedt het Nederlands immers nog steeds de beste mogelijkheden om zichzelf uit te drukken.'
Vijf nieuwe studenten, dat was het laatste rantsoen voor de opleiding 'Literatuur en samenleving' aan de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU). De dominantie van het Engels in de socio-economische wereld, gekoppeld aan de kleine markt van Nederlandssprekenden in de wereld deden deze Amsterdammers finaal de das om. Nu het doek is gevallen aan de VU, wordt ook in Vlaanderen getwijfeld aan de relevantie van onze taal in tijden van Google Translate.
Appelen en peren
Nochtans ziet het er niet meteen naar uit dat we ook in Vlaanderen de opleiding Nederlands ten grave zullen moeten dragen. Een blik op het aantal inschrijvingen aan de KU Leuven toont inderdaad een negatieve trend, maar de laatste jaren klautert het cijfer stilaan weer uit een diep dal. Vorig jaar kozen zo toch nog 107 studenten voor de optie Nederlands binnen de opleiding Taal- en Letterkunde, terwijl er dat twee jaar geleden nog een treurige 90 waren.
Het verschil tussen de opleidingen in België en Nederland zou daarvoor een verklaring kunnen zijn. De VU focust zich vooral op het Nederlands en de Nederlandse cultuur en haar plek in de maatschappij; denk communicatie en internationalisering. Aan de KU Leuven daarentegen, is Nederlands een keuzemogelijkheid binnen de studie Taal- en Letterkunde. Concreet wil dat zeggen dat de student in Leuven twee talen kiest, en beide talen zowel vanuit taalkundig als vanuit letterkundig perspectief onder de loep gaat nemen. Het gaat dus om een bredere vorming; aantrekkelijker voor de student die zijn of haar studiekeuze moet maken, maar het zijn vooral magische woorden als het om werkgelegenheid gaat.
Op de bietenbrug?
Daarmee wordt meteen een van de belangrijkste onderwerpen in deze discussie aangesneden: 'En wat wil je gaan doen met dat diploma?', is een vraag die studenten Nederlands, en bij uitbreiding Taal- en Letterkunde, tot in den treure in de maag gesplitst krijgen. Het idee dat deze opleiding enkel kan leiden tot een (weinig prestigieus geachte) carrière als leerkracht in een middelbare school, leeft bij scholieren. Wie verder kijkt dan zijn neus lang is, kiest dan ook beter voor talen met een toekomst zoals Engels of Spaans.
‘Voor de meeste Vlamingen en Nederlanders biedt het Nederlands nog steeds de beste mogelijkheden om zichzelf uit te drukken'
Geert Claassens, professor Middelnederlandse Letterkunde
'Maar dat hangt er helemaal vanaf wat je met dat diploma wilt doen', meent Geert Claassens, professor Middelnederlandse Letterkunde. 'Wie een loopbaan in de diplomatie ambieert, is uiteraard gediend bij een bredere talenkennis, maar voor wie graag in de Lage Landen als journalist zou willen werken, is een diploma Nederlands van groot nut.' Bovendien waaieren de studenten na hun opleiding dan nog vaak uit naar een ruim scala van masters; alumni belanden zo in allerhande verschillende sectoren, van de culturele sector en media tot human resource-diensten
De Vlaamse jeugd kiest daarom beter vanuit haar passies voor een taal: 'Natuurlijk is het wel nuttig om te weten dat een opleiding Taal- en Letterkunde veel meer is dan boeken lezen, maar als je puur het functionele benadrukt, schrik je mogelijk gepassioneerde leerlingen af', meent Lieve De Wachter, hoogleraar Nederlandse taalbeheersing aan de KU Leuven. De Neerlandici in spe moeten de economische waarde van het Nederlands, die vandaag in de media wel erg beklemtoond wordt, volgens haar dan ook niet als belangrijkste drijfveer beschouwen. 'Opleidingen zoals Wiskunde zijn misschien ook niet 'nuttig' op zichzelf. Iets vergelijkbaars geldt voor een opleiding Taal- en Letterkunde met Nederlands als één van de talen'.
Leven in de brouwerij
Daarnaast blijft een academische opleiding Nederlands vandaag de dag nog steeds van fundamenteel belang: 'Taal is het belangrijkste sociale instrument waarover we beschikken en we doen er dus goed aan om die taal te blijven bestuderen en door te geven', meent professor Claassens, en een alternatief voor het Nederlands is daarbij nog veraf: 'Voor de meeste Vlamingen en Nederlanders biedt het Nederlands immers nog steeds de beste mogelijkheden om zichzelf uit te drukken. De kennis van het Engels is onder Belgen en Nederlanders immers nog lang niet zo algemeen verbreid, en zeker niet op het niveau van de Engelstalige native speaker.'
‘Internationaal gezien is het Nederlands eigenlijk geen kleine, maar middelgrote taal, dus ik zie daar niet meteen een probleem’
Lieve De Wachter, hoogleraar Nederlandse taalbeheersing
En ook in het buitenland lijkt het uitsterven van de homo neerlandicus nog veraf. 'Internationaal gezien is het Nederlands eigenlijk geen kleine, maar middelgrote taal, dus ik zie daar niet meteen een probleem', meent De Wachter. 'Ik merk ook dat het enthousiasme in een aantal landen, bijvoorbeeld in Centraal- en Oost-Europa, toeneemt.' Wat dat betreft lijkt het Nederlands ver van de afgrond, of zelfs alive and kicking.
Cijfers bevestigen alvast dat ons taaltje vlot van de tong rolt in het buitenland. Zo zijn er wereldwijd zowaar 159 universiteiten buiten het Nederlandstalig grondgebied die een opleiding Nederlands aanbieden. Die universiteiten zijn verdeeld over 40 landen, waarbij ook vreemde eendjes als Maleisië en Namibië voorkomen. Experten vermoeden dat het aantal studenten Nederlands buiten het taalgebied daarbij zelfs aan 15 000 komt. Voor die buitenlandse studenten Nederlands blijkt de economische sterkte van ons taalgebied vooral een belangrijk argument.
‘De studie kan aantrekkelijk gemaakt, of liever: gehouden worden, door onverminderd vast te houden aan de wetenschappelijke insteek’
Freek Van de Velde, professor Onderzoekstaalkunde KU Leuven
En hoewel de nationale interesse in de taal geleidelijk afneemt, opent een studie Nederlands veel (onverwachte) deuren in het buitenland. 'In Hongarije zijn er bijvoorbeeld veel bedrijven zijn die naar mensen zoeken die Nederlands kunnen', getuigt Ràhel Schmidt, die een bachelor Neerlandistiek aan de Károli Gáspáruniversiteit in Boedapest heeft gevolgd. ‘Er is een belangrijk assortiment van vakken die studenten kunnen motiveren om de studie Neerlandistiek te kiezen. Zo hebben we jaarlijks vele gasten zowel vanuit Nederland als België en interessante discussies met bekende mensen en schrijvers.’
De hamvraag
Alleen al om die reden zal het Nederlands bij ons nog wel even overleven. De internationale populariteit biedt een mooie toekomst, maar dat neemt niet weg dat het voorval uit Amsterdam een incentive kan zijn tot hervorming. Freek Van de Velde, professor Nederlandse taalkunde denkt aan een krachtiger inzetten op de methodologische component: 'De studie kan aantrekkelijk gemaakt, of liever: gehouden worden, door onverminderd vast te houden aan de wetenschappelijke insteek.'
Daarnaast kunnen kleine aanpassingen het Nederlands wat meer naar de 21ste eeuw brengen: 'Ik denk dat we onze opleiding niet moeten aanpassen aan de arbeidsmarkt. Ik ben wel grote voorstander van vakken "numerieke geletterdheid", dat wil zeggen onderzoeksdesign en statistiek.' Of die vakken snel een plaatsje zullen krijgen in het curriculum, valt nog af te wachten. Wat wel zeker is, is dat ze nog lang gesproken én bestudeerd zal worden, de blijde tale des vaderlands.
© Veto