artikel> Massale fraude met ingangsexamens legt problemen gendergelijkheid pijnlijk bloot

Genderdiscriminatie schering en inslag aan Japanse universiteiten

Een Japanse universiteit blijkt jarenlang met slaagcijfers geknoeid te hebben om het aandeel vrouwen te beperken. Een alleenstaand geval of de exponent van een dieperliggend probleem?

Gepubliceerd

Een hoogtechnologische supermacht, de derde economie ter wereld en een van de meest hoogstopgeleide samenlevingen ter wereld: Japan lijkt de toekomst vaak voor te zijn, maar onder die schijn van perfectie schuilt een diep patriarchale traditie. Wanneer in augustus blijkt dat een medische topuniversiteit jarenlang de cijfers van een ingangsexamen geneeskunde heeft gemanipuleerd om meer mannen in de opleiding te krijgen reageert de wereld terecht verbaasd. Toch is er in Japan nauwelijks een vuiltje aan de lucht: business as usual toch?

Van de 1019 vrouwen die vorig jaar aan de ingangsexamens geneeskunde van de Tokio Medical University deelnamen, kregen er slechts 30 te horen geslaagd te zijn. Veel te weinig, zo bleek achteraf, aangezien de universiteit de cijfers jarenlang bewust verlaagde om het percentage vrouwen onder de 30% te houden. De universiteit hoopte met deze praktijk naar eigen zeggen de maatschappij te dienen: Japan kent een groot tekort aan dokters, en veel vrouwen worden geacht hun gezin boven hun carrière te plaatsen. Gevolg is dat het merendeel van de vrouwelijke dokters na hun studies achter de kookpotten belandt.

Theorie versus praktijk

Hoe schrijnend de situatie ook is, de redenering van de universiteit is niet helemaal ongefundeerd. Japan is zowaar een van de betere leerlingen van de klas op vlak van gendergelijkheid in het hoger onderwijs doordat de helft van de vrouwen in het land hoogopgeleid is. Aan de andere kant is maar een op de vijf dokters in het land een vrouw; het laagste percentage van de 34 OESO-landen. Hoewel de praktijk nauwelijks probleemoplossend is, kan de bewuste universiteit bezwaarlijk de enige schuldige van het verhaal genoemd worden.

'Het is zeker een feit dat de gendergelijkheid nog veraf is, en dat het traditionele rollenpatroon nog meer gewicht heeft dan in de Westerse landen'

Willy Vande Walle, japanoloog KU Leuven

Dat merkt ook Willy Vande Walle, professor emeritus Japanologie aan de KU Leuven: ‘Wij hebben de spontane neiging om aan te nemen dat een hogere opleiding voor vrouwen automatisch leidt tot meer gendergelijkheid. Nu gaat dat in principe ook wel op voor Japan, maar toch stellen we vast dat er een grote kloof gaapt tussen die normaal te verwachten toenemende gelijkheid en de maatschappelijke praktijk. Het is zeker een feit dat de gendergelijkheid nog veraf is, en dat het traditionele rollenpatroon nog meer gewicht heeft dan in de Westerse landen’, aldus Vande Walle.

'Meiwaku'

Maar een ander element is de logica van de markt, die voor Japanners soms heiliger dan de Bijbel is. ‘Er is geen enkele Japanner die de dubbele standaard bij de quotering van de examens zal goedkeuren, maar de voorgewende rechtvaardiging voor deze verwerpelijke ingreep vindt wel veel instemming’, weet Vande Walle. ‘Zaken als zwangerschap vallen nu eenmaal niet in te plannen en zoiets ligt moeilijk in Japan. Als dat voorvalt spreken ze van ‘meiwaku’: de andere last berokkenen of met iets ongewensts of ongevraagds opzadelen.’ Die eis naar betrouwbaarheid en continuïteit is dus in se een economische overweging, maar bevestigt meteen ook het traditionele paternalistische rollenpatroon.

Die maatschappelijke verwachtingen raken overigens niet noodzakelijk enkel vrouwen, weet Vande Walle. Een recente wet die vaderschapsverlof promoot, blijkt om dezelfde reden veeleer een lege doos. ‘De wet biedt inderdaad de mogelijkheid tot vaderschapsverlof, maar men is weinig geneigd van die mogelijkheden gebruik te maken omdat zulks de positie in het bedrijf of de kansen op promotie kan hinderen. Beschikbaarheid is een zeer belangrijk punt in de professionele omgeving. Dat draagt bij tot een grote kloof tussen de wettelijke fictie, die gendergelijkheid waarborgt, en de maatschappelijke praktijk.’

‘Er is geen enkele Japanner die de dubbele standaard bij de quotering van de examens zal goedkeuren, maar de voorgewende rechtvaardiging voor deze verwerpelijke ingreep vindt wel veel instemming’

Willy Vande Walle, japanoloog KU Leuven

Het hoeft in die zin ook niet te verbazen dat het Japanse ministerie van Onderwijs intussen ook bij andere instellingen bewijs vond van genderdiscriminerende praktijken. Het rapport houdt de namen van de betrokken universiteiten voorlopig nog verborgen om hen een recht van verdediging te bieden, maar belooft sancties indien hun redenering niet volstaat. Voor de Tokio Medical University mocht dat alvast niet baten: de universiteit verloor vorige week haar accreditatie, ondanks beloftes om de geweigerde kandidaten alsnog toe te laten.

Womenomics

De acties van de overheid doen vermoeden dat het glazen plafond toch barsten vertoont in het land van de rijzende zon. Dat is ook noodzakelijk: Japan kampt met een dalend bevolkingscijfer en vrouwen zullen dringend aan het werk moeten om de open vacatures in te vullen. Een tweede oplossing, een actief migratiebeleid, ligt mogelijks nog moeilijker in het conservatieve en etnisch homogene Japan.

Om die reden lanceerde de Japanse regering van eerste minister Shinzo Abe alvast een nieuw beleid van ‘Womenomics’. Cijfers van de Wereldbank schatten dat een volledige gendergelijkheid het Japanse bnp immers met zo’n 550 miljard dollar kan doen toenemen. Een mooie som, maar men ziet in het discours opnieuw dezelfde ietwat vreemde logica: economische motieven boven ideologische pleidooien voor gendergelijkheid. Ook Vande Walle twijfelt aan die oprechtheid: ‘Premier Abe heeft met dat beleid uitgepakt als een soort ‘selling point’ van zijn regering, maar de ‘man in de straat’ zegt daar niet veel van gemerkt te hebben. Er wordt dan met graagte en op ironische wijze gerefereerd naar de samenstelling van zijn kabinet, dat welgeteld één vrouw telt.’

Japan kampt met een dalend bevolkingscijfer en vrouwen zullen dringend aan het werk moeten om de open vacatures in te vullen

En in België?

Wie echter denkt dat ons land het leidende voorbeeld is zit grondig mis: ook in België blijft het immers nog overwegend ‘meneer doktoor’. Van de 36 OESO-landen hebben er zo maar zes een lager percentage vrouwelijke dokters. Van fraude is hier geen sprake, maar ook onze maatschappij lijkt nog niet zo gewend aan het idee van een vrouwelijke arts.

‘Historisch gezien was geneeskunde in België inderdaad veeleer een mannenberoep’, weet professor Monique Beullens, vicedecaan studentenaangelegenheden bij de faculteit geneeskunde. ‘Dat weerspiegelt zich nog in het beroepenveld maar de cijfers bevestigen naar ons aanvoelen wel een maatschappelijke evolutie naar een ommezwaai. Voor het huidig academiejaar 2018-2019 hebben we zo 59% vrouwen in de opleiding geneeskunde en als we naar de instroom van de voorbije tien jaar kijken levert dit ook een 58% vrouwen die nieuw instromen in de opleiding geneeskunde.’

Powered by Labrador CMS