artikel> Franse academici genieten steeds minder allure (en financiële middelen)
Frans academisch onderzoek krijgt rake klappen
The Queen's English klinkt steeds luider in het wetenschappelijk onderzoek. Onze zuiderburen daarentegen moeten een toontje lager zingen op de ladder van wetenschappelijke productiviteit.
Onlangs publiceerde Le Monde een pijnlijke stand van zaken van het Franse academisch onderzoek. In de laatste decennia daalde de invloed van Franse wetenschap op het wereldtoneel gestaag. Een zesde plaats op wereldschaal werd ingeruild voor een laatste plekje binnen de top tien als het gaat over productiecapaciteit. De bibliotheken zijn niet langer gevuld met uitmuntende Franse auteurs.
La France est foutue
De Franse kazen mogen dan wel topkwaliteit zijn, het academisch onderzoek heeft niet langer diezelfde prestigieuze nasmaak. Naar kwaliteit toe halen ze zelfs niet langer een plek binnen de top tien. Landen als België, Zwitserland en Denemarken steken sprongsgewijs voor.
Maar waar komt die achterstand vandaan? Het antwoord lijkt steeds terug te komen op een opmerkelijke onderfinanciering. Sinds 2000 heeft de Europese Unie het doel voor ogen dat elk land 3% van haar BBP spendeert aan academisch en privaat onderzoek. In Frankrijk blijkt slechts een luttele 2,2% naar onderzoek te gaan.
Onderzoeksapparatuur blijkt verouderd en onderzoekers worden te weinig gefinancierd
Concreet: Frankrijk dreigt te veranderen in een kleine speler tussen giganten met veel meer financiële middelen. In dezelfde klassementen blijven spelen, valt niet vol te houden. Onderzoeksapparatuur blijkt verouderd en onderzoekers worden te weinig gefinancierd. Zo citeerde Le Monde de Thé die zei dat kandidaten uit het buitenland die meedongen naar de grote prijs van de Bettencourt Schueller Foundation 'drie keer meer middelen hadden voor hun onderzoeksprojecten dan degenen die in Frankrijk werken!'
Niet alleen de middelen zijn ondermaats, de lonen evenzeer. Die liggen tot wel 60 procent lager. Korte termijncontracten zetten eveneens de toon. Dat steekt stokken in de wielen voor loonzekerheid en motivatie van de werknemers.
Concurrentie
Terwijl het Angelsaksische model zich verstevigt, brokkelt het Franse systeem verder af van binnenuit. Bovenop de grotere middelen bij de Britse wereld komt het slimme systeem waar een persoon de leiding neemt. In tegenstelling daarvan stoelt het Franse systeem op aparte dialogen met derde partijen. Het gevolg: financiële beslommeringen, geen vaste contracten en betalingen. Ondertussen neemt het Angelsaksische model een gretige voorsprong.
Ook België lijkt het beter te doen. Numeriek mogen we dan achter blijven, wanneer het op kwaliteit aankomt parafraseren onderzoekers ons meer en er wordt meer aan ons gerefereerd. De Vlaamse regering promoot dan ook actief die kwalitatieve groei. In 2019 wees de Vlaamse regering 3,35% van haar BBP toe aan onderzoek. Het verschil van 1% mag klein lijken met Frankrijk, maar wanneer we over BBP spreken gaat het om grote sommen geld.
Waar zet Vlaanderen dan op in? Kwaliteit en samenwerking. De Vlaamse regering beseft misschien wel beter dan de Franse regering dat kwalitatief onderzoek bereikt moet worden door samenwerking op een hoger niveau. Zo zet ze in op 'de Vlaamse deelname aan grootschalige internationale onderzoeksinfrastructuren'.
Toekomst?
Is er dan nog hoop voor de Franse academicus? Frans minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Frédérique Vidal kondigde aan dat er tegen 2030 vijf miljard euro wordt vrijgemaakt om onderzoek te promoten. Een acuut geldprobleem stelt ze, en dat vergt een 'ongeëvenaarde inspanning, dat voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog.'
De miljardenbonus lijkt wat grootheidswaanzin
Toch lijkt de miljardenbonus wat grootheidswaanzin. De inflatie meegeteld blijft er namelijk van die inspanning slechts een ‘luttel’ bedrag over. Dan stranden ze binnenkort op één miljard, in plaats van de veelbelovende vijf miljard. Of dat genoeg is om het Frans academisch onderzoek boven water te houden en de kloof te dichten, is koffiedik kijken.