artikel> Nieuw traject lijkt gestaag van de grond te komen
Flexibel traject dat vluchtelingendiploma's erkent heeft amper inschrijvingen
Een aanzienlijk deel van de vluchtelingen die de afgelopen jaren in Vlaanderen terechtkwamen, is hoogopgeleid. Velen van hen blijken terecht te komen in een job waarvoor ze overgekwalificeerd zijn.
Zo meldt De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties dat 26 procent van de Syrische bevolking voor 2011 aan een opleiding bezig was in het hoger onderwijs. Vooralsnog zijn er echter geen eenduidige cijfers over het aantal erkende vluchtelingen met een diploma. Het Vlaamse Agentschap voor Integratie en Inburgering meldt in januari 2016 dat 37 procent van de vluchtelingen in Vlaanderen een diploma secundair of hoger onderwijs bezit. De Duitse overheidsdienst voor migratie en vluchtelingen rapporteert op hun beurt dat 18 procent van de vluchtelingen een universitaire opleiding genoten heeft.
Feit is dat heel wat vluchtelingen hoger onderwijs hebben gevolgd, maar daar eenmaal in Vlaanderen vaak niet de vruchten van kunnen plukken. Indien ze over voldoende documentatie beschikken, kunnen ze de erkenning van hun diploma aanvragen bij NARIC, de bevoegde dienst die buitenlandse diploma’s goedkeurt.
Overgekwalificeerd
Alona Lyubayeva, voormalig diversiteitsmedewerker bij de Vlaamse Overheid, bevestigt dat er vaak onrealistisch veel documenten gevraagd worden: 'Het is knettergek wat ze daar vragen. Het moeilijkste document voor buitenlanders om te krijgen, zijn omschrijvingen van vakken, omdat dat in zeer veel landen gewoon niet bestaat of niet bestond op het moment van het diploma. NARIC is daar zeer strikt in.'
'Het is knettergek welke documenten allemaal gevraagd worden'
Alona Lyubayeva, voormalig diversiteitsmedewerker bij de Vlaamse Overheid
De bezorgdheid is dan ook dat veel vluchtelingen niet over alle vereiste documenten beschikken omdat ze in precaire omstandigheden hun thuisland moesten verlaten; op die manier zou niet al het intellectuele kapitaal benut worden. De meeste vluchtelingen werken, wellicht mede door deze problematiek, in jobs waarvoor ze overgekwalificeerd zijn.
Om dat te vermijden, bundelden verschillende Vlaamse universiteiten en NARIC hun krachten. De betrokken partijen stelden een flexibele procedure in voor precies die vluchtelingen die niet alle nodige documenten kunnen voorleggen. Personen die daarvoor in aanmerking komen, kunnen na een intakegesprek starten aan een programma dat een semester duurt.
Zo kunnen ze bewijzen dat ze aan de kwalificaties van het bijbehorende diploma voldoen. NARIC beslist na afloop van dat semester over de gelijkwaardigheid van de diploma’s. In een rapport van De Raad van Europa werd deze Vlaamse aanpak afgelopen maand nog geroemd.
Bijna geen inschrijvingen
Het proefproject ging begin dit academiejaar van start. In het eerste semester konden vluchtelingen de procedure volgen in drie studiegebieden: exacte wetenschappen, ingenieurswetenschappen en economie. Begin februari zou een eerste evaluatie van het project plaatsvinden om te kijken of het programma kan worden uitgebreid.
'Op dit moment is er aan de KU Leuven niemand ingeschreven in het traject'
Jan Raeymaekers, directeur van onderwijsprocessen en studentenadministratie aan de KU Leuven
Navraag bij Jan Raeymaekers, directeur van onderwijsprocessen en studentenadministratie aan de KU Leuven, leert dat het eerste semester geen onverdeeld succes was. De verhoopte studentenaantallen blijven vooralsnog uit: 'Op dit moment zitten er aan de KU Leuven geen studenten. Er is wel een iemand voor wie we een intakegesprek hebben gedaan op onze campus in Brussel, maar die is uiteindelijk niet mogen doorgaan naar het traject.'
Ook aan de andere Vlaamse universiteiten zijn er amper inschrijvingen voor het project: 'Er zijn gewoon te weinig studenten voor een evaluatie op dit moment. Ik weet dat er aan een aantal andere instellingen een of twee zijn maar aan de KU Leuven dus niet', aldus Raeymaekers.
Het doet de vraag rijzen naar de oorzaken voor die lage aantrekkingskracht. Raeymaekers ziet verschillende verklaringen. Hij stelt vast dat de doelgroep misschien niet zo groot is als eerst gedacht: ‘Wij merken dat er enerzijds nogal veel mensen zijn die eigenlijk bewijsstukken bij hebben en die dus de normale erkenningsprocedure kunnen volgen.’
‘Aan de andere kant, dat is juridisch zo, vereist NARIC dat er ten minste een kopie van het diploma is. Dus als je helemaal niks bij hebt, kan je er niet eens aan beginnen.’ Aangezien de cijfers ontbreken, blijft het natuurlijk gissen naar verklaringen.
'Het is te vroeg om het project nu al af te schrijven'
Jan Raeymaekers, directeur van onderwijsprocessen en studentenadministratie aan de KU Leuven
Toch is het volgens Raeymaekers te vroeg om het project af te doen als een mislukking. ‘De studenten hebben we op dit moment niet. Aan de andere kant hebben we samen met andere universiteiten wel dat programma uitgewerkt en toenadering tot NARIC gezocht over de problematiek. We hadden het ons anders voorgesteld, maar dat wil niet zeggen dat je dit programma na een jaar meteen moet afschrijven.’