analyse> Universiteiten in Finland zetten richtlijnen uiteen voor de samenwerking met China
Finland op z'n hoede voor het rode gevaar
Vorig jaar bleek al dat de KU Leuven inzette op een soort 'China Policy'. Broodnodig, want ook in België grasduint China naar militaire en industriële kennis. Landen zoals Finland volgen het beleid.
Terwijl Europa nog naarstig bezig is met richtlijnen opstellen over de samenwerking, schotelen Finse technische universiteiten ze al voor in december op een bedje van extra controle. Daar echoot de Chinese taal door de gangen van de universiteiten; een verhoogd risico volgens de Finse Dienst Staatsveiligheid. Maar schuilt er dan altijd gevaar (voor een misbruik aan gewonnen informatie)?
Is mijn buur in de aula een spion?
Is mijn buur, een uitwisselingsstudent van een Chinese universiteit, dan een militair spion? Risico op spionage, politieke inmenging en intellectuele diefstal. Het Rode Gevaar loert om de hoek.
Toch hoeven we ons volgens Aishi Zidan, communicatiespecialist van de Finse Staatsveiligheid, geen grote zorgen te maken. 'Samenwerking is altijd nodig, maar we moeten ons bewust zijn van China’s manier van denken. Die verschilt van de onze.'
Dat ze in Europa aanwezig zijn om de Finse technologie op drones te bestuderen en over te nemen voor militaire doeleinden is mogelijk, maar het mag niet de eerste denkpiste zijn. Zo denkt ook Nicolas Standaert, hoofd van de onderzoeksgroep Sinologie aan de KU Leuven: 'Onderzoeksprojecten van inkomende onderzoekers of studenten moeten altijd passeren aan de ethische commissie, zonder de visering van instromers van Chinese universiteiten. Je wil nooit dat onderzoek en informatie verkeerdelijk wordt ingezet, dat geldt evengoed voor Israël of in het verleden Iran en Irak.'
'We kiezen voor een aanpak waar we alle samenwerkingen toetsen aan een waardenkader'
Peter Lievens, vicerector Internationaal Beleid
Peter Lievens, vicerector Internationaal Beleid, deelt die mening: 'De KU Leuven heeft een heel open policy wat betreft de toelating van internationale studenten. Wanneer er aanwijzingen zijn van mogelijk dubbelgebruik of een beladen verleden van de kandidaat-student, zijn we zeker behoedzaam. We kiezen voor een aanpak waar we alle samenwerkingen toetsen aan een waardenkader.'
Dat de Grote Mogendheid nog het primair doelwit vormt, heeft te maken met de hoeveelheid Chinese studenten op Europese bodem. 'Ik stel 2 Jemenitische onderzoekers, tegenover 1400 Chinese. Die laatste groep valt op door haar grootte, die soms dreigend overkomt, maar de norm van waakzaamheid moet altijd gelden voor alle landen, losstaand van aantal instromers,' stelt Standaert.
Heksenjacht
Als we kijken naar het huidige beeld van China dat verweven raakte in een corrupte geldcaroussel aan Afrikaanse mijndeals, verklaart dat (deels) de disproportionele aandacht en angst in het (Finse) universiteitsbeleid volgens Standaert. 'Ook de Duitse regering stapt van een pragmatische Merkelmethode richting een grotere voorzichtigheid,' staaft hij.
'Wanneer Amerika honderd jaar geleden opkwam, stond Europa ook niet altijd te springen om samen te werken'
Nicolas Standaert, hoofd van de onderzoeksgroep Sinologie aan de KU Leuven
Vandaag wordt China ervaren als een dreigende boze wolf, maar het land heeft veel potentieel. 'Het kan evengoed zijn dat China over enkele jaren een meer democratische wandel opgaat.' Om nu anti-China alles verdacht te maken, is een brug te ver. 'We moeten ons niet laten leiden door angst en we mogen de Chinezen zeker niet gaan stigmatiseren,' meent Standaert.
Wat als?
Het academische belang van China zit in de lift. Het aantal wetenschappelijke onderzoeken op naam van Chinese onderzoekers en de bijbehorende citaten vliegen verder de pan uit. In aantallen zijn ze niet weg te denken, toch bleek de onderwijsreputatie een kanttekening te maken in hun oprukkende kracht der citaten.
Samenwerking moet blijven worden gehandhaafd. De KU Leuven schaart zich daar ook achter, want de toekomst van een universiteit blijft transnationaal. 'Wanneer Amerika honderd jaar geleden opkwam, stond Europa ook niet altijd te springen om samen te werken. Je moet je inbeelden welke beperkingen dat zou hebben gehad als we niet gingen uitwisselen.' De vergelijking is treffend voor de opkomende speler in de eerste klasse, China.