profiel> Interviewreeks: Denkers voor onze tijd

Filosoof Charles Taylor: 'De democratie is in verschrikkelijke staat en groot gevaar'

In Denkers voor onze tijd spreken we met grote geesten over actuele uitdagingen. Deze editie: filosoof Charles Taylor. 'Als ik geloofde dat de resultaten vals waren, had ik ook het Capitool bestormd.'

Lees het volledige interview hier.

De Canadese filosoof Charles Taylor (1931) werd bekend met werken als Sources of the Self en A Secular Age. Als – misschien een van de laatste – synthetische denkers die in een waaier van domeinen zijn opgeleid en publiceren, analyseerde hij grote concepten als de seculiere tijd, ons zelfverstaan, democratie en moderniteit.

Negenentachtig jaar is hij, maar niet gedemotiveerd door corona, vertelt hij via Zoom: 'Reizen en lezingen zijn onmogelijk, maar op een paradoxale manier heb ik meer contact dan voorheen. Mijn dochter bijvoorbeeld, die in Nova Scotia woont, zie ik nu elke week online. En ik geef lezingen in India, die je vroeger maanden op voorhand gepland moest hebben.'

De crisis van de democratie

Taylors laatste werk, Reconstructing Democracy, schreef hij op de drempel van de coronacrisis. Want onze democratieën hebben nood aan een nieuw leven: 'De democratie is in verschrikkelijke staat en groot gevaar.' Taylor noemt Vlaams Belang in België, Le Pen in Frankrijk, Trump in de Verenigde Staten. 'Die uitsluitende, xenofobe bewegingen creëren niet alleen diepe verdeeldheid en discriminatie, in strijd met de geest van de democratie, maar trachten ook het systeem te manipuleren zodat ze niet meer verslagen kunnen worden.'

'Zonder een bepaald gevoel van trots en identificatie werkt een democratische samenleving niet'

Volgens Taylor gebeurt de erosie van de democratie in drie fasen. Eerst is er de illiberale democratie, zoals in Polen, die inhoudt 'dat je verschillende soorten discriminatie kan uitoefenen'. Vervolgens hebben we de onomkeerbare democratie, zoals in Hongarije, waar een regeringswissel 'ongelooflijk onwaarschijnlijk' is. Ten slotte kan men terechtkomen in een dictatuur. Taylor ziet een Europese staat niet snel in die laatste fase wegglijden, maar 'dat neemt niet weg dat het al erg genoeg is om in de illiberale fase te verkeren'.

Taylor is een van die zeldzame academici die alles over alles lijken te weten en wier analyses tot herhaaldelijk ja-geknik aanzetten. Over het idee van historicus David Van Reybrouck om voor het wetgevende orgaan willekeurig burgers te selecteren, burgerjury's, is Taylor duidelijk: 'Als verduidelijking is het erg goed, maar het ouderwetse idee dat de meerderheid wint bij een stemming, is de enige manier die verenigbaar is met democratie.'

Over het basisinkomen, zoals voorgesteld door Philippe Van Parijs, twijfelt hij: 'Ik ben er nog steeds niet helemaal uit of het een goed idee is of niet.' Arbeidsvraagstukken zijn de laatste jaren wel centraler komen te staan in zijn denken. In zijn laatste boek brengt hij argumenten aan voor een vervaging van de grens tussen werknemer en vrijwilliger: 'We moeten een manier vinden om vrijwilligerswerk te vergemakkelijken.'

Als we hem vragen naar de invasie van het Capitool, zucht de Canadees, maar hij weet precies waarom het is gebeurd: 'Als ik geloofde dat iemand het presidentschap had gewonnen door fraude, zou ik zelf zijn binnengevallen. Iedereen met een gevoel voor patriottisme zou dat doen. Ik denk dat we allemaal zaten te wachten totdat er iets vreselijks zou gebeuren.'

Om zoiets te vermijden, moeten we patriottisme daarom niet verwerpen, meer nog: een gezonde vorm is noodzakelijk: 'Zonder een bepaald gevoel van trots en identificatie werkt een democratische samenleving niet.'

'Ik denk dat de huidige scheiding in de academische wereld tussen afdelingen en de noodzaak om jezelf te bewijzen door te publiceren, heel slecht zijn voor het gebied'

Taylor moet lachen wanneer we hem vragen wat hij Biden zou adviseren moest hij als filosoof in de administratie opgenomen worden. 'Ik zou nooit bevestigd worden door de Senaat', grapt hij. Het is niet verwonderlijk dat de nieuwe administratie een opluchting is voor de filosoof. 'Ik zeg niet dat ik met alles akkoord ga, maar hij ziet de prioriteiten.'

Verarming van de academische wereld

Taylor is actief in de academische wereld sinds de jaren '50. Hij studeerde in Montreal en Oxford en ging in Oxford doctoreren bij gevierd filosoof Isaiah Berlin. 'Hij was iemand met ongelooflijk internationale ervaring. Hij introduceerde verschillende denkers uit de Europese traditie, zoals Vico, Hamann, Herder en Herzen, de grote Russische banneling.'

Taylor zag de academische traditie veranderen tijdens zijn leven. 'Toen ik jong was, werd het vanzelfsprekend geacht dat je Duits leerde vanwege Kant en Hegel, en Frans. Als overal ter wereld iedereen in het Engels begint te opereren, zou dat een enorme verarming van de canon zijn.' Hij betreurt de eenzijdige trek naar een Angelsaksisch model: 'Ik was erg onder de indruk van iets in het Duitse systeem, waarvan ik denk dat het verloren gaat. Ik bezocht Habermas in Frankfurt in de jaren 80 en mensen leerden daar niet enkel de filosofische canon, maar ook die van de sociale wetenschappen.'

Door de publicatiedruk die steeds gespecialiseerder wordt, dreigen het generalisme en interdisciplinariteit die nodig zijn voor een omvattende kijk op ons mens-zijn verloren te gaan: 'Om aangesteld te worden en promotie te krijgen, moet je veel dingen publiceren, maar als je publiceert in wat wordt gezien als een ander vakgebied, dan doe je gewoon geen filosofie. Ik denk dat de huidige scheiding tussen afdelingen en de noodzaak om jezelf te bewijzen door te publiceren, wat ertoe leidt dat mensen meer onderzoek doen naar steeds kleinere kwesties, erg slecht zijn voor een vakgebied.'

'Islamofobie is een hedendaags voorbeeld van het zondebokmechanisme'

Hoewel hij een rijk oeuvre achter de rug heeft, bekroond met de prestigieuze Berggruen prijs van 1 miljoen dollar, is Taylor nog niet uitgeschreven: 'Ik voel me zeker niet meer geweldig jong. Maar ik heb nog een paar boeken die ik echt zou willen schrijven. En ik hoop dat ik genoeg jaren heb om dat te doen.'

Zondebokken van onze tijd

In werken als The Malaise of Modernity dacht Taylor na over de moderniteit. 'Er is een evolutie in de menselijke geschiedenis, die we onderschatten, van een universalistische manier van denken, die uitmondt bij de Verklaring van de Rechten van de Mens. Maar tegelijkertijd met het hoger worden van de idealen worden de overtredingen zwaarder, en ontstaan regimes van een gruwel die voorheen ondenkbaar was.'

Sommige delen van de menselijke kwetsbaarheid die dat aantoont, zijn geanalyseerd. Taylor verwijst naar René Girards zondebokmechanisme: 'De kracht van het zondebokmechanisme in het menselijk leven is verbijsterend. Robespierre stemde mee om de doodstraf af te schaffen, en twee jaar later sleepte hij mensen naar de guillotine. Het is een mechanisme dat compleet verblindt: mensen die de vervuilende elementen willen verwijderen, snappen niet dat hun handelen hun eigen orde ondermijnt.'

Islamofobie in de westerse wereld is een ander voorbeeld: 'Ze vervuilen onze maatschappij en moeten worden onderdrukt. De moderniteit is op veel manieren een enigma dat we nog moeten ontcijferen.'

'De vraag naar het zijn wordt opzij geschoven: iets meer controle en dan zouden alle vragen niet meer gesteld hoeven te worden'

Verwijzend naar Erich Fromms To Have or To Be, stellen we Taylor de vraag of de moderniteit ook een trek is geweest van een focus op 'zijn' naar een focus op 'hebben'. Taylor beklemtoont eerder de nadruk op controle: 'Ik denk dat we meer bezig zijn met controle over de wereld, en bezit is daar een dimensie van. Dat komt inderdaad sterk in de plaats van 'zijn', in de betekenis van waarover het leven gaat. Die vraag wordt opzij geschoven: nog iets meer controle en dan hoeven al die vragen niet meer gesteld te worden.'

Voorbij een seculiere tijd

Door die trek hebben sommigen onze tijd post-metafysisch genoemd. Maar volgens Taylor blijft metafysica mogelijk: 'Die moet de intuïties van mensen in rekening nemen, en de manieren waarop ze gerealiseerd worden.'

Daarover praten betekent dat je concepten gebruikt van hermeneutische vorm, de interpretatie van wat die gevoelens en aspiraties zijn, en die is altijd gevoelig voor kritiek en verandering. 'Je kunt nooit voorbij die onzekerheid. Als je dat ziet als voorbijgaan aan de rationaliteit zelf, wat voor veel van mijn analytische collega's het geval is, vergeet metafysica dan.'

Metafysische vragen zullen volgens hem nooit verdwijnen, hoe graag atheïsten als Dennett of Dawkins dat zouden willen: 'Ze zijn verward, zelfs wat verontwaardigd, en schudden ons door elkaar: zien jullie niet dat je achteruit bent aan het gaan!'

We komen in een tijd van wat Taylor noemt 'oecumenische vriendschap', waarbij we niet louter vredevol met elkaar omgaan maar onze spiritualiteiten met elkaar in verband brengen en van elkaar leren. 'Vroeger was het ene geloof kiezen het andere veroordelen en verwerpen. Maar ik denk dat ons christelijk of boeddhistisch geloof ons net oproept om die band te hebben.' Want vragen naar de zin en de richting van het 'zijn' zullen er altijd zijn: 'Er zijn religieuze en niet-religieuze antwoorden, en die evolueren, maar geen enkel ervan zal uit het zicht verdwijnen.'

Lees het volledige interview op veto.be.

Powered by Labrador CMS