interview> Interview Marianne Thyssen
'Europa heeft niet enkel academisch opgeleide mensen nodig, maar ook goede technici'
Over een klein jaar breit Marianne Thyssen een eind aan haar 29-jarige politieke carrière, maar voorlopig werkt de Commissaris van Werk en Sociale Zaken nog met volle overgave aan een beter Europa.
Als er in de geschiedenis ooit een vrouw was die een reële kans maakte het Belgisch premierschap te kunnen opeisen, dan was het wel Marianne Thyssen. Als voorzitter van de CD&V, de stampartij van Vlaanderen, lag de weg naar de Wetstraat open. Dat was echter buiten de kiezer gerekend: met slechts 17,6% van de stemmen bleken de christendemocraten niet te kunnen opboksen tegen Bart De Wever en de zijnen. Thyssen keerde terug naar haar Heimat, het Europese Parlement, en werd in 2014 zelfs de Belgische kandidaat voor een post binnen het Commissariaat. Vier jaar later kan ze terugkijken op een succesvolle periode als Europees Commissaris voor Werk en Sociale Zaken. Redenen genoeg dus voor een kort interview.
De Europese Unie kon over de jaren heen heel wat mooie economische resultaten boeken, maar veel mensen zien haar interne markt evenzeer als een bedreiging voor de welvaartsstaat en vrezen daarom voor hun job en sociale bescherming. Heeft de Unie zich niet te lang blindgestaard op de cijfers en is ze daarmee de kleine man uit het oog verloren?
'De Europese Unie is van bij de start ook een sociaal project geweest! We vieren dit jaar de 60ste verjaardag van het vrij verkeer van personen dat samen gaat met Europese wetgeving over de coördinatie van sociale zekerheid. Interne markt en sociale bescherming gingen steeds samen. Europa verdeelt de welvaart ook beter dan elders in de wereld en is pionier op vlak van gelijke kansen voor vrouwen en mannen. We hebben daarnaast de hoogste veiligheids- en gezondheidsnormen op de werkvloer ter wereld dankzij Europese wetgeving.'
'De globalisering en de digitalisering veranderen onze economie in sneltempo en hebben een impact op de arbeidsmarkt. We zijn niet van plan om deze veranderingen zo maar te ondergaan, we willen ze mee vorm geven'
Marianne Thyssen, Europees Commissaris voor Werk en Sociale Zaken
'Tijdens de financiële en economische crisis, die ook een schuldencrisis was, moesten vele lidstaten serieus bezuinigen; maar gelukkig is nu die bladzijde omgeslagen. Met de Juncker Commissie hebben we dan ook beslist om vanaf dag één vooruit te kijken. Dat door actief na te denken over hoe we ervoor kunnen zorgen dat we ook op sociaal vlak opwaartse convergentie tussen de lidstaten kunnen creëren en hoe we nieuwe uitdagingen aanpakken. De globalisering en de digitalisering veranderen onze economie in sneltempo en hebben een impact op de arbeidsmarkt. We zijn niet van plan om deze veranderingen zo maar te ondergaan, we willen ze mee vorm geven. Ook op sociaal vlak.'
'Daarom hebben we in 2017 we de Europese Pijler van Sociale Rechten goedgekeurd op de eerste sociale top in twintig jaar, een mijlpaal in de sociale geschiedenis van Europa. De Pijler omvat twintig principes en waarden georganiseerd rond drie assen. Eerst en vooral gelijke kansen op het vlak van vorming, onderwijs en levenslang leren en toegang tot de arbeidsmarkt; ten tweede billijke arbeidsvoorwaarden en ten derde toegang tot sociale bescherming en diensten. Alle lidstaten hebben zich geëngageerd en iedereen moet nu aan de slag op zijn bevoegdheidsterrein.
De Pijler is onze leidraad voor de toekomst. En het blijft niet bij woorden. Concreet lanceerde ik wetsvoorstellen om de meest kwetsbare werknemers, ook die van de platform economie (economie die wordt gefaciliteerd door een digitaal platform, red.), beter te beschermen. Zowel wat hun werkomstandigheden als hun toegang tot de sociale zekerheid betreft. Ook kwamen er voorstellen voor een betere work-life balance, zodat mensen hun privé en werkleven beter kunnen combineren. Deze voorstellen zijn nu in bespreking met het Europees Parlement en de Raad en binnenkort hoop ik dat ze afgewerkt is. Dan is er tot slot ook het Europees Semester, de jaarlijkse cyclus van economische en sociale beleidscoördinatie, dat we socialer dan ooit hebben gemaakt.'
Europa kent op dit ogenblik wel teveel werkloze jongeren, wat is er nodig om een ‘verloren generatie’ te vermijden?
'Toen ik in 2014 Commissaris werd, lag de economische en financiële crisis nog maar pas achter ons. De jeugdwerkloosheid was toen alarmerend hoog. De Europese Commissie heeft alles op alles gezet om de Europese lidstaten te helpen om deze uitdaging aan te pakken. We hebben de jongerengarantie gelanceerd en ingezet op jobcreatie. Onder die jongerengarantie hebben alle Europese landen zich geëngageerd om jongeren onder de 25 jaar een goed aanbod voor werk, opleiding of stage te geven binnen de 4 maanden nadat ze werkloos worden of afstuderen. Sinds de start in 2014 hebben jaarlijks zo’n 3,5 miljoen deelnemende jongeren een aanbod aangenomen. Bovendien zijn de economische omstandigheden verbeterd en hebben we een Europees investeringsfonds in het leven geroepen om de economie aan te zwengelen. Dankzij dat alles zijn er 12 miljoen jobs bij en zijn de jeugdwerkloosheidscijfers de laagste sinds 2000.'
Marianne Thyssen, Europees Commissaris voor Werk en Sociale Zaken
'Er zijn echter nog grote onderlinge verschillen tussen de lidstaten en de regio's. Kijk naar Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Voor de periode na 2020 stelt de Commissie voor dat landen met een hoge jeugdwerkloosheid minstens 10% van hun middelen uit het Europees Sociaal Fonds Plus moeten investeren in steun aan werkgelegenheid voor jongeren. Dit voorstel wordt nu besproken door de lidstaten en het Europees Parlement in de context van de Europese begroting na 2020.'
'Naast al deze maatregelen is het ook belangrijk dat jongeren afstuderen met de juiste competenties voor de arbeidsmarkt. Daarom heb ik de Europese Skills Agenda gelanceerd. Één van de 10 prioriteiten is de opwaardering van technische- en beroepsopleidingen. Want dit wordt nog te vaak als een plan B gezien, een tweede optie als de eerste tegenvalt. Europa heeft echter niet enkel academisch opgeleide mensen nodig, maar ook goede technici. De Europese Unie kan natuurlijk niet op haar eentje instaan voor de jobkansen van jongeren. We rekenen ook op het blijvende engagement van onze partners: de lidstaten, de regio's, de sociale partners, de onderwijswereld en uiteraard ook het bedrijfsleven.'
(lees verder onder de foto)
U stond tijdens uw jaren als Commissaris bekend als een bruggenbouwer tussen oost en west, een kwaliteit waar veel Europese beleidsmakers u om zouden benijden. Toch kan men zich, met de strafprocedures tegen Polen en Hongarije in het achterhoofd, wel afvragen of deze landen thuishoren op het Europese schip?
'Ik sta pal voor de rechtstaat. Als Europese lidstaten de Europese waarden aan hun laars lappen, dan moeten we ingrijpen. De Europese Commissie, als behoeder van de Europese verdragen, heeft dan ook terecht inbreukprocedures ingesteld. In Hongarije bijvoorbeeld heeft die aanpak in het verleden al tot positieve resultaten geleid. Ik hoop dat dat ook nu het geval zal zijn. We zetten alle instrumenten in die we hebben om onze fundamentele waarden te handhaven. Dialoog, inbreukprocedures en ook de zogenaamde artikel 7-procedure tegen Polen dat zeer hardleers blijft.'
De affaire rond de voordracht van Steven Vanackere bij de nationale bank toonde nogmaals aan dat de Belgische politiek nog steeds een mannenbastion is. Was het in uw carrière moeilijk om daar als vrouw tegen op te boksen?
'Ik ben blij dat de benoeming van Steven Vanackere ondertussen een feit is. Hij heeft alle kwaliteiten die verwacht worden van een directeur bij de Nationale Bank en is als beste uit de selectie procedure gekomen. Maar mag ik er ook op wijzen dat mijn partij CD&V de enige is die in het verleden reeds een vrouw heeft voorgedragen voor topfuncties bij de Nationale Bank. Gelukkig heb ik veel zien veranderen in mijn politieke carrière en zelf ben ik nooit gestopt met mee aan die kar te duwen. Verschillende keren ben ik de eerste of de enige vrouw in mijn functies geweest. Toen ik als pas afgestudeerde ging werken bij Unizo, was ik de eerste vrouwelijke universitair. In 2008 was ik de eerste vrouwelijke voorzitter van de partij. Nu ben ik de eerste Belgische vrouwelijke Europese Commissaris in 60 jaar. Het is ook een goede zaak dat we met deze Commissie een doel hebben gesteld dat tegen het eind van ons mandaat minstens 40% van de topfuncties door vrouwen wordt ingevuld. We hebben hier overigens fantastische vrouwelijke ambtenaren op alle niveaus.'
'Toen ik als pas afgestudeerde ging werken bij Unizo, was ik de eerste vrouwelijke universitair'
Marianne Thyssen, Europees Commissaris voor Werk en Sociale Zaken
Uw partij koos in 2014 het premierschap neer te leggen zodat u Commissaris kon worden in Europa. Verschillende partijtoppers zoals Pieter De Crem en ex-premier Yves Leterme uitten later openlijk hun kritiek op die keuze, ervan uitgaande dat de CD&V beter haar verantwoordelijkheid had genomen. Denkt u dat het de partij inderdaad heeft gekost?
'Mijn partij vond het belangrijk om iemand in de top van Europa te hebben. Na 23 jaar lid te zijn geweest van het Europees Parlement, en een paar jaar voorzitter van de partij, vond de Belgische regering mij de geknipte persoon. Kris is nummer één in de regering. Ieder zit goed in zijn vel en we zitten allemaal op onze plaats. En de rest is geschiedenis.'