longread> Van Leuven-Vlaams tot de wereldrevolutie
Er komen andere tijden!
De meest tot de verbeelding sprekende studentenprotesten blijven toch die van de jaren 60. Van Londen over Leuven naar Parijs en Berlijn, heel even leken de studenten de macht te grijpen.
De oorzaken dat juist toen studenten overal ter wereld zo massaal op straat kwamen zijn velerlei, maar ruwweg zijn twee niveaus te onderscheiden. 'Enerzijds heb je de meer structurele oorzaken', legt professor Martin Kohlrausch, als historicus verbonden aan de onderzoeksgroep Moderniteit en Samenleving, uit. 'Bijvoorbeeld hervormingen van het onderwijs, grotere vrijheden voor de babyboomers en de opkomende consumptiemaatschappij.'
'Nadat de schaarste van de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog voorbij was en de materiële noden van de mensen ingevuld waren, ontstond er ruimte om na te denken over immateriële waarden', vult professor emeritus Louis Vos, historicus en expert op het vlak van Vlaamse studentenbewegingen, aan. Inspraak in de universiteit, gemeenschapsvorming en het milieu konden zo belangrijkere thema's worden voor de student.
Van Leuven-Vlaams naar apolitiek Frankrijk
Anderzijds waren er natuurlijk ook specifieke nationale contexten. Elk land kende zijn eigen ontwikkelingen in de jaren 60, die ook een invloed hadden op de thema's en het tijdsverloop van de protesten. 'In Leuven was er bijvoorbeeld een lange traditie van de politieke Vlaamse student binnen de Vlaamse Beweging', zegt Vos, 'sinds 1870 vormden zij een soort voorhoede van de Katholieke Vlaamse Beweging.'
Twee jaar voor het mythische mei '68 scandeerden studenten in Leuven al 'Leuven Vlaams'. De beruchte meirevolte van '66 brak uit toen de bisschoppen verklaarden dat het Franstalige gedeelte van de universiteit zou blijven ondanks de inrichting van de taalgrens. Leuven zou daardoor een tweetalige anomalie binnen eentalig Vlaanderen zijn. De eisen van de studenten kwamen toen dus voort uit communautaire spanningen.
'Er was in Leuven een lange traditie van de politieke Vlaamse student'
Louis Vos
Twee jaar later was de situatie echter helemaal anders. 'In januari '68 krijg je een tweede revolte, met een staking van een aantal weken waar je allerlei nieuwe vormen van actie ziet opkomen', schetst Vos die evolutie, 'zoals volksvergaderingen en bezetting van lokalen.' De regering-Vanden Boeynants valt, 'en in die enkele weken zie je een volledige verschuiving van Vlaams-nationale oriëntering naar vragen rond democratische en sociale rechtvaardigheid.' Niet enkel de universiteit, maar ook de bredere maatschappij moest veranderen.
De ideologische motivatie van de Leuvense studenten begint zo meer gelijk te lopen met wat op dat moment in de andere landen van Europa aan de gang is. Leninistische en Maoïstische literatuur wordt gretig verslonden door jongeren doorheen heel Europa. In Duitsland jutte de beruchte studentenleider en prominentste lid van de Sozialistische Deutsche Studentenbund Rudi Dutschke de Duitse jeugd op. In juni 1967 werd de student Benno Ohnesorg tijdens een manifestatie tegen een bezoek van de Iraanse Sjah neergeschoten, wat de kloof tussen de studenten en de regering en ordediensten bijna onoverbrugbaar maakte.
En Duitsland was niet het enige land waar het er hard aan toe ging. 'In bijvoorbeeld Frankrijk waren de studenten tot mei '68 eigenlijk vrij apolitiek', zegt Vos. Dat de kalme betogingen in Parijs toch escaleerden, had veel te maken met het drastische optreden van de politie. Net zoals in Duitsland en Italië trad deze gewelddadig op: 'Hier werden de protesten met een waterkanon uit elkaar gedreven, maar daar ging de politie veel agressiever te werk', zegt Vos daarover. In Praag – want ook aan de andere kant van het IJzeren Gordijn verhieven studenten hun stem – leidde rellen zelfs tot een militair ingrijpen en de Praagse Lente.
Het startpunt van 'mei '68' lag dus in elk land anders. Tegelijk waren er wel contacten: bijvoorbeeld het idee van de 'kritische universiteit', waarin alternatieve lessen gegeven werden, waaide uit van Duitsland over de rest van Europa. Paul Goossens, één van de grote figuren van de Leuvense studenten, trok dan weer naar Parijs wanneer de opstanden daar uitbraken om aan de Fransen uit te leggen hoe je nu eigenlijk moest protesteren.
Van de universiteitscampus naar Cuba
Ook de thematische evolutie verschilde van land tot land, maar toch valt er een lijn te onderscheiden: 'Je ziet dat het protest zich altijd verruimt', schets Vos. 'Eerst gaat het over Leuven Vlaams of interne eisen aan de universiteit zoals meer inspraak. Daarna zie je een zwenking naar globale maatschappijkritiek: studenten wilden het 'systeem' veranderen.'
'Sommige studenten waren van mening dat de 'fascistische' structuren die ze in de universiteit terug zagen komen, ook elders speelden', zegt Kohlrausch daarover. 'Een belangrijke slogan was dat privéleven ook politiek is en visa versa.'
Het is in die fase dat ook de arbeiders werden opgezocht. 'Al in januari 1968 om 5 in de ochtend werden zo bussen ingelegd om naar de fabrieken van Antwerpen en Luik te reizen en daar pamfletten uit te delen', verhaalt Vos. In Parijs vormden studenten en de arbeiders van de Renaultfabriek een front. In Leuven volgde in de zomer van 1968 de 'ontdekking' van het marxisme-leninisme, de rol van de voorhoedepartij - het idee dat een georganiseerde leidende partij de revolutie moet voorgaan in plaats van een algemene opstand van het proletariaat - en het contact met de arbeiders. In het najaar van dat jaar kregen ook de stakers van Ford Genk steun van de studenten.
Op dat moment haakten door die communistische radicalisering een deel van de studenten echter ook af. Kohlrausch waarschuwt in deze context sowieso voor een overschatting van het aantal sympathisanten: 'Het lijkt soms wel alsof álle studenten toen aan het revolteren waren, maar je had ook veel studenten die nauwelijks iets met de protesten te maken hadden.'
Professoren en academisch personeel zaten ondertussen vast in de vuurlinie. De communautaire eisen rond Leuven Vlaams konden bij veel proffen hier nog wel op sympathie rekenen, en soms gaven bepaalde assistenten ook bijvoorbeeld juridisch advies. Later durfden professoren in hun les echter al wel eens te waarschuwen voor de 'linkse types'.
In Duitsland was de kloof echter dieper. 'Der Spiegel publiceerde over het studentenprotest een nummer met een cover een hoogleraar met het onderschrift 'Götter oder Fachidioten?', verwijzend naar het verwijt van de studenten dat de professoren wereldvreemd waren en zich in een ivoren toren opsloten', zegt Vos, 'en zelfs de lessen van iemand als Adorno (linkse socioloog van de Frankfurter Schule, red.) werden verstoord, want hij 'was maar een burgerlijke linkse''. Een ander voorbeeld is Jürgen Habermas: 'Hij had grote sympathieën voor de studenten', zegt Kohlrausch, 'maar hij vond ook dat ze te radicaal en bijna 'rode fascisten' geworden waren.'
'Volgens de studenten was privéleven politiek en visa versa.'
Martin Kohlrausch
In een derde en laatste fase kwam vooral de Derde Wereld naar voren als interessegebied van de studenten. 'Dat had veel te maken met de desillusie omtrent het communisme in Oost-Europa', legt Kohlrausch uit. 'Dan was het makkelijker hun socialistische overtuigingen te projecteren op landen als Cuba, waar men de situatie minder goed kende en het falen van het communisme niet zo duidelijk was.' De studenten zagen ook parallellen met het Westen: 'Ook in de derde wereld was er volgens hen een strijd aan de gang tegen het Amerikaans imperialisme en kapitalisme, net zoals de arbeidersstrijd in de westerse wereld', legt Vos uit. 'En ze zagen het als een opdracht van de studentenbeweging die arbeidersstrijd te steunen, hier en in het Zuiden.'
Tegen het midden van de jaren 70, toen een economische crisis zich aandiende, plooiden de studenten zich weer terug op hun kleine wereld. Studentenprotesten richtten zich daarna voornamelijk op inschrijvingsgelden of aanverwante thema's. De mei-generatie verspreidde zich ondertussen over allerlei feministische, groene... bewegingen en zouden zo de idealen van hun generatie in de samenleving doen doordringen. De "stoute jaren" waren definitief voorbij.
Voor dit artikel werd gebruik gemaakt van het boek 'Studentenprotest in de jaren zestig. De Stoute Jaren' van Louis Vos, Mark Derez, Ingrid Depraetere en Wivina van der Steen.