artikel> Harmonieuze behandeling op niveau van Vlaamse universiteiten voor een volgende fase
Drie jaar na LAW-train eindelijk zicht op structureel mensenrechtenbeleid aan KU Leuven
De KU Leuven wil de bestaande ethische commissie Dual Use, Military Use and Misuse of Research uitbreiden met mensenrechtenexpertise. Een contractclausule komt er vanuit praktische overwegingen niet.
Op 23 oktober 2019 bracht de werkgroep Mensenrechten binnen de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) een rapport uit met een reeks aanbevelingen voor het uitwerken van een mensenrechtenbeleid aan elk van de vijf Vlaamse universiteiten.
Het is het product van bijna twee jaar aftoetsen; een proces dat begon op aansturen van onze rector Luc Sels - nu voorzitter van de VLIR -, nadat hij in 2017 in zijn eerste jaar als rector het loodzware LAW-TRAIN dossier op zijn bord kreeg. De universiteiten moeten nu zelf aan de slag en de rectoren zullen de procesmatige vooruitgang zelf evalueren.
Voortbouwen op eerdere successen
Aan de KU Leuven wordt nu al een deel van de mensenrechtenvragstukken ondervangen in de Ethische Commissie Dual Use, Military use and Misuse of Research (EC DMM), al buigt die zich hoofdzakelijk over onderzoek naar civiele doeleinden, dat militaire toepassingen kan hebben. 'Zo'n onderzoek is in de juiste handen niet zo gevaarlijk, in de foute potentieel een groot risico,' zegt rector Luc Sels daarover.
'Die foute handen, dat gaat ook vaak over actoren of regimes die het niet zo nauw nemen met mensenrechten en daarom zou het niet goed zijn mochten we naar twee aparte kanalen gaan.' 'Je wil onderzoekers niet van de ene commissie naar de andere laten hollen', treedt Reine Meylaerts, vicerector Onderzoek en woordvoerder voor de EC DMM, de rector bij.
Het scenario dat daarom momenteel op tafel ligt is een 'flankerend tweede bureau voor mensenrechtengerelateerde dossiers, die los staan van militair onderzoek of Dual Use' binnen de EC DMM. Zo'n bureau bereidt de dossiers voor, waarna de commissie beslist. 'Anders leg je de lat voor de experten zeer hoog, met een toenemende complexiteit aan dossiers', meent Sels. 'Die mensenrechtenexperten zijn nog niet toegevoegd, maar dat staat op stapel', beaamt Meylaerts.
'De reden waarom ik die richting uit wil, is omdat de EC DMM nu zo goed werkt'
Luc Sels, rector
De bredere commissie, die de dossiers dan finaal bespreekt, kent een kruisbestuiving van experten mensenrechten en DMM. 'De reden waarom ik die richting uit wil, is omdat de EC DMM nu zo goed werkt', aldus Sels. In 2019 lagen er zo 37 aanvragen voor, bij de opstart in 2014 was er dat nog maar één. 'Je ziet ook dat de commissie bewustwording genereert. Je onderzoek staat nooit los van de samenleving en dat moet ook,' aldus Meylaerts.
Bindende beslissing
De commissie neemt een beslissing: positief, negatief of positief onder voorwaarden. Is de partij die de samenwerking aanvraagt het er niet mee eens en tekent die beroep aan, of is de commissie verdeeld, dan komt het dossier bij het GeBu terecht. In Gent werkt men met een clausule om een contract ook na een positief advies te kunnen openbreken.
'Die is er bij ons voor elk samenwerkingscontract', zegt Eva Brems van de Commissie Mensenrechtenbeleid in Gent. 'Al is het wel zo dat je soms met multilaterale akkoorden zit zoals in het kader van Horizon Europe, waar je geen mogelijkheid hebt om je eigen clausules in te voegen. Van de ervaring in Gent kan ik wel zeggen dat wij die clausule tot nu toe nog nooit hebben moeten inroepen.'
'In Leuven proberen we te werken met een ja of een nee en eventueel wat voorwaarden', aldus Meylaerts.' Het was grotendeels vanuit het idee dat we die clausule niet altijd zouden inroepen en we dan liever een beleid willen waarbij de praktijk dichter bij de theorie staat.'
Meeste zorg gaat uit naar onderzoek
Het advies van de VLIR pleit er voor om zo snel mogelijk te toetsen in het proces. Daarvoor zijn er twee controleniveaus: 1) centrale en facultaire diensten en 2) sensibilisering bij alle individuele onderzoekers zelf.
'Al op onze eerste vergadering in maart 2018 bleek het onderscheid tussen onderzoek aan de ene kant en onderwijs en dienstverlening aan de andere kant artificieel', stelt Stephan Parmentier, voorzitter van de opgeheven werkgroep. 'Onderzoekssamenwerkingen leiden vaak tot onderwijsveranderingen en omgekeerd kan een onderwijsprogramma mensen met elkaar in contract brengen voor een onderzoeksproject.'
'We laten onderzoekers zo juist niet in de kou staan. Een ja is een ja, zelfs met voorwaarden'
Reine Meylaerts, vicerector Onderzoeksbeleid
Wel is het zo dat onderwijssamenwerkingen zelden lokaal tot stand komen. 'Onderwijs is natuurlijk iets heel institutioneel. Je moet een onderwijsprogramma opzetten, toestemming krijgen, financiering vragen. Dat vraagt inspanning van verschillende echelons aan de universiteit. We gaan er vanuit dat men dus ook sneller die alertheid zal hebben om de eventuele problemen met partners te gaan signaleren', zegt Parmentier.
Onderzoek is volgens Parmentier een ander verhaal: 'Twee onderzoekers die elkaar kennen kunnen samen gaan werken, zonder dat een departementsvoorzitter of de decaan daar iets van weet. Pas bij een formele projectaanvraag bij het FWO of de EU of bij (inter)nationale fondsen als er buitenlandse partners betrekken zijn, komt dat bovendrijven.'
Administratie houdt oogje in het zeil
Voor toetsing van onderzoek met een risico op DMM werkt de KU Leuven daarom nu met twee loketten aan de Dienst Onderzoekscoördinatie (DOC) en Leuven Research & Development (LRD). 'Zij hebben initiatiefrecht om een samenwerkingsdossier bij de EC DMM neer te leggen, zeer vroeg in het proces dus', zegt Sels. Al kan het wel variëren volgens Meylaerts: 'Als het bijvoorbeeld gaat over betrokken worden als partner bij een heel groot consortium is dat dikwijls al een proces dat aan de gang is.'
'Voor risicobestemmingen is er uitwisseling waardoor convergentie optreedt, zonder dat een uitspraak van Gent bindend wordt voor Leuven'
Luc Sels, rector
'We hebben ons zo georganiseerd dat we zo weinig mogelijk druk bij de individuele onderzoekers zelf leggen,' zegt Sels, 'al ontslaat dat ons natuurlijk niet van sensibilisering.' Datzelfde zou nu dus moeten gebeuren voor de mensenrechtentoetsing, al komt er daarvoor ook een derde loket bij aan de International Office bevestigt de rector, om de internationale samenwerkingsakkoorden te kunnen doorlichten.
Individueel sensibiliseren
'Op de website plaatsen wij een stroomschema met vragen, waardoor eventuele knipperlichten voor onderzoekers duidelijk worden. Dan kan de administratie de onderzoeker ook pro-actief contacteren en verwittigen dat het beter is om naar de EC te stappen. We hebben dus een prescreening, door mensen die heel vertrouwd zijn met de materie, en natuurlijk zijn er ook onderzoekers die dat uit zichzelf doen vanuit de kennis van hoe de commissies werken', besluit Meylaerts.
'Door het feit dat de EC DMM bestaat zijn er ook dossiers die veel sneller stopgezet worden. Dat is ook al deel van de sensibilisering. De dossiers die dan bij de EC terechtkomen zijn de dossiers die echt in volle ontwikkeling zijn gegaan', vertelt Sels.
En als het dan tot een onderzoek in de expertisecommissie komt, is dat niet om het de onderzoekers moeilijk te maken: 'De onderzoekers krijgen dan ook een fiat, wat betekent dat als er dan iets misgaat of als er animositeit in de pers van komt, je steun krijgt vanuit de instelling', stelt Meylaerts. 'We laten ze zo juist niet in de kou staan. Een ja is een ja, zelfs met voorwaarden.'
Toch blijft sensibilisering van de individuele onderzoeker moeilijk. Beleid dat centraal gemaakt wordt, sijpelt traag door naar geledingen binnen de universiteit volgens Brems. 'Je neemt dat op in je nieuwsbrieven, er zijn themadagen rond internationalisering waar daarover sessies worden gegeven. Maar wij hebben recent aangegeven dat we nog eens een nieuwe golf van sensibilisering moeten organiseren.'
Harmoniseren niet aan de orde
De rector denkt dat de oordelen van de mensenrechtenexperts aan de vijf universiteiten de evolutie zullen volgen van de Commissie Riscobestemmingen (CRB), die aan elke universiteit beslissingen nemen over de inkomende en uitgaande mobiliteit. 'Daar is een voortdurende uitwisseling waardoor je de facto merkt dat er een convergentie optreedt, maar zonder dat een uitspraak van Gent bindend wordt voor Leuven.'
'Zeker met de economische tijden die ons nu wachten, huiver ik bij het uitbouwen van expertisecellen op verschillende niveaus'
Luc Sels, rector
De Commissie in Gent besloot echter de samenwerking met Turkse universiteiten stop te zetten na aanwijzingen van deelname aan het opsporen van vermeende 'coupplegers'. De KU Leuven niet. Volgens Sels een duidelijk voorbeeld van hoe 'een land academisch voor de KU Leuven een heel andere betekenis heeft dan voor Gent'.
'Wij weten bijvoorbeeld dat als we de samenwerking daar stopzetten, bepaalde lokale gemeenschappen het slachtoffer zullen zijn van de zaak. Daar kan je naar divergerend beleid gaan en dan zal men in Gent tot andere beslissingen komen', aldus Sels.
'Iran is een voorbeeld van een dossier waar we met de vijf universiteiten wel eenzelfde lijn hebben aangehouden', voegt hij toe. 'De vijf rectoren hebben heel uitzonderlijk een boycot uitgesproken tegen Iran naar aanleiding van het dossier van Djalali (waarbij een Iraanse professor verbonden aan de VUB ter dood veroordeeld werd, wegens verdenking van spionage, red.). Dat wil zeggen dat we momenteel geen institutionele samenwerkingen aangaan met dat land.'
Geen expertisebundeling, wel informatieuitwisseling
'Waar ik ook wat voor huiver, zeker met de economische tijden die ons nu wachten, is dat we op verschillende niveaus expertisecellen beginnen uitbouwen', zegt Sels. 'Ik vind wel dat iemand bij de VLIR-administratie opdrachthouder moet worden voor Mensenrechten, die functioneert als draaischijf zoals tussen de CRB's en ervoor zorgt ervoor dat de vijf universiteiten dezelfde informatie krijgen. Bij mensenrechten weet ik niet of we veel verder moeten gaan dan goede informatie-uitwisseling.'
De vicerector sluit zich daarbij aan: 'Als er vraag naar informatie-uitwisseling is en daar argumenten voor zijn, dan is dat zeker een mogelijkheid', aldus Meylaerts. 'Zo hebben wij ook gewerkt in de besprekingen.'
'Als de ene Vlaamse unief zegt: we kunnen met dit bedrijf niet samenwerken en de andere doet dat wel, ondermijnen we elkaar'
Eva Brems, Commissie Mensenrechtenbeleid UGent
In Gent ziet men de samenwerking verder gaan: 'Wij hadden gehoopt dat de universiteiten akkoord zouden gaan om in de VLIR een deel van die screening van partners gezamenlijk te doen. Omdat dat tamelijk arbeidsintensief is. Je zit voor een stuk dubbel werk te doen. En de kleinere universiteiten, denk Hasselt, ook Antwerpen, VUB, kunnen minder gemakkelijk de mankracht vrijmaken', aldus Brems.
'Dat kan bovendien tot vreemde resultaten leiden', gaat Brems verder. 'Stel je treedt daarmee naar buiten op je website en zegt: we hebben als Vlaamse universiteiten dit mensenrechtenbeleid. Als de ene Vlaamse unief dan zegt: we kunnen met dit bedrijf niet samenwerken omwille van die track record en de andere doet dat wel, ondermijnen we elkaar.'
Ook Parmentier stelde vast dat sommigen sneller wilden gaan dan anderen. 'De verwachtingen zijn in de buitenwereld ook gespannen en er komt al heel veel bij kijken om die interne procedures in de universiteiten op orde te krijgen, misschien met uitzondering van de Universiteit Gent, die daar al langer mee bezig was. Dus vandaar dat men niet heeft geopteerd voor een nieuwe VLIR-mensenrechtenwerkgroep, of een Vlaams contactpunt of een ander forum.'
Evaluatie
De evaluatie ligt nu bij de Vlaamse rectoren, en die kan voor Parmentier later ook overkoepelend gebeuren. 'Dat is mijn persoonlijk standpunt, dat hebben we als zodanig in die werkgroep niet besproken.' Sels benadrukt dat het daarvoor nog te vroeg is: 'Wordt de evaluatie een van dossiers die elke universiteit voorbereidt met de manier van werken en de uitkomst ervan, dat is zeker realistisch', aldus Sels. 'Moet dat ook een evaluatie zijn die intern rekent op goed- of afkeuring, goh, dat betwijfel ik.'
'We moeten eerst nog bekijken of de werkwijze die we in de EC DMM toepassen, zonder meer transfereerbaar is naar mensenrechten. Dus alles wat ik zeg is met een klein beetje voorbehoud', besluit Sels.
Pionier Vlaanderen
De VLIR stelde vast dat er weinig vergelijkbare toetsen bestonden in het buitenland, waardoor de werkgroep zelf een mensenrechtentoets ontwikkelde, hierbij nuttig gebruik makende van de ervaringen die sinds enkele jaren waren opgedaan aan de Universiteit Gent. 'We zijn bezig met pionierswerk', zegt Brems. 'Onze vicerector en Directeur Internationalisering hebben het al een aantal keer op internationale fora ter sprake gebracht. Zij merken dat er heel veel internationale belangstelling is. Daarom hopen wij dat ook Leuven zo snel mogelijk op volle kracht zou komen.'
Sels is blij dat de implementatie er eindelijk aankomt. 'Ik merk ook wel binnen het verband van LERU (League of Research Universities), wat voor ons toch altijd een belangrijke benchmark is, dat Vlaanderen stilaan een vertegenwoordiger is van dit denken.'