interview> Voormalig topdiplomaat Johan Swinnen blikt terug op Rwandese genocide

‘België moet samen met de Rwandezen leren rouwen’

Een kwarteeuw na de Rwandese genocide heeft Johan Swinnen, voormalig Belgisch ambassadeur in Kigali, nog steeds meer vragen dan antwoorden.

Swinnen leunt over de balustrade van zijn terras dat uitkijkt op het prachtige Ter Kamerenbos in de Brusselse diplomatenwijk. Of hij zijn periode in Rwanda psychologisch heeft leren loslaten? 'Mijn vrouw vertelde me deze ochtend nog dat ze het plots moeilijk had. Ik ook, zonder dat we het van elkaar wisten. Ik heb er geen trauma aan overgehouden maar ik zit wel nog met heel veel vragen. Dit is een verhaal dat ons moet blijven bezighouden.'

Vijfentwintig jaar geleden is het dat Swinnen halsoverkop het land der duizend heuvels moest verlaten. Vijfentwintig jaar geleden was het ook dat de hel in Rwanda losbrak. Een internationale vredesmissie ten spijt slachtten extremistische Hutu-milities op amper honderd dagen om en bij een miljoen Rwandezen, een meerderheid Tutsi’s, af. Dat is het gangbare verhaal, maar een kwarteeuw later zit de topdiplomaat op rust nog altijd met veel vragen.

Toen het in 2014 de twintigjarige herdenking van de genocide was, verzuchtte u dat er nog steeds te veel vragen overbleven. Heeft u vijf jaar later al wat meer antwoorden gevonden?

'Neen. Er is niet veel vooruitgang gemaakt. Ik ben bedroefd dat er na vijfentwintig jaar nog altijd veel selectieve verontwaardiging, polariserende simplismen en soms leugens zijn. De verhalen blijven onvolledig. Wie heeft de president vermoord? Welke rol speelde Habyarimana nu echt? Het is jammer dat er nog altijd geen internationaal gemandateerd onderzoek is geweest. We moeten de waarheid durven opzoeken en zij die vragen stellen niet wegzetten als revisionisten of negationisten.'

Wat vindt u van de nieuwe wet die het ontkennen van de Rwandese genocide straks strafbaar maakt?

'Daar heb ik mijn vragen bij. Ik hoop dat wanneer ze gestemd wordt, we nog eens goed nadenken. Een wet kan ook onrecht teweeg brengen. Summum ius, summa iniuria. Er zijn nog steeds te veel vragen en risico’s voor diegenen die ze stellen. De wet mag geen instrument zijn om die vraagstelling te blokkeren.'

'Ik wist meteen dat we moeilijke tijden tegemoet gingen'

Zowat de voornaamste vraag blijft toch waarom de VN-vredestroepen zich terugtrokken op het moment dat het geweld begon. Voor velen heeft de internationale gemeenschap, inclusief de Belgische blauwhelmen, Rwanda in de steek gelaten.

'Het is belangrijk dat we een kritisch oordeel vellen over de rol van de internationale gemeenschap. Ik vond het not done dat België lobbyde bij de VN om de UNAMIR integraal terug te trekken. Ze hadden de blauwhelmen in een buurland kunnen stallen om dan via chapter 7 van het handvest (peace making, red.) met een nieuw mandaat er fris in te vliegen. Maar we moeten daar ook voorzichtig in zijn. Ja, we hebben geen foutloos parcours gereden maar de eerste verantwoordelijken zijn de Rwandezen zelf. De milities, het leger, de rebellen en de burgers. We mogen ons evenmin laten ontmoedigen de rol van figuren als Kagame en Habyarimana trachten te achterhalen.'

Nog geen 24 uur na de moord op Habyarimana revancheerden Hutu’s zich op tien Belgische para’s. Weet u nog waar u was op dat moment?

'Ik zat thuis in telefonisch overleg met Brussel en mensen in Kigali. We zouden die ochtend normaal gezien een overleg met andere ambassadeurs hebben gehad, maar dat ging niet door. De VN kon onze veiligheid niet garanderen. Dat neem ik hen nog altijd kwalijk.'

Het klimaat tegenover Belgen was ronduit vijandig. Was u bang?

'Bang niet. Wel bekommerd. Twee van mijn kinderen waren op dat moment uit eten in het centrum van Kigali. Ik heb lang getwijfeld om hen toestemming te geven maar heb hen toch laten gaan. Toen het telefoontje kwam dat het vliegtuig van de president was neergeschoten, ben ik onmiddellijk in de auto gesprongen om hen te gaan halen. Ik wist dat we moeilijke momenten tegemoet gingen.'

Hebt u nooit gevoeld dat er iets aan zat te komen?

'Ja, de kiemen van destabilisering waren al aanwezig toen ik in 1990 aankwam in Rwanda. Hervormingen waren op til. De inval van Tutsi-rebellen uit Oeganda werd gevolgd door zowel positieve als negatieve ontwikkelingen: lokale slachtpartijen, haatmedia, de oprichting van milities, wapendistributies en politieke moorden. Ook de moord op de president van buurland Burundi in '93 had een polariserend en radicaliserend effect. Dat alles heeft ons versterkt in de poging gematigdheid aan te moedigen. Die pogingen zijn helaas mislukt.'

'Het rouwproces moet inclusief zijn'

Moet België zijn rol ook niet erkennen in de etnische verdeeldheid van Rwanda? Het waren de Belgen die als kolonisator de opdeling Hutu-Tutsi op identiteitskaarten lieten plaatsen.

'Dat moeten we zeker durven erkennen maar het antwoord op de vraag wie nu juist schuldig is aan de genocide is veel complexer. Het Belgisch bestuur steunde op de etnische configuratie van de macht zoals wij die hadden aangetroffen in het mandaatgebied. Vanaf de inval van de FPR-rebellen tot aan de start van de genocide waren het wel de Belgen die aanstuurden op machtsdeling en vrede. Als we excuses aanbieden moeten we dat ook vertellen.'

De Canvas-reeks ‘Terug naar Rwanda’ maakt dezer dagen veel emoties los. Hebt u al gekeken?

'Ja, de tweede aflevering waarin kolonel Luc Marechal zijn medeleven betuigt tegenover de weduwen van de omgekomen para’s, was zeer pakkend. Prachtige tv! Ik heb hem zien zwoegen in Rwanda. Het is zeer onrechtvaardig hoe hij later behandeld is.'

Met alle respect voor de nabestaanden, maar schenken we vandaag niet disproportioneel veel aandacht aan de tien Belgische para’s die omkwamen in relatie tot de 1,1 miljoen Rwandezen die werden afgeslacht?

'Uw bemerking is terecht. Vergeet de Belgische burgers die het leven lieten ook niet. Velen onder hen heb ik persoonlijk gekend. Zij kregen nooit zoveel aandacht als de militairen. Maar inderdaad, België moet ook leren rouwen samen met de Rwandezen. En dan bedoel ik alle Rwandezen en niet enkel de Tutsi’s. Het rouwproces moet inclusief zijn. Ook veel Hutu’s zijn omgebracht, anderen zijn achteraf onterecht met de vinger gewezen en gestigmatiseerd.'

Tot slot: ziet u parallellen in de aanloop naar het Rwandese conflict en de politiek gespierde taal in Europa?

'Een beetje polarisering kan geen kwaad, het stimuleert debat en overleg. Thema’s als migratie, Brexit of klimaat verdelen mensen. Maar we staren daarbij te veel naar onze navel, doen stoer en puberen te veel. Het ontbreekt ons aan maturiteit en menig leider brengt te weinig moed en geduld op om te overtuigen, zeker als ze moeten opkomen voor maatregelen die niet populair lijken. Drink eens een glas en luister naar de ander. Geniet van een goed tegenargument.'

Johan Swinnen is tevens auteur van het boek ‘Rwanda: mijn verhaal’ (uitgeverij Polis, 2016)

Powered by Labrador CMS