INTERVIEW KRAKERS IN MAASTRICHT

'Als de stad niet wil dat er gekraakt wordt, moet ze zorgen dat er geen behoefte naar is'

Ramon en Spikey

Het Nederlandse Maastricht kampt met een kotenprobleem. Er is te weinig aanbod voor studenten en de koten die vrijkomen verdwijnen sneller dan het licht opnieuw van de immosites - ondanks de torenhoge huurkosten waaraan ze aangeboden worden. Veto sprak twee studenten die hun kot kraken.

Gepubliceerd

Een kotentekort is een probleem waar veel universiteitssteden mee kampen. Het Maastrichtse stadsbestuur en de universiteit doen hun best om het hoofd boven water te houden, maar het blijft dweilen met de kraan open. Toch was de kotenmarkt in Maastricht niet altijd kommer en kwel. Nog in 2019 werd de stad bekroond tot 'beste studentenkamerstad van Nederland', zo bericht de Observant, onafhankelijk universiteitsblad van de Universiteit Maastricht. Intussen zakte de stad naar de onderkant van de ranglijst: in 2023 behoorde Maastricht tot de vijf slechtst scorende steden.

Maastricht Housing, het officiële huisvestingsbureau voor onder meer de Universiteit Maastricht, raadt op haar site studenten aan 'reeds een maand voor het academiejaar te beginnen met huren, oftewel een kamer in een ho(s)tel te boeken tot er later in september plaatsen vrijkomen.' 

Lang niet iedereen kan een extra maandhuur ophoesten of enkele duizenden euro's neertellen voor een maandlang hotelverblijf. Studenten zonder diepe zakken worden gedwongen zélf naar creatieve oplossingen te zoeken. Veto ging langs bij Ramon en Spikey*, twee studenten aan de Universiteit Maastricht die ervoor kiezen om op kot te gaan in een kraakpand.

The B

'Eind vorig jaar besloot ik geen financiële steun van mijn ouders meer te aanvaarden', begint Spikey het gesprek. 'Er waren dus geen betaalbare woningopties in Maastricht voor mij.' Ramon zit naast Spikey, op de wat sjofele maar gezellige zetel in de woonkamer van hun kraakpand. 'Voor mij lag de situatie nog wat anders', herinnert hij zich. 'Ik was al twee keer dakloos in Maastricht, in totaal voor een periode van zes maanden. Dat wilde ik niet meer, ik had een woonplaats nodig.'

De twee jongemannen vonden elkaar in The B, een kraakpand in de Bourgognestraat. De buurt waar ze wonen, Wyck, is een rustige, hippe wijk vol met authentieke speciaal­zaakjes en eigentijdse horeca. Toch is er ook nog veel leegstand, waar mensen als Ramon en Spikey dankbaar gebruik van maken.

'Het is duidelijk dat als de gemeente wil dat er bepaalde dingen gebeuren, ze op den duur ook zullen gebeuren, of ze nu steek houden of niet'

Spikey

Spikey vertelt over de geschiedenis van The B: 'Het is een oud kantoorgebouw. Een huisgenoot zei me onlangs nog dat er hier al meer dan twintig jaar gekraakt wordt. Al is het vaak moeilijk om deze verhalen levend te houden. Mensen komen en gaan, niemand weet wie hier als eerste woonde.'

Bibben in een kraakpand

Ramon studeert aan de Faculty of Arts and Social Sciences. De ongewone combinatie van studeren en kraken deert hem niet. 'Hier wonen heeft me veel geholpen. Mijn huisgenoten bieden me een ondersteunend netwerk, zoiets wordt vaak over het hoofd gezien door de universiteit. De studenten die dan uit de boot vallen, eindigen bijna altijd in situaties als deze. In het beste geval toch.'

'Als je hier iets wil gedaan krijgen, moet je het zelf doen.' Spikey heeft het moeilijker om zijn studies te combineren met het zelfstandig wonen. 'Er is hier geen huisbaas die zaken kan repareren. Dat is iets waar ik op voorhand niet gewend aan was.' Al ziet hij zeker ook de baten van wonen in The B: 'Veel studenten zitten vast in depressieve, individuele kamertjes en zijn eenzaam. Hier zijn we één grote familie.'

'Dit huis is dan ook de ideale studeerplek', gaat Spikey verder. 'Er is hier zó veel ruimte, ik heb niet vaak problemen om een stil plekje te vinden.' Ramon beaamt dat: 'Er zijn zelfs dagen dat hier er mensen komen studeren. Dan organiseren we een soort bib-ruimte in onze grootste kamer, met tafels en stoelen. Nu gaat dat wat moeilijker, we zijn immers bezig met een grote schoonmaak. Dat moet ook soms gebeuren (lacht).'

Cinema Palace of Palace Hotel?

Tot en met 30 september 2010 behoorde Nederland tot de weinige landen waar kraken in sommige gevallen bij wet niet verboden is – België is tot op vandaag ook een van die landen. Sindsdien is kraken bij onze noorderburen in elke vorm illegaal, en behoren de regels tot de strengste van heel Europa. Ook de stad Maastricht treedt hardhandig op tegen het fenomeen.

'Ze vragen ons niet om advies, en wij hebben geen advies om te geven'

Ramon

'Maastricht was een stad vol kraakpanden, nu zijn er nog heel weinig. Zo had je de Mandril (een politiek en cultureel centrum in een leegstaande rubberfabriek, red.), dat is enkele jaren geleden ontruimd', vertelt Ramon. 'De gemeente had plannen met het gebouw, maar het staat nog steeds leeg.'

'The B zit in dezelfde situatie', zucht hij . 'Ze willen iedereen in deze buurt buiten­gooien. Er is een project om van het oude cinemagebouw hiernaast een luxehotel en stadsvilla's te maken – het Palace Hotel Maastricht.' Ramon heeft het over de Cinema Palace, een markant gebouw met een indrukwekkende bakstenen gevel. Zo'n honderd jaar geleden draaide er de eerste film, nu staat het al bijna twintig jaar leeg en heeft de internationale hotelketen Marriott er haar oog op laten vallen.

Protest tegen het Palace Hotel

'Ze blijven de zaken uitstellen, dus hopelijk kunnen we hier nog even blijven wonen', zegt Spikey. 'Naast ons woont een hoogbejaarde man – hij is ouder dan negentig – in zijn ouderlijk huis. Om te starten met bouwen moet ook hij verhuizen, maar hij laat zich niet zomaar de les spellen door de stad. Het is opmerkelijk hoe het verzet van één bejaarde man tegen de verkoop van zijn huis ervoor kan zorgen dat wij de kans krijgen om hier al een heel lange tijd te wonen.'

Hotels houden geen steek

Wat de stad dan wel moet doen? Daar zijn Spikey en Ramon het roerend over eens. 'Geen hotel bouwen!', roept Spikey lachend uit. 'Het drijft de huurprijzen in heel Wyck en daarbuiten nog verder naar boven, het creëert alleen maar meer problemen. Het is duidelijk dat als de gemeente wil dat er bepaalde dingen gebeuren, ze op den duur ook zullen gebeuren. Maar of die dingen steek houden is een heel andere vraag, waarvan ik niet denk dat ze die zichzelf altijd stellen.'

'We hebben er het raden naar hoe de mensen echt over ons denken'

Ramon

'Ze vragen ons niet voor advies, en wij hebben geen advies om te geven', vat Ramon verbeten samen. 'Het beste dat een gemeente kan doen is zorgen voor publieke ruimtes, sociale programma’s en kunstruimtes financieren. Als ze niet willen dat er gekraakt wordt, moet de stad ervoor zorgen dat het niet nodig is. Kraakpanden zijn plekken waar ideeën en kunst ontstaan. Ze bestaan omdat er een menselijke behoefte naar is. Als er daar geen plaats voor is in de stad, zal er plaats worden gemaakt, zo simpel is het.'

Spikey beaamt dat: 'Het bestaan van kraakpanden is een symptoom van een fundamenteel falen van steden om mensen te voorzien van basismensenrechten. Als de stad hier echt om gaf, zouden ze er iets aan doen, en geen luxehotels of villa's bouwen.'

Landbouwbelang in gevaar

De andere bewoners van de Bourgognestraat reageren minder ongunstig op het opvallende huis waar ze de buurt mee delen. Al is dat vaak moeilijk te peilen, vertelt Ramon: 'We zien mensen vaak kijken, omdat ze het een interessant huis vinden. Maar vandaag de dag praten mensen niet echt meer met elkaar op straat. Dus we hebben er het raden naar over hoe ze echt over ons denken.'

'Studenten daarentegen kijken over het algemeen redelijk positief naar ons. Kraak­panden als deze maken immers een groot deel uit van het sociale leven in Maastricht', legt hij uit. 'Ze bieden de mogelijkheid om te socialiseren zonder veel geld uit te geven. Er is zelfs een grote groep studenten die het prefereren om hier of in Landbouwbelang hun vrije tijd te besteden.'

Landbouwbelang (LBB) is het bekendste krakerspand van Maastricht. De oude graanopslagplaats wordt al meer dan twintig jaar gekraakt en is in die tijd uitgegroeid tot een culturele plaats met tal van evenementen, tentoonstellingen, een weggeefwinkel, een voedselbank en zelfs een eigen circus. Maar ook LBB wordt bedreigd door ambitieuze vastgoedplannen.

'We zullen zien hoe leuk ik de koude douches nog vind in de winter'

Spikey

De stad wil er naast horeca en kantoorruimtes onder meer duurzame studenten­woningen bouwen. Een op het eerste zicht te verwelkomen initiatief, vanuit het perspectief van het huidig kotentekort. Maar Ramon reageert schamper: 'Als die kamers nog maar een beetje lijken op wat we tot nu toe van de initiatieven van de stad hebben gezien, zullen ze onbetaalbaar zijn voor gewone studenten. Ze zullen dus niets bijdragen aan de oplossing voor het probleem.'

Intussen zoekt de stad samen met de huidige bewoners en gebruikers van LBB naar een nieuwe plek voor hun culturele initiatieven, staat te lezen op de website voor de herbestemming van het LBB. Ook wordt er vermeld dat de bouw medio 2025 zal starten. Tot op heden wordt er nog geen gewag gemaakt van de plek waar de huidige LBB-initiatieven naartoe zouden moeten verhuizen, al erkent het stadsbestuur wel hun 'belang voor Maastricht'.

Koude douches

Al hangt er hun een mogelijke uitzetting boven het hoofd, in The B gaat het gewone leven rustig door voor Ramon en Spikey. Beiden hebben hun eigen dagindeling met studeren, ontspanning en huishoudelijke taken. 'Het is een huis zoals alle anderen, iedereen doet zijn deel in het huishouden', legt Ramon uit. Het enige dat anders is volgens Spikey is de gemeenschappelijke hulp die de bewoners aan elkaar bieden. 'Het is simpelweg niet mogelijk om alles zelf te doen. Dat is iets heel leuks aan deze plek.'

In de woonkamer hangt er een lamp provisorisch aan het plafond. De elektriciteits­kabels hangen in een kluwen naar beneden, desalniettemin brandt de lamp zonder probleem. 'Water en elektriciteit zijn hier altijd geweest, dat is nooit afgesloten', zegt Ramon. 'We hebben wel geen warm water, daarom douche ik me het liefst bij mijn partner.' Spikey lacht. 'Ik neem koude douches. Eens je het gewend bent, is dat zo erg nog niet, ik vind het zelfs leuk. Maar we zullen zien hoe leuk ik het nog vind in de winter.'

*Ramon en Spikey zijn gefingeerde namen.

Hun echte namen zijn gekend bij de redactie.

Powered by Labrador CMS