Lezersbrief: de docent terug op het voorplan?
Marie Vanwingh, voorzitter Studentenraad KU Leuven
Onze rector pakt uit met het Colruyt-principe: ergens anders beter, ik trakteer u een pint. Dat is zijn academische versie van ergens anders goedkoper, onze prijs is al aangepast.
Professor Sels was het met hem eens dat studenten met volle overtuiging kiezen voor een instelling waar ze garanties op kwaliteit krijgen.
Het is niet de inhoud van de vergelijking die ik hier wil bespreken, maar ik kon de metafoor zelf niet ongemerkt laten voorbijgaan. Het was namelijk de tweede keer afgelopen week dat de supermarkt en onderwijs in een zin genoemd werden. Eerder die week hekelde Manuel Sintubin in Veto nog op de vrije tribune dat onze onderwijszaken te veel geïnterpreteerd worden in het licht van een klant als koning.
Wat is dat met academici die over warenhuizen praten?
Manuel Sintubin vraagt de rectorkandidaten onderwijs niet als een afgewerkt product te laten beschouwen, maar als een proces dat een samenwerking vormt tussen student en docent. Laat me dat maar even het content-principe noemen. Een principe waarbij niet de verpakking van ons onderwijs centraal staat, maar de inhoud. Waar winkelier en klant samenwerken om met een hanteerbaar product te kunnen buiten wandelen.
Recente bevraging bij studenten door de Studentenraad alsook de discussies tussen studentenvertegenwoordigers op de Algemene Vergadering van Stura tonen dat studenten tevreden zouden zijn met zo’n terugkeer naar het ruwe product.
95% van de bevraagde studenten gaf aan dat ze liever les hebben van een top-lesgever en een gedreven spreker al is die niet per se een toponderzoeker. Dat betekent niet dat we af willen van toponderzoekers en ook niet van toponderzoekers in de aula. Het is een roep naar waardering voor onderwijs. Aan de ene kant moeten goede lesgevers beloond worden voor het talent dat ze hebben en de inspanning die ze leveren. Aan de andere kant moet ruimte gemaakt worden voor vorming voor docenten. Niet alleen een vormingsaanbod, maar ook vormingsruimte.
Het klassiek hoorcollege, het werkcollege en het practicum wordt door studenten nog steeds aangeduid als favoriete lesvorm, zelfstudie als hun minst favoriete. Studenten houden dus vast aan hun gekende merken. Vraagt de Studentenraad dan naar een verbod op import van vernieuwing? Zeker niet, maar de meerwaarde moet duidelijk zijn voor studenten.
Tot slot merk ik dat studentenvertegenwoordigers de eerste zijn om toe te geven dat de docentenevaluaties in hun huidige vorm niet werkbaar zijn. Ze begrijpen ook dat de evaluatie van docenten niet groen-rood als een delhaizepaal mag worden aangeboden. Maar een vorm van communicatie over het vak tussen docent en student lijkt me noodzakelijk als we samen kwaliteitsvol onderwijs willen maken.
Een voorstel van de studenten is om de evaluatie niet aan het einde van een lessenreeks vrij te geven, maar de dialoog tussen studenten en docenten al veel eerder te stimuleren. Het voelt nu soms raar om eerst heel je pak koekjes op te eten en dan te gaan klagen in een lang en rigide online-formulier. Het biedt je winkelier weinig mogelijkheden.
Blij dat studenten en docenten het daarover eens kunnen zijn. Dan is er ruimte voor dialoog, rectorverkiezing of niet.
Marie Vanwingh, voorzitter Studentenraad KU Leuven
Deze lezersbrief is een reactie op de vrije tribune van Manuel Sintubin, die eerder in Veto verscheen.