interview> Jonge theatermaker en performer over de subsidieknip
Zoë Demoustier: 'Dit is onze job, niet onze hobby'
Zoë Demoustier maakt onder andere voorstellingen voor fABULEUS. Als deel van het platform voor jonge makers In de Maak hekelt ze de mentaliteit die spreekt uit de knip in cultuursubsidies.
Een half jaar geleden zat Zoë aan tafel met een groep beginnende kunstenaars. Ze droomden over meer samenwerking binnen een nieuwe generatie makers. Zo ontstond In de Maak: een platform om werk te ontwikkelen, tonen en samen te groeien. Toen Jan Jambon bekendmaakte dat hij de projectsubsidies met zestig procent zou verminderen, kwam dat aan als een klap in het gezicht. 'Het lijkt een signaal, alsof de thema's waar we rond werken te gevaarlijk zijn.' De stad blijkt anders dan Vlaanderen wel te luisteren: enkele dagen geleden kreeg Zoë te horen dat het festival In de Maak opnieuw kan doorgaan, met financiële steun van Leuven.
Hoe hebben de besparingen invloed op jou als individuele maker?
Zoë Demoustier: 'Als je niet bij een cultuurhuis terecht kunt als jonge maker, is de andere optie een projectsubsidie aan te vragen, om individueel je werk te kunnen maken en te ontwikkelen. En om zo dingen te kunnen uitproberen.'
'Waar ik voor vrees, en wat we met In De Maak wilden voorkomen, is dat er nog meer een gevoel van concurrentie ontstaat. We hebben In De Maak opgericht om jonge makers met elkaar in contact te brengen en meer van bij het begin samen te werken. Dat je dat gevoel tegengaat van: o, die persoon mag dat wel doen en ik niet.'
Het vorige cultuurbeleid werkte die concurrentie dus ook al in de hand?
'Er was sowieso wat te weinig geld. Als er nu nog minder plaatsen zijn, is het een logische consequentie dat er nog meer gevochten gaat worden voor die plaatsen. Anderzijds voel je ook wel dat met wat er nu gebeurt een grote solidariteit ontstaat. Misschien kan dat iets opleveren, en vinden we een structuur om middelen te delen. Zodat je effectief meer samenwerkt omdat anders niemand overblijft.'
Is dat niet net het argument van Peter De Roover? 'Werk maar samen en los het zonder onze steun op.'
'Samenwerken is niet genoeg. Er kan geen werk gemaakt worden als er geen middelen zijn. Ik denk wel dat we creatief naar oplossingen kunnen zoeken, maar ik vind het heel onfair dat er wordt gedaan alsof wat we doen niet nodig is. Werkgelegenheid door kunst en cultuur wordt zwaar onderschat. Cultureel werk, artistiek werk, jeugdwerking, daar zijn zoveel mensen mee bezig.'
De kans een projectsubsidie te krijgen is 2 procent geworden en dan is er nog alle tijd die je in een dossier steekt. Als jonge maker heb je niet de knowhow van een cultuurhuis.
'Absoluut. En voor een projectsubsidie moet je ook eigenlijk al een bepaald aantal speelplekken hebben. Het is een beetje een vicieuze cirkel: wanneer je een dossier indient moeten er een paar huizen achter je staan om je werk te tonen, maar je moet die huizen ook kunnen overtuigen om dat te tekenen. En als je geen geld of middelen hebt, kan je niet echt iets laten zien.'
'Het schrijven van een dossier kost veel tijd. Ik heb wel iets ingediend bij deze ronde. Normaal gezien krijg je dan als je het niet hebt feedback en kan je de volgende keer opnieuw schrijven, maar nu lijkt het bijna zinloos en moet je echt alternatieven gaan zoeken.'
'Je kunt ondersteuning in de privésector zoeken, maar dan zit je snel in het commerciële circuit'
'Bijvoorbeeld bij de huizen aankloppen. Maar dat gaan nu heel veel mensen doen. Je kan ook ondersteuning in de privésector zoeken, maar dan zit je natuurlijk veel sneller in het commerciële circuit.'
Heb je dan ook geen domino-effect? Je kan wel bij die huizen gaan aankloppen, maar zij durven dan...
'… geen risico meer te nemen. Dat is inderdaad wat er kan gebeuren. Ik ging vandaag in een kleine gemeente spelen en zag in hun programmaboekje veel jonge makers staan. De programmator was een jonge, warme vrouw die duidelijk in een klein CC (Cultureel Centrum, red.) veel risico’s durfde te nemen. Ze zei ook dat ze daar echt voor stond.'
'Ze had de profielfoto van het CC aangepast met het gele 60%-logo. Een uur erna had ze telefoon gekregen van haar schepen dat ze dat eraf moest halen. Enkel omdat die schepen bang geworden was. De programmator vertelde me dat ze zich daar zo machteloos over voelde, eigenlijk het publiek op het podium wilde vragen, maar niets kon doen.'
'Ze zei ook dat ze voor de volgende programmatie nu niet weet wat ze mag doen van het bestuur, of ze nog zo’n werk gaat kunnen en mogen programmeren. Dat is dan iemand die zo jong is en vol energie zit, maar zelfs haar mond wordt gesnoerd.'
'Die budgetten betekenen voor ons echt heel veel; of je iets kan maken of niet, of je jezelf kan ontwikkelen of niet. Alle grote namen waar we nu mee pronken zijn ooit begonnen met zo’n projectsubsidie. Kijk naar die brief van Ivo Van Hove en Anne Teresa De Keersmaeker: zij konden dat door te kúnnen zoeken en te mógen falen.'
'Dat is ook waar we bij In De Maak heel fel voor staan: work in progress tonen, je kwetsbaar opstellen. Nu kan dat niet. Daarnaast denk ik ook: die middelen zijn voor ons misschien wel veel, maar in die grote pot zijn ze dat niet.'
'Het lijkt meer een signaal, alsof de thema’s waar we rond werken te "gevaarlijk" zijn of we te veel sociaal-artistiek werk doen, te veel dingen aankaarten of vragen stellen bij een politiek die nu gevoerd wordt of een soort mentaliteit die er nu is. Dat vind ik zo beangstigend.'
Hoor je van andere jonge makers dan ook dat zij in de toekomst willen proberen minder risico’s te nemen, meer binnen de lijntjes te kleuren?
'Dat denk ik niet. Ik ken ze natuurlijk niet allemaal. Maar ik heb het gevoel dat er een soort 'fuck you-mentaliteit' is. Dat mensen net massaal dingen gaan indienen. Zo werken kunstenaars vaak: er zit iets niet mee en ze vertalen dat naar een medium om er artistiek iets mee te doen. Ik ben wel bang dat mensen nu gewoon gratis werk gaan maken.'
'"Jullie zullen oplossingen vinden." Ja, maar wel zonder middelen'
'Dat dat waarschijnlijk zonder middelen gebeurt, en zo in stand wordt gehouden, is helemaal fout. Ze zeggen: "Jullie zullen oplossingen vinden." Ja oké, maar dat moet dan wel zonder middelen.'
Denk je dat je met die 'fuck you-mentaliteit' niet net iemand als De Roover in de hand werkt? Dat hij naar zijn achterban nog meer kan zeggen: 'Zie je wel, ze willen gewoon choqueren.'
'Mogelijk. Bij de eerste vergaderingen, protestacties en stakingen dacht ik: we moeten ook ergens voorzichtig worden dat we niet een soort clichébeeld worden van de kwaaie kunstenaars. Ik schreef op Facebook een brief waarin ik meer probeerde te tonen waar we voor staan, om er het menselijke uit te halen: "Hé, dit is wel onze job, niet onze hobby of iets waar we jullie mee pesten."'
'De samenwerking tussen jonge makers en de huizen is een wisselwerking. Wij hebben de huizen nodig als ondersteuning met hun kennis en ervaring, zij hebben jonge mensen nodig om te innoveren en daar te geraken. Als je weglaat wat ze nu de hummus noemen, dan stort dat in elkaar.'