SFEERVERSLAG REMEMBER MY NAME
Wie van moeilijke boeken houdt, zit goed bij Remember My Name
Vraagje: wat krijg je als je negen jonge getalenteerde acteurs samen gooit met een multimediaminnende regisseur en een gezonde fascinatie voor postmoderne literatuur? Antwoord: De nieuwe van productiehuis fABULEUS.
De foyer voor de Grote Zaal van het OPEK barstte op 6 november uit haar voegen. Camera's, jongeren en nog in te schenken champagneglazen alom. Wat heeft die heisa te betekenen? De goede verstaander leest tussen de regels en deduceert: het betreft de première van fABULEUS' nieuwe stuk Remember My Name.
We treffen de spelers op een ronde bühne. Negen post-factum kindsterren die vijftien jaar geleden in de destijds rázend populaire voorstelling Remember My Name speelden, komen nog eens samen. Let wel: de voorstelling gaat dus over het gelijknamige stuk waar ze zelf eerder in speelden. Hoofd erbij houden dus.
'Wat is het om te regisseren of geregisseerd te worden?'
Mitch Van Landeghem, regisseur
Uit zo’n reünie valt klinkende munt te slaan, en dus krijgen we ze in televisieshowvorm te zien. En zoals het hoort worden wij als studiopubliek mooi bij het handje gehouden. Op een scherm boven de scène komt zo nu en dan te staan wanneer we verwacht worden te applaudisseren: de productie voelt gelakt en gepolijst.
De showbizz voorbij
Iets meer over de inhoud. Centraal in het verhaal staan de negen acteurs Louise, Niah, Jenne, Ziba, Rik, William, Iris, Fatima en Shane, die overigens allemaal zichzelf spelen. Allen speelden ze vijftien jaar geleden in een voorstelling die hen tot supersterren maakte. Ze groeien dus op als kindsterren en vertellen daarover in het format van een televisie-uitzending.
Tussen dat televisieprogramma door worden er flarden van hun ervaringen van de minder salonfähige aspecten van beroemdheid geweven. Ze krijgen te kampen met eetstoornissen en bij uitbreiding zelfbeeldproblematiek en de sociale moeilijkheden van nooit als kind maar altijd als personage te leven.
Volgens regisseur Mitch Van Landeghem zijn dat kwesties waar ook wij mee te kampen krijgen. 'Wat is het om te regisseren of geregisseerd te worden? Hoe beïnvloedt een toekijkende wereld ons gedrag? Dat zijn vragen die de wereld van de showbizz overstijgen. Vandaag moet iedereen daarmee dealen', vertelt hij in een interview met fABULEUS.
Modernisme en meer
Zoals we van Van Landeghem gewoon zijn, wordt er gretig gespeeld met het vormelijke aspect van theater. Verschillende perspectieven, lagen van zelfverwijzing en vertelstandpunten worden door een drastische ommezwaai in belichting en achtergrondmuziek gekenmerkt.
Soms wordt er gewoon een behind-the-scenes-filmpje getoond. Het is duidelijk: angst voor Virginia Woolf hebben ze niet gevoeld in het scenaristenhoofdkwartier. Een sporadische theaterganger zou spontaan beginnen denken dat de huzarenstukjes van het modernisme terug in vogue zijn.
Maar Van Landeghem gaat verder dan fratsen uit die modernistische trukendoos. Het stuk is – geheel op z’n Obelix’ – als jong scenariootje in een ketel vol zelfverwijzing gevallen: als ik juist geteld heb zijn we op een gegeven moment vier (!) lagen diep gegaan (een actrice beschrijft een presentatie waarin beschreven wordt hoe een filmpje een actrice toont, die dan weer dezelfde persoon bleek te zijn).
Nog eentje uit bovengenoemde doos: rondom een cirkelvormig podium staat hoogstens één muur. Van een tweede of derde is geen sprake; laat staan een vierde, en daar maakt Van Landeghem gretig gebruik van. Het publiek wordt aangesproken en gekneed, vervormd en verbogen: daarin blinken kindsterren bij uitstek uit. Dan keert de zaak om: spelen wij niet hún scenario? De ommekeer is volledig wanneer de acteurs de schijnwerpers nemen en ons in het gezicht beginnen te schijnen. Pynchonfanatici: viert zege!
Het publiek wordt aangesproken en gekneed, vervormd en verbogen
De muziek- en dansnummers werden als dikke Broadwaypersiflerende honing tussen de kiertjes van de voorstelling gegoten – met op het einde een reprise van het openingsthema toe. Dat is natuurlijk hoe het een voorstelling die de mosterd bij Heiner Müller en co haalt betaamt: pasticheren tot het geen naam meer heeft.
Dus: wie tegen een metafysisch stootje kan en niet terugdeinst van een voorstelling waar je wat werk in moet steken, vindt in Remember My Name dezelfde warme kwaliteit als in een lekker boek. Wie van lekker moeilijke boeken houdt, vindt in Remember My Name een spiegel: leuk om te bekijken. Wie graag heeft dat theater sec, lineair en tot het podium beperkt is, blijft beter thuis. Maar goed, dat is saai volk, en saai volk aantrekken is een doel dat haaks staat op dat van het jonge fABULEUS-geweld.