artikel> Een blik op het Leuvense Kortfilmfestival
Wie het kleine niet eert, is de langspeelfilm niet weerd
Weinig mensen die op hun zaterdagavond kortfilms zitten kijken in de sofa. Onterecht, als het van Cinema ZED en co afhangt.
Ze zijn ondertussen al aan editie vierentwintig toe van het Kortfilmfestival - een soort hybride mix van een filmfestival en een talentenjacht. ‘Het grote doel is om de makers te ontdekken die later gaan doorbreken met hun langspeelfilms,’ vertelt programmadirecteur Vincent Langouche. ‘Vier jaar geleden was er bijvoorbeeld Lukas Dhont die de juryprijs won, en die nu de wereld verovert met Girl. Het is ook leuk om te zien dat die nu nog terugkeert naar het festival om een masterclass te geven.’
Langspeelfilm > kortfilm?
Die route is verre van uitzonderlijk. Veel jong talent zet de eerste stappen in de filmwereld met een kortfilm. ‘Dat is vaak uit praktische overwegingen’, aldus Langouche. ‘Klein beginnen is denk ik echt wel een goed idee, en biedt ook meer vrijheid dan bij een langspeelfilm, zowel creatief als financieel.’
Ook Gilles Coulier, die vorig jaar debuteerde met het fel bejubelde Cargo en ook de cultreeks Bevergem regisseerde, rolde via het kortfilmcircuit de filmwereld in. ‘Kortfilm is superbelangrijk geweest voor mij. Als student kan je via een kortfilm tonen wie je bent en waar je toe in staat bent. Anderzijds is het ook niet alleen een opstapje. Wie kortfilms maakt als tussenstap, maakt eigenlijk zelden kortfilms die op zichzelf kunnen staan.’
In kortfilm kan er ook zoveel meer geëxperimenteerd worden en risico genomen worden
Vincent Langouche, programmadirecteur Kortfilmfestival
Kortfilm speelt dus niet louter tweede viool. Ook Langouche rept zich om de autonomie van het genre kortfilm te onderstrepen, en tikt ons gaandeweg even op de vingers. ‘Het is geen genre op zich - er is veel variatie binnen het format. Er zal altijd wel een aangename verrassing in zitten, net door die variatie.’ Wie het programma ter hande neemt, wordt inderdaad geconfronteerd met een veelkleurige legpuzzel, die uiteenvalt in vele kleine fragmentjes.
'In kortfilm kan er ook zoveel meer geëxperimenteerd worden en risico genomen worden.’ Dat experiment moet je niet alleen inhoudelijk, maar ook technologisch begrijpen. ‘Nieuwe technieken worden vaak eerst toegepast in kortfilms. Dat proberen we ook in het oog te houden, onder andere met een volwaardige VR-filmset op het festival,’ pronkt Langouche.
Het is zo’n beetje als bij kortverhalen of bij poëzie - de mensen met interesse gaan hun weg sowieso wel vinden
Gilles Coulier, regisseur
Ondanks die innoverende rol blijft het moeilijk voor de kortfilm om een niche voor zichzelf uit te bouwen, beseft ook Coulier. ‘Via Telenet kan je redelijk wat kortfilms bekijken, of via Dalton (VOD-platform van Cinema ZED, red.). Maar er is niemand die in de zetel gaat zitten ‘s avonds en zegt, we gaan eens zes kortfilms na elkaar kijken. Het is zo’n beetje als bij kortverhalen of bij poëzie - de mensen met interesse gaan hun weg sowieso wel vinden. Of het nog makkelijker kan, daar ga ik mij niet over uitspreken. Maar je voelt toch dat mensen liever anderhalf uur nemen om een film te kijken of een serie dan naar een kortfilm te kijken.’
Zieltjes veroveren
En dan toch is daar het Kortfilmfestival, dat een moedige poging doet om een breed publiek naar de zalen te lokken. ‘Het publiek is heel gemengd - een derde is bezig met film of zit in de audiovisuele sector, het andere derde is student en de rest is ‘ongedefinieerd’,’ schat Langouche. Een snelle blik over het festivalterrein bevestigt die schatting enigszins.
De kortfilms worden onderverdeeld in blokken, die telkens min of meer anderhalf uur in beslag nemen. ‘Zoals altijd staan de competities centraal op het festival - drie Vlaamse en één grote Europese. In totaal zijn er zo’n tachtig kortfilms in competitie,’ gaat hij verder. Dat aantal is slechts een fractie van het aantal inzendingen. In totaal passeren een kleine tweeduizend films de netvliezen van de organisatie, waaruit op haast magische manier een selectie moet gemaakt worden. ‘Ik stel het programma gelukkig niet alleen samen. We zijn met een groot team - als iedereen een paar honderd films kijkt, komen we er wel. Het selectieproces is voor ons ook heel leuk. Dan kom je plots zo’n film tegen waarvan je denkt, wow, die wil ik met iedereen delen.
Samen ben je met die generatie verantwoordelijk voor de toekomst van de sector
Gilles Coulier, regisseur
Het moet gezegd - de buzz van het festival werkt enthousiasmerend. Wie iets te maken wil hebben met cinema, of het nu passief is of actief, komt maar beter eens naar het Kortfilmfestival, beaamt ook Coulier. ‘Ik heb er hele goeie vrienden aan overgehouden, tot op de dag van vandaag. Uiteindelijk gaat het om collega’s, en samen ben je met die generatie verantwoordelijk voor de toekomst van de sector. Daarom is het heel belangrijk om te kunnen zien wat er allemaal aan het gebeuren is binnen die wereld.’
Het loont natuurlijk om de proef op de som te nemen. Zonder enige echte cinematische ambities trokken we de zalen in voor een paar - relatief willekeurig geselecteerde - blokken kortfilms.
Oscar Shorts
Tegendraads als we zijn begonnen we meteen bij wat het neusje van de zalm moest heten, de Oscar Shorts - genomineerden voor het hoogste goed in de filmwereld. Dekalb Elementary, een zinderende spanningsoefening over een schietpartij in een hogeschool, mocht de spits afbijten. Een visitekaartje dat kan tellen. The Silent Child, een heel Brits verhaal over een doof meisje en haar opvoedster, voelt vervolgens wat aan als een commercial door de militante boodschap op het eind. Krachtig, dat wel. Een andere vibe spreekt uit My Nephew Emmett, een gitzwarte representatie van het verhaal van Emmett Till, een zwarte jongen die doodgeranseld werd omdat hij naar een blanke vrouw zou gefloten hebben. Zwaar op de hand, maar misschien net daarom noodzakelijk. The Eleven O’Clock brengt ons een psychiater die als patiënt iemand over de vloer krijgt die rotsvast gelooft zelf een psychiater te zijn. Hilarisch in zowel opzet als uitvoering - een masterclass in verwarring zaaien. Afsluiten doen we voor dit blok met Watu Wote - All of Us, een mooi verfilmd verhaal over de conflicten tussen christenen en moslims in Noord-Afrika. Om even stil van te worden.
World Jam
Wie geen rooie duit op zak had, kon in het STUKcafé terecht voor gratis kortfilms met livemuziek van twee geweldige muzikanten. De daaropvolgende jamsessie was wat betreft muzikaal niveau ietsje minder, te danken aan het feit dat de halve zaal plots op het podium te vinden was. Sfeer troef, dat wel.
Ab Ovo bleek een prachtig uitgevoerde animatiefilm over de veranderingen die het vrouwelijk lichaam ondergaat tijdens de zwangerschap en wist ons zeker te bekoren. Simpel en toch ontroerend. Leaves was dan weer heel geschikt om het oxytocine-niveau op te krikken. Ook hier geen moeilijk verhaal, maar vooral een heel schattig meisje en prachtige tekeningen. Het roer werd omgegooid in Birth of a Nation - nee, niet die enorm racistische film van D.W. Griffith, maar een onschuldige kortfilm van Kamil Polak, over… stipjes. We zijn niet overtuigd, maar toch liever stipjes dan de Ku Klux Klan. Het beste moest echter nog komen met Danny Boy. Deze film over liefde op een onverwachte plaats was met voorsprong de beste van de groep. Een uitwerking zo mooi, vernieuwend, grappig en aandoenlijk dat je deze film liefst de hele avond op repeat zou zetten.
Vlaamse Competitie: Animatie 1
Soms mag je ook wat chauvinistisch zijn en het lokaal talent gaan opsnuiven. Helaas hadden slechts een paar mensen dit door, want wij deelden de zaal met vijf anderen. We slaan even enkele kortfilms over en bieden een overzicht van wat ons bijbleef.
Fighting Pablo is eerder conceptueel dan verhalend, maar wel erg toegankelijk. Extra credits voor de geweldige cameo’s van iconen uit de hedendaagse popcultuur. Een werk waar Pablo Picasso zelf van onder de indruk zou zijn, en dat opgevolgd werd door Fyren, een aandoenlijk verhaal over een meisje dat haar grootvader bezoekt, met een even schattige animatiestijl. Rosalien Helsen schetst een wereldje waar je maar al te graag in weg zou kruipen.
Liefhebbers van al wat schattig is konden hun hart ophalen bij Meneer Papier gaat uit wandelen, gebaseerd op het boek van Elvis Peeters met tekeningen van Gerda Dendooven, is een geweldige film die alle prijzen had moeten winnen. Het is de ultieme feel good-film, en dat zonder enig cliché. En hoe prachtig loopt die papieren meneer. Pantin is eveneens een verrassend schattige animatie, met een ventje dat we graag zouden adopteren. Hopelijk laat Timothée Crabbé zijn wurm nog meer avontuurtjes beleven, want deze liet qua plot nog wat te wensen over. Tot slot was er nog Bloeistraat 11, een film die meer aandacht verdient dan hij gekregen heeft. Een realistisch verhaal, gegoten in een animatie vol verrassende vondsten.
Comedy Shorts
Kortfilm leent zich tenslotte ook prima tot comedy. Zo was er het kolderieke Brug. Twee Hollandse meneertjes willen op hetzelfde moment dezelfde brug over met hun wagen. Charmant én grappig, en overigens ook te bekijken op Vimeo. Doen! Ook Clanker Man is een fijne kortfilm. Zeer te pruimen, net als Punchline. Twee losers willen iemand neerschieten, maar worden het maar niets eens over de coole punchline die het nekschot vooraf moet gaan. Lachen met clichés werkt altijd, en is hier gewoon heel goed gedaan. Dat geldt ook voor Gustav, over een man die in zijn hoofd zit met Gustav Holst -letterlijk- en Giraffe, waarin een erotische hotline voor dierenvrienden in de problemen komt wanneer iedereen plots wil klaarkomen bij het geluid van een giraffe.
Het is moeilijk om een slotsom te maken bij een evenement als het Kortfilmfestival. Is het een talentenjacht? Dat zeker. Het is soms likkebaardend kijken naar de vele pareltjes die op het scherm verschijnen. Tegelijkertijd is het ook tragisch dat deze vaak bijzonder leuke en karaktervolle films slechts zo zelden hun weg vinden naar een breder publiek. Hoe dat zou moeten gebeuren? Geen idee, maar het Kortfilmfestival is alvast een hele fijne eerste kennismaking.