artikel> Onderhond: Frank
'What goes on inside that head... inside that head?'
Nu het academiejaar zijn einde nadert, komen we eindelijk bij de film waarvoor ‘de Onderhond’ werd opgericht: de uiterst genietbare maar te onbekende film ‘Frank’.
In Frank volgen we de jonge Engelsman Jon (Domnhall Gleeson) die zich halsoverkop aansluit bij een vreemde band en zo ontdekt dat het leven van een muzikant niet altijd rozengeur en maneschijn is.
Wanneer hij tijdens een brainstormsessie langs de kade wandelt is hij getuige van een man die zich probeert te verdrinken in de zee. Een groepje toeschouwers laat langs de neus weg weten dat het om hun toetsenist gaat en ze nu dus een nieuwe moeten zoeken. Wanneer Jon positief antwoordt op de vraag of hij de noten C, F en G kan spelen, is hij meteen een lid van ‘Soronprfbs’ (hoe die bandnaam uitgesproken wordt, weten zelfs de leden niet).
Na een verwarrend optreden laat hij weten dat hij een volwaardig lid van de band wil zijn en aanwezig zal zijn op de volgende repetitie. Bij het ophalen komt hij echter te weten dat ze meteen doorreizen naar Ierland om zich af te zonderen tot ze hun album af hebben. Dat blijkt uiteindelijk langer te duren dan gedacht. Het verhaal houdt daarna ook nog halte in het indiewalhalla van South by Southwest.
Hoewel het verhaal al redelijk boeiend is, blinkt Frank vooral uit in zijn enigmatische eigenheid. De bandleden zijn bijna karikaturen van hoe je een indieband voor je ziet (een van de bandleden speelt theremin; twee bandleden hadden een relatie, een bandlid spreekt geen Engels), met als culminatie van al dat hipstergedoe de frontman: Frank. Naast een aparte manier van muziek maken en lyrics verzinnen die in de verste verten geen hout snijden - lees: Stale beer / fat fucked / smoked out / cowpoked / sequined mountain ladies / I love your wall - is zijn meest opvallende attribuut zijn hoofd.
'Welcoming smile'
De hele film lang draagt hij immers een gigantisch papier-maché hoofd. En op Jon na lijkt niemand daar zich ook vragen bij te stellen. 'I have a certificate', geeft Frank zelf aan, en daar lijkt de kous mee af te zijn. Dat je als filmmaker voor die rol niemand minder dan raspaard Michael Fassbender cast, en hem op die manier letterlijk een hele film onzichtbaar maakt, kunnen wij niet anders dan onze hoed afnemen. De dode blik van het masker wordt trouwens gecompenseerd door het luidop noemen van gezichtsuitdrukkingen. Kwestie van de interacties vlotter te laten verlopen.
Met Maggie Gyllenhaal in de rol van jaloers bandlid dat zowel verliefd is op Frank, als interne saboteur van het grote succes krijgen we nog een extra topnaam in de cast - al excelleert elke acteur in zijn excentrieke rol. We zouden maar al te graag een optreden bijwonen van de Soronprfbs, niet enkel voor de leden van de band, maar ook omdat de muziek uitermate interessante is. Zowel de enorm eclectische nummers als de meer poppy nummers bleven dagen na de kijkbeurt in het hoofd ronddwalen (en ook nu hoor je ons nog af en toe het coca-colalied neuriën - of als we alleen zijn mompelen Coca cola, lipstick ringo / dance all night, dance all night).
Oscars had de film natuurlijk niet verdiend, maar de totale onbekendheid waarmee deze langspeler door het leven moet, is ook een groot onrecht. Heel vernieuwend is het verhaal niet, en het is niet de eerste film met een bende weirdo's als focus, maar de afdaling in de wondere geest van Frank is waarlijk een genot om getuige van te zijn. Dus als je een volgende avond weer eens doelloos doorheen het Netflix-aanbod zit te scrollen, laat het Friends voor de tigste keer bekijken dan links liggen en waag je eens aan dit zwartkomisch pareltje. Je zal er sowieso van genieten, ik zweer het op het papier-maché hoofd van een goede vriend van mij.