recensie> Filmrecensie: AlphaGo
‘We staan nog altijd dichter bij een slimme wasmachine dan een Terminator’
Docville zet dit jaar stevig in op wetenschap, met als hoogtepunt deze film over de grootste mijlpaal in de geschiedenis van AI: een computer die een professionele speler verslaat in het bordspel Go.
Tegenwoordig worden we ermee om onze oren geslagen: artificiële intelligentie (AI) haalt om de zoveel tijd wel de voorpagina’s of de hoofdsegmenten in het avondjournaal. Van je gps tot spamfilters tot apps die je gezicht omvormen tot een 80-jarige man: AI is niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. Hoogtechnologische mijlpalen zijn dit evenwel niet, dus had DeepMind, het kleine broertje van Google dat zich focust op AI, in 2014 het idee in het hoofd gehaald AI naar the next level te duwen met het spelletje Go.
Go staat al eeuwen bekend als het moeilijkste bordspel ooit. Het aantal verschillende variaties van een bord is zelfs meer dan het aantal atomen in het universum. Tot de derde macht. Daarom zag DeepMind dit direct als dé uitdaging in het veld van AI en richtte het AlphaGo op: een R&D-team (research and development, red.) met als enige doel een programma te schrijven dat de beste Go-speler ter wereld kon kloppen in een beste-van-vijf toernooivorm. En zoals iedereen die twee jaar geleden niet onder een rots leefde weet, is AlphaGo erin geslaagd de Koreaan Lee Sedol, algemeen beschouwd als de beste Go-speler ter wereld, te verslaan. Die slopende vijf dagen midden maart 2016 zijn genoeg voer om een van de meest interessante en intrigerende documentaires van het afgelopen jaar te maken.
Muziek, schilderen, kalligrafie en Go
De status van Go staat al vast sinds de vijfde eeuw voor Christus. Om een echte gecultiveerde gentleman te zijn in het oude China, moest de persoon in kwestie vier kunsten beheersen: het muziekinstrument guqin bespelen, schilderen, kalligrafie en Go. Die eeuwenoude status en hevige afhankelijkheid van creativiteit en intuïtie - typisch menselijke kenmerken - maakten het een heuse uitdaging voor AlphaGo. Niemand - waarschijnlijk zelfs het AlphaGo team zelf niet - had dan ook verwacht dat AlphaGo zo’n spetterende prestatie zou leveren. En hoewel de score al twee jaar vast staat, weet de documentaire toch de spanning en sensatie erin te houden.
Hoewel de score al twee jaar vast staat, weet de documentaire toch de spanning erin te houden
De kracht van deze film ligt dan ook in het overbrengen van menselijke emoties in zowel wetenschappelijke als sportieve prestaties. De vele close-ups van de gelaatsuitdrukkingen van Sedol, van het R&D-team, van de commentatoren, van de jury… Ze tonen passie, verrassing, bedroefdheid, geluk en met momenten angst. Het geluk dat afstraalt van de wereldkampioen wanneer hij eindelijk wint, brengt een instant smile op je gezicht omdat je zo meeleeft met hem. Nadat zijn eer al drie keer op rij werd gekrenkt, voelt die overwinning alsof hij net de hele wedstrijd gewonnen heeft.
Het spel en de interacties culmineren in een paar opmerkelijke realisaties. We leren dat machines zo geavanceerd kunnen denken dat ze haast creatief kunnen worden genoemd. We leren dat Go ‘de echte spiegel van je ziel’ zou zijn, waar je jezelf in terugvindt en denkt ‘ben ik dit? Is dit wie ik werkelijk ben?’. Meer nog, leren we dat de menselijke intuïtie iets is waar zelfs de slimste machine niet op kan inspelen. Zoals Michael Stuhlbarg het al zei in Call Me By Your Name: ‘nature has cunning ways of finding our weak spots.’ Zo ook heeft de mens sluwe manieren om de zwaktes van een computer te ondermijnen.
De gulden middenweg
De toegankelijkheid van deze film is een andere factor die hem tot een van de beste documentaires van het afgelopen jaar maakt. Go is easy to learn, hard to master en maakt het daarmee gemakkelijk om voor te stellen aan het grote publiek. Een grote Go-kenner hoef je dus zeker niet te zijn. Een wetenschapper evenmin, want de netwerken waarop AlphaGo gebaseerd is, worden net genoeg aangehaald om de kenner te bekoren en worden genoeg gecondenseerd om het publiek niet te doen duizelen. Dit is een balans die weinig wetenschapsdocumentaires weten te vinden.
Of deze overwinning ook betekent dat we een stap dichter staan bij de gevreesde Terminator of The Matrix scenario’s? Dat zeker niet. Er wordt genoeg gewezen op het feit dat AI nog maar op zijn eerste pootjes staat en dat we dichter bij slimme domotica zitten dan een robotaanval op de mensheid. Dat de film het morele debat enigszins achterwege laat, kunnen we geheel door de vingers zien, want dat zou de film enkel afleiden van de essentie.
We leren dat de menselijke intuïtie iets is waar zelfs de slimste machine niet op kan inspelen
Als wetenschapper kan ik deze film enkel toejuichen. Beknopte toelichtingen, interessante analyses en visuele data. Meer moet je niet hebben. De vele beelden van computerschermen met data-analyses van de matchen kan ik dan ook oprecht enkel als sexy omschrijven.
Maar ook als filmliefhebber is dit een film om te koesteren. Het verhaal blijft bij de essentie en wijkt niet af, is toegankelijk maar niet vulgariserend, leert je zonder twijfel iets bij en straalt emoties uit over het hele spectrum. Zo hoort een informatieve documentaire gewoonweg te zijn en niet anders.
Ondertussen heeft DeepMind een nieuwe versie van AlphaGo ontwikkeld, AlphaGo Zero gedoopt. Zo zien we maar dat zelfs de beste programma’s nog altijd niet goed genoeg zijn. Om het in de woorden van één van de commentatoren te zeggen: ‘if DeepMind had managed to write code without bugs, that would be a bigger story than AlphaGo beating a professional.’ Tijd voor een nieuwe film over AlphaGo Zero dan misschien? Wij knikken alvast van ja.