recensie> Recensie van Elements, het winteroptreden van het Arenbergorkest
Water, Aarde, Vuur, Muziek!
Even zeer als de voorbije jaren stelt het Arenbergorkest allesbehalve teleur. Met een mengeling tussen klassiek en modern, breken in de Pieter de Somer-aula de vier elementen los.
Naar goede gewoonte kiest het Arenbergorkest ook dit semester weer een thema om hun voorstelling mee in te kleden. Deze keer zijn het de vier elementen. Water, aarde, vuur en lucht zijn wederkerend in de stukken die worden opgevoerd, en in het geprojecteerde beeldmateriaal dat het concert ondersteunt. Aan ieder stuk worden één of enkele van de vier toegewezen, en ook het publiek kan deelnemen aan de elemententhematiek via een horoscoopquiz die men tussen de stukken door kan invullen.
Stormloop en verwondering
De twee stukken waarmee geopend wordt, zijn meteen veruit de sterksten van de eerste helft, als niet van het hele concert. Niet dat de anderen daarom slecht zijn, verre van, maar Into the Storm van Robert Smith en de soundtrack van Ori and the Blind Forest steken eruit omdat ze zo sterk hun emotie overbrengen. Misschien ook omdat ze, ondanks op elkaar te volgen, zo contrasteren met elkaar. Into the Storm is bombastisch, hevig, en zet luisteraars onder stroom met zijn explosieve bravoure die waardig is aan filmepiek. Daarentegen is Ori and the Blind Forest juist een heel delicaat stuk dat kalm is, en klinkt als intieme verwondering in plaats van Into the Storm’s glorieuze stormloop. Pun intended.
'Tanz in der Halle des Bergkönig' is escalatie in muziek gevat
De laatste opvoering voor de pauze zijn enkele stukken uit de suite van
Peer Gynt, een klassiek Noors toneelstuk over de avonturen van een gelijknamige jongeman, waarin hij onder anderen in het koninkrijk der bergtrollen terechtkomt. Het wilde en uitbundige gedrag van deze wezens wordt perfect gevat in het laatste van de drie delen:
Tanz in der Halle des Bergkönig. Dit stuk, bekender onder zijn engelse naam
In the hall of the mountain king, is escalatie in muziek gevat. Luider en luider, sneller en sneller, sleept dit nummer de luisteraar halsoverkop mee in Peer Gynt’s avontuur.
Klap de bliksen, trappel de donder
Na de pauze komen enkele stukken uit Gustav Holst’s The Perfect Fool aan bod, net als een deel van de soundtrack van The Legend of Zelda: Wind Waker. Beiden zijn zeker indrukwekkende stukken muziek, maar ze bezitten de schwung van de eerdere nummers niet echt. Misschien is dit omdat ze relatief lang zijn, en omdat ze eentoniger lijken. Bij de delen uit Wind Waker wordt er nochtans wel gevarieerd in gemoed van de muziek, en wordt er ook geweldig gebruik gemaakt van de technische ondersteuning: lichtspel en rookmachines zetten de dramatische segmenten kracht bij met een rood kleurenschema en stoten van rook die aandoen als geisers of vulkanische uitbarstingen.
De werkelijke finale van het orkest is echter een ander stuk, namelijk 'Unter Donner und Blitz' van Strauss.
Igor Stravinsky staat volgens het programmaboekje als laatste in de rij, met een passage uit het ballet
De Vuurvogel. De werkelijke finale van het orkest is echter een ander stuk, namelijk
Unter Donner und Blitzvan Strauss. Net als de vorige jaren, mag het publiek tijdens dit stuk deelnemen: gebaseerd op de uitkomsten van de eerder vermeldde quiz worden de toeschouwers verdeeld in groepen die de bliksem klappen, de donder trappelen met hun voeten, de regen knippen met hun vingers en al fluitend de wind nadoen. Wanneer het publiek een storm laat horen die heviger en heviger wordt, breekt
Unter Donner und Blitzlos, als een spectaculaire afsluiter van het Arenbergorkest.