voorbeschouwing> Hier speelt niemand op veilig
Voorbeschouwing: Wat/nu (tg STAN)
Na tien jaar staan de vier sterkhouders van tg STAN samen op de scène. Hun messcherpe sociale satire is nauwelijks afgebot. Au contraire. Nog nooit zo’n grote spiegel gezien.
Ontmoet Ulrike en Michael. Deze hippe Berlijners zitten niet om geld verlegen en zijn geen gluten genegen. Bourgeois bohémiens. Onze koffiezaken, aula’s en schouwburgen braken ze uit.
Zij (Sara De Roo) werkt voor kunstpaus Haulupa (Damiaan De Schrijver). Als student wou ze zelf de galerijen veroveren, maar haar werk verzandde in kleinburgerlijke kneuterigheid. “Kunst is dan ook geen hobby,” roept haar baas haar toe. “Het is niets wat je tussendoor doet. Het is je leven.”
Hij (Frank Vercruyssen) is spoedarts. Mentaal en fysiek is Michael op. Hij droomt van een uitvlucht als Arts Zonder Grenzen, al komen al die donkere mensen en hun exotische ziektes dan wel erg dichtbij.
De seks is dood. Ulrike verveelt zich wanneer zijn hoofd tussen haar benen verdwijnt. Zelfs de fut om aan een ander te denken ontbreekt. Haar lichaam is voor Michael een mijnenveld. “Als ik aan haar borsten zuig, dan lijk ik net een baby, vindt ze. Alles wat ik doe is fout.”
Alleen de bakfiets ontbreekt.
Deze hippe Berlijners zitten niet om geld verlegen en zijn geen gluten genegen
Liters witte wijn en een stoet Oost-Europese kuisvrouwen zijn het enige bindmiddel van dit overwerkt (“Burn-outs zijn cool! Te veel werken is cool!”) progressief paar.
Tot Jessica Schmidt (Jolente De Keersmaeker) ten tonele verschijnt. Deze schoonmaakster krabt het laatste restje schone schijn weg. Daaronder: gêne en al te herkenbare hypocrisie. Want hoe ontsla je een kuisvrouw, wanneer je vindt dat ze stinkt? Waarom wordt ze ongemakkelijk wanneer je haar je afdragertjes in de handen duwt? Begrijpt ze niet dat jij wil consuminderen? Dat jij te veel en zij te weinig heeft? Ooit was je zelf arm, hoor. Toen je studeerde, kreeg je nauwelijks vijftig euro per week!
Toch is Michael een imperialist, oordeelt Haulupa hard. De nobele blanke wil noodlijdende Afrikanen redden, maar betaalt ondertussen Jessica om z’n eigen vuiligheid op te ruimen.
Overijverige filosofiestudent
Wat/nu is een dialoog tussen twee theaterteksten. De hoofdbrok van de voorstelling is Een stuk plastiek van Marius von Mayenburg en is een messcherpe sociale satire. Voor tg STAN is dat bekend terrein. Vorig jaar haalden ze in Tsjechovs De Kersentuin de negentiende eeuwse Russische aristocratie door de mangel. Nog zo’n lege elite.
De eenakter Slaap, kindje, slaap van de Noor Jon Fosse smaakt als aperitief minder door. “Wie ben ik?” “Wat doen wij hier?” “Er is geen bedoeling meer.” De confrontatie met Een stuk plastiek leert dat morele leegte meer dan het voorrecht van een gegoede middenklasse is. We zijn allemaal op de dool. De hoogdravende tekst overstijgt echter nauwelijks de in weltschmerz geweekte schrijfsels van een overijverige filosofiestudent.
Bertolt Brecht is al zestig jaar dood, maar zijn stoffelijk overschot stinkt hier niet
Al kan dat aan de droge acteerstijl liggen. In tegenstelling tot bij Een stuk plastiek doet die stijl ons voorafje geen deugd. De acteurs houden een meter of twee emotionele en ironische afstand tot hun tekst. Ze staan ernaast. “Het is toch veel interessanter om een melodramatische rol opgewekt te spelen,” liet Vercruyssen ooit optekenen.
Het is het handelskenmerk van een gezelschap dat stevig in de Brechtiaanse traditie staat. De vier spelers stellen zelf hun karakters voor. Scripts slingeren op de scène rond. Van de vierde wand tussen podium en publiek rest niets meer dan een ruïne.
Het geeft de vrijheid aan een bebaarde reus als De Schrijver om zowel een kunstpaus als het twaalfjarig, beeldgeobsedeerd zoontje van Ulrike en Michael te spelen, zonder dat het deert. Het maakt theater meer dan make believe en entertainment. Als toeschouwers zijn we geen onschuldige passanten, zeker na een eindscène van M. Night Shyamalaanse proporties. We zitten er middenin. Hier speelt niemand op veilig.
De hemel valt op de aarde
Is dit nieuw? Nee. Bertolt Brecht is al zestig jaar dood. Zijn ideeën hebben de verste uithoeken van het amateurtheater verovert. Maar zijn stoffelijk overschot stinkt hier niet.
Een overdosis Brecht kan een voorstelling breken. Dan pretenderen acteurs niet langer een verhaal te vertellen, maar preken ze voor een linksig publiek. Nadien kloppen we elkaar in de foyer op de schouder: weeral de wereld verbeterd.
Zo niet hier. Niet alleen is Een stuk plastiek tekstueel zowel brutaal als subtiel. Ook de enscenering slaagt daarin. Nochtans gelooft het gezelschap naar eigen zeggen niet in repeteren, noch in regie. Je kan niet naast de theaterspots kijken als ze naar het einde toe het podium raken. Dat ze al een hele voorstelling langzaam dalen, viel niet op. De hemel valt op de aarde en we hebben het gemist.
Wat/nu confronteert, maar beleert nooit. Perfect voor een goedhartige en kritische stad als Leuven die soms naar een kleinburgerlijke bubbel neigt.
Voor de voorstelling van dinsdag 22 maart in 30CC/Schouwburg zijn er nog tickets beschikbaar.