recensie> Je moet er maar opkomen…
Vlaamse Improcup imponeert voor de tiende keer
Ter plaatse verzinnen hoe je het publiek zal inpakken en op gevatte opmerkingen moet trakteren: daar was het hem om te doen op de Vlaamse Improcup van Preparee.
Afgelopen woensdag organiseerde Studenten Improvisatietheater Preparee voor de tiende maal de Vlaamse Improcup. Afgevaardigden uit tien verschillende improvisatiegroepen streden er om de titel. Wat er die avond precies zou gebeuren wist niemand, ook de spelers niet. Alles moest ter plaatse verzonnen worden.
Het evenement vond plaats in de Aula Pieter De Somer en die zat afgeladen vol. De twee olijke presentatoren, Klaas Van den Broeck en Toon Santermans, waren beide voorzien van een gelijkaardig bretellenpakje, waarmee de toon voor de rest van de avond meteen gezet was. Het zou er allemaal niet te serieus aan toe gaan.
Dat de kandidaten afkomstig waren uit verschillende gezelschappen, was nauwelijks merkbaar
De tien kandidaten, uitgedost in T-shirts in tien verschillende kleuren, bestormden het podium en werden ontvangen onder luid applaus. Als wespen dromden ze rond de microfoon en voerden ze een steekspel aan dialogen. Dat zij afkomstig waren uit verschillende gezelschappen was overigens nauwelijks merkbaar. Alsof ze elkaar al jaren kenden: zo goed speelden ze op elkaar in en voelden ze elkaar aan. Er werden gretig high fives uitgewisseld bij goede pointes en knuffels bij het aflossen. Instant verbroedering tussen gelijkgestemde vreemden.
Wereldkampioenschap Slow Motion
De hele avond bestond uit verschillende improvisatiespelletjes waarbij het publiek als klankbord werd gehanteerd. Zo moest men bij het eerste spelletje, getiteld The Google, een vraag op originele manier beantwoorden. Alsof men Google zelve was. De vraag uit het publiek luidde: 'Hoe houd ik mijn orchideeën fris?' Want euhm ... dat heeft iedereen zich toch al eens afgevraagd, niet? Niet veel later neemt één van de spelers de rol van vrouwentong op zich: 'Hé orchidee, als ik jou zie, begint er altijd een scheutje te groeien.'
Voor de volgende scène werd de site van de VDAB geraadpleegd en meteen ontstond een setting: een ongemakkelijk ‘toonmoment’ van de muziekschool. Zowel de leerlingen als de leraren triggerden de lachspieren van het publiek wanneer onder andere moderne dans en ballet de revue passeren. Dat alles begeleid door Ingmar, de magistrale huispianist van Preparee.
Dat ongemakkelijke moment werd vervolgd door het wereldkampioenschap Slow Motion, in de discipline Extreme Ironing, wat voor erg bevreemdende situaties zorgde. Meteen daarna kregen we een spel waaraan iedereen mocht deelnemen en er korte situaties uit de magische toverhoed werden getrokken. Erg gevat en grappig overkomen in een à twee zinnen is hier de boodschap. Dat lukte soms wonderwel en soms ook helemaal niet.
'Hé orchidee, als ik jou zie, begint er altijd een scheutje te groeien'
Een deelnemer aan de Improcup
Voor het volgende spel waren twee verzonnen locaties nodig waartussen een ingebeelde muur stond. Uit het publiek weerklinkt 'IKEA!'. Presentator Toon gaat echter niet akkoord met dat opzet en opteert voor de machinekamer van Tsjernobyl. Maar dan is er nog een tweede locatie nodig. Het publiek begint te scanderen: 'IKEA! IKEA! IKEA!' Uiteindelijk kan Toon niet anders dan toegeven. De IKEA loopt onder water en in Tsjernobyl is er een grote groene knop waarmee je wodka kan tappen.
Net voor de pauze kwam één van de meest geslaagde scènes. Een personage zit met een alledaags probleem. Ze krijgt de confituurpot niet opengedraaid. Vervolgens moeten drie superhelden haar ter hulp snellen. Eerst komt pollepelman al roepend door de zaal gerend. Pollepels blijken maar weinig grip te hebben op potdeksels. Meteen daarna strompelt lepraman het podium op. Deze performance valt echter al snel in duigen. De laatste echt behulpzame held is Pokémon GO-man. 'Ik heb die Pokémon al.' Waarop hij de pot gewoon tegen de grond keilt.
Afvallingsrace
In de pauze kon iedereen stemmen op zijn favoriete speler. Het aantal spelers slonk van tien naar zes. De scènes die na de pauze werden gespeeld waren grootser van opzet en duurden langer. Een pratend bierflesje in de Brico, een Indische verkeersbordendief in Zele, een verkleedpartij met kledingstukken uit het publiek … De manier om verdere kandidaten te elimineren? Het 'magische apparaat' dat ter hand genomen werd om het applaus te meten. Weer vallen twee spelers af. Na een absurd draaideurenspel over lieveheersbeestjes, rijles, begrafenissen en een onzichtbare pizza die verdacht veel op een jas leek, is het tijd voor de grote finale.
In het sluitstuk toonden Jules Jordens en Dempsey Henderickx zich van hun sterkste kant. Emoties laaiden hoog op en het hele gebeuren leek wel iets te hebben van een musical. Op het einde vallen beide heren mekaar broederlijk in de armen. Maar nu moet er nog een winnaar gekozen worden natuurlijk. Meteen begint het gewillige publiek weer te scanderen: 'Allebei!' Waarop presentator Klaas niets anders kan doen dan luidkeels te verkondigen dat er dit jaar twee winnaars zijn!
De strijd was bikkelhard, de mopjes scherpzinnig, de zangstemmen enigszins vals, de spelers goedgezind, het publiek laaiend enthousiast … Rond middernacht worden alle improvisatoren het podium opgeroepen en worden ze getrakteerd op een welverdiende staande ovatie.