recensie> Zelfs tijdens corona verovert ILP harten

Virtuele bloemen voor Babylons Interuniversitaire Literaire Prijs

'Poëzie reist vrolijk van het ene huis naar het andere, duikt zonder schroom je borst in en blijft daar zolang je wil', zegt Moya De Feyter. En de uitreiking van ILP is daar geen uitzondering op.

Gepubliceerd

De laureaten van Babylons Interuniversitaire Literaire Prijs (een hele tongtwister) zijn via een feestelijke Facebook live-uitzending bekendgemaakt. Op dinsdag 12 mei zaten zo'n honderdtal kijkers achter hun computerscherm in spanning af te wachten of hun naam tussen die van de laureaten zou prijken. 'Want als jullie niet naar de slotavond kunnen komen, komt de slotavond wel tot bij jullie. Wees welkom', aldus Lies Mannaert, presentatrice van deze virtuele slotavond.

De coronamaatregelen zorgden voor enkele veranderingen. Zo brachten de laureaten niet hun pennenvruchten voor en transformeerde het applaus van de kijkers tot vliegende duimpjes en hartjes. En ook het klinken op literair talent deed je vanuit je zetel, al dan niet met je kat of hond op de schoot. Veranderingen hebben ook voordelen: nooit eerder zat je zo dichtbij de inspirerende sprekers en het goedlachse presentatieduo.

'Als jullie niet naar de slotavond kunnen komen, komt de slotavond wel tot bij jullie. Wees welkom'

Lies Mannaert

Dit jaar tilden vier sprekers de slotavond tot een niveau hoger. Zo opende performer en dichteres Lotte Dodion met het onafgewerkte gedicht 'Charlie'. Ze riep vervolgens de kijkende Facebookprofielen op om mee haar werkdocument te vervolledigen. Na een verwarmende verwelkoming van de organisatoren Lies Mannaert en Hendrik Roebben bewandelde Max Greyson verder het poëtisch pad. Als dichter, theaterschrijver en spoken word performer balanceerde hij op en flirtte hij met de grenzen van het Nederlands en het Frans. Zo onderstreepte hij de authentieke schoonheid van meertaligheid, een mooie brug naar de uitreiking van de jongste categorie anderstalig.

Ondanks het merendeel aan Engelstalige inzendingen stak de gedichtenreeks Zuckeräpfel van Elena van Meirvenne er met kop en schouders bovenuit. Haar originele beeldspraak is als het laagje suiker rond een Zuckeräpfel: het omhult de (zure) appel, de tristesse, de onbeantwoorde liefde. Daarnaast bekoorde Mira Netten de jury met wounds & whispers. Zij schrijft in een eenvoudige, herkenbare stijl over loslaten en liefhebben, het eindige en het oneindige: 'I remember holding your hand and wishing it would / somehow grow into mine so we would never be separated.'

'Poëzie reist vrolijk van het ene huis naar het andere, duikt zonder schroom je borst in en blijft daar zolang je wil'

Moya De Feyter

Christophe Van Gerrewey zette de slotavond verder. Als auteur, docent en oud-winnaar van de Interuniversitaire Literaire Prijs belichtte hij het belang van schrijven en lezen. Twee wereldlijke schrijvers plaatste hij hiervoor op een voetstuk: Jorge Luis Borges met zijn stelling dat 'lezen een bezigheid is die komt na het schrijven', James John met zijn 19de-eeuwse roman Princess Casamassima. Bij dat alles werd Van Gerrewey omringd door een (subtiel op kleur gerangschikte) boekenkast. Een plaatje.

In de categorie proza kaapt studente Mona Thijs de hoofdprijs weg. In Trash fence wisselen sterke beelden en snijdende zinnen elkaar in sneltempo af. Op de welverdiende tweede plaats staat Arthur Hendrikx, die naar de bescheiden mening van deze recensent toch de eerste plaats verdiende. Zijn tekst Je bent een schavuit bevat lange zinnen zonder einde die steeds meer vertellen over zijn 'oompje'. Het citeren waard is: 'je zei me een keer dat je nachtmerries meestal bestonden uit wekkers die vroeg af gingen; ik denk dat bij mensen die van het echte leven een droom weten te maken hun dromen omgekeerd evenredig saai en mimetisch zijn'. Geen breed uitwaaierende zinnen bij de derde laureaat proza Robbe Michielsen. Deze getalenteerde student zet met weinig woorden in Onderstevandestapelbed een raak, gedetailleerd beeld neer van een halfnaakte geliefde.

Voordat de laureaten van de categorie poëzie officieel doorheen je woonkamer galmden, stak Moya de Feyter de niet-winnende deelnemers een hart onder de riem. Ook benadrukte ze de kracht van poëzie in onze huidige anderhalve-metersamenleving: Corona heeft misschien de hele wereld 'in zijn klauwen', maar niet de poëzie. 'Die reist vrolijk van het ene huis naar het andere, duikt zonder schroom je borst in en blijft daar zolang je wil.'

Veel welverdiende virtuele bloemen dus, maar het grootste boeket gaat naar de Interuniversitaire Literaire Prijs zelf

Dat poëzie ontroert en verbindt, bewijst ook eerste laureate poëzie Judith Heller. In haar gedichtenreeks Liefdadigheidswerk lijkt ze van de hak op de tak te springen. Maar niets is wat het lijkt: haar beelden komen terug, verbinden zich en ontroeren. Op de tweede plaats eindigde Evelyn Feys met haar liefdespoëzie. Haar drie gedichten, getiteld Kwantum vervlechten zich tot een geheel en beschrijven de liefde op een vernieuwende manier.

De 43ste slotavond van Babylons Interuniversitaire Literaire Prijs werd afgesloten met een dankwoord van de presentatoren. Virtuele bloemen gingen naar de jury, die dit jaar bestond uit academici, auteurs én studenten, in goede banen geleid door juryvoorzitter professor Pieter Vermeulen. Daarnaast werd ook Hugo Bousset, hoofdredacteur van Dietsche Warande en Belfort, kortweg DW B, bedankt. De teksten van de laureaten verschijnen in dat oudste nog actieve literaire tijdschrift van Vlaanderen. Kortom, de prijs die ongetwijfeld het hart van elke literatuurminnende student sneller doet slaan, blijft na al die jaren een prestigieuze springplank van het literaire bad.

Veel welverdiende virtuele bloemen dus, maar het grootste boeket gaat naar de Interuniversitaire Literaire Prijs zelf. Het was een geslaagde 43ste editie, die nog steeds te (her)bekijken is op de Facebookpagina.

Powered by Labrador CMS