interview> “Veel van mijn schrijven is het wachten om te schrijven”
Timmeren aan de weg (4) Frederik Willem Daem
De eerste druk van zijn kortverhalenbundel “Zelfs de vogels vallen” was meteen uitverkocht. Frederik Willem Daem is beloftevol schrijver, maar blijft met zijn voeten op de grond.
In je jeugd skatete en baskette je veel. Voelde je je toen ook al schrijver?
Frederik Willem Daem: «Neen, absoluut niet. Over andere schrijvers lees je dat ze altijd al geïnteresseerd waren in literatuur. Bij mij was het omgekeerd. Ik las echt niet graag. Ik was altijd die gast die zijn boekbesprekingen van het internet haalde.»
Je studeerde film. Wanneer ontdekte je dat je wilde schrijven?
Daem: «Tijdens mijn studie ben ik beginnen schrappen. Daar hou ik van of daar hou ik niet van. Uiteindelijk bleef schrijven over. Als filmregisseur moet je veel mensen samenbrengen en overtuigen van je visie. Mijn doel in het leven is een stressvrij bestaan te leiden. Bij het schrijven moet ik niemand zeggen wat hij moet doen en omgekeerd ook niet.»
Ontbreekt volgens jou in België een goede schrijfopleiding?
Daem: «Ik geloof dat schrijven een noodzaak moet zijn. Schrijven mag niet worden vermarkt, zodat je op je negentiende kan denken “ik wil schrijver worden,” je naar die lessen gaat en plots een schrijver bent.»
«Ik ben blij dat ik dat referentiekader van de literatuur mis. Dat zorgde ervoor dat ik nooit het gevoel had dat ik me moest meten met iemand.»
"Ik was altijd die gast die zijn boekbesprekingen van het internet haalde"
Je geeft zelf later vandaag wel een schrijfworkshop. Hoe pak je dat aan?
Daem: «In New York volgde ik dezelfde schrijfworkshop. Daar zaten mensen van verschillende slag, vaak zonder ambitie om schrijver te worden. Het had iets therapeutisch en dat was er net zo interessant aan.»
«Ik haal veel inspiratie uit het geven van die workshop. We werken met drie opdrachten waar we telkens 15 minuten over schrijven, zonder einddoel. Ik zeg altijd: “Schrijf gewoon een zin, dan een tweede en een derde”. Na de zesde zin denk je ineens, fuck, en plots heb je de insteek voor je verhaal.»
Geen citytrips
Je zegt dat je om te schrijven internet nodig hebt. Hoe werkt dat?
Daem: «Veel van mijn schrijven is het wachten om te schrijven. Dan doe ik onderzoek, broed ik op een idee, voeg ik dingetjes toe aan een document. Dan vind je de juiste invalshoek, en dan begint het schrijven zelf. Dat is het moeilijkst.»
Het internet als inspiratiebron, dus?
Daem: «Inspiratie kan in alles zitten. Op de metro naar hier zaten vier gesluierde meisjes te bulderlachen. Hun gelach werkte zo aanstekelijk maar ik leek de enige te zijn die het zag. Als je daar schoonheid in probeert te vinden, kan je het in alles zien en anderen erop wijzen.»
«Niet dat literatuur noodzakelijk over schoonheid moet gaan. Ik wist namelijk niet dat ik donkere dingen schreef tot het eerste boek af was. Zeven van de tien personages sterven. Dat is niet opzettelijk, maar wel noodzakelijk voor het verhaal. Ook mijn nieuwe boek wordt een donkere, nihilistische wereld.»
"Voor mij is de stad een goedaardige tumor"
Heb je literaire voorbeelden bij het schrijven?
Daem:«Mijn debuut gaat over idolatrie en het vieze kantje daaraan. Gevierd zijn is een ideaalbeeld geworden, maar dat is slechts een minderheid gegund. Ik worstel zelf ook met die vraag. Wanneer in het beste geval een bepaald licht op je geschenen wordt, zit je plots aan tafel uit te leggen wat je interessant vindt of wat je ambities zijn. Ik stoot dan meteen op een soort van vergankelijkheid.»
«Ik wil geen karikatuur worden. Naast een schrijver ben ik gewoon een mens die in de rij van de supermarkt staat. Dan lees je de interviews en zie je waar je jezelf herhaalt, en waar ze de nadruk op hebben gelegd. Dan denk ik: ik ben toch een karikatuur geworden van mezelf.»
«Ze moeten me niet meer vragen naar welke vijf citytrips ik nog wil doen. De media maken graag een product van je. Als je daar te veel op ingaat, word je een onderdeel van het systeem.»
Je bent opgegroeid in Brussel en woonde een tijdje in New York. Welke invloed heeft de stad op je?
Daem: «We hebben een klein buitenverblijfje in de Ardennen. Als ik daar ben, denk ik vaak dat ik misschien iemand kan worden die hier tot rust komt. Maar na een halve dag word ik wat kribbig, want ik kan niet tegen eenzaamheid en verveling.»
«In de stad heb je dat niet. Daar is alles altijd in beweging. Dat is een syndroom van deze tijd, een soort tumor. Maar voor mij is dat een goedaardige tumor. Ik vind heil in door de stad te wandelen en te denken aan alle mogelijkheden die mij omringen.»
Hilarische recensies
De eerste duizend exemplaren van je boek heb je in een marathonsessie gesigneerd. Wat was daar de bedoeling van?
Daem: «Ik wilde met de eerste exemplaren van mijn debuut tonen hoeveel uren in een boek kruipen. In die performance was het signeren een visuele herinnering daaraan. En die twaalf uur zijn niks in vergelijking met al het werk dat in het boek is gekropen. Maar ik heb het nodig om het mezelf moeilijk te maken.»
«Ik ga nooit iemand zijn - en dat is ook mijn ondergang - die zijn pdf-versie gewoon kan opsturen naar de uitgever. Ik kan dat niet loslaten. Dat is lastig, want je neemt van alles op je wat je niet moet doen.»
Als je het moeilijk vindt om iets los te laten, valt kritiek op je werk je dan niet extra zwaar?
Daem: «Ik schrijf omdat ik wil schrijven. Onlangs stond er een recensie in de Metro. Wacht, ik heb ze hier liggen! (springt op). Ik hou ze bij, omdat ik ze hilarisch vind. Drie sterren. Ik denk: oké, drie op vijf, middelmatig. Er is niets mis met middelmatig te zijn. (Leest de recensie voor.) Dat is gewoon de achterflaptekst van mijn boek! Voor mij moet je me niet recenseren, maar doe er dan tenminste iets interessants mee.»
«Of de recensies nu goed zijn of niet, je moet dat volgende boek schrijven. Bij het schrijverschap moet je altijd van nul opnieuw beginnen.»