recensie> Recensie: Vice
The quintessential Dick (bio)pic
Adam McKay brengt met Vice een verbazend portret over een van de interessantste vicepresidenten van de afgelopen decennia. Fans van ‘The Big Short’ mogen al beginnen likkebaarden.
Dat Vice een verwijzing is naar de politieke functie van Cheney alsook naar de Engelse vertaling van ‘zonde’, blijkt al vanaf de eerste minuten in de film. Na een openingsbeeld van een jonge Dick Cheney die al dronken rijdend tegengehouden wordt door de politie, schakelt McKay abrupt over naar de paniek die heerste tijdens de aanslagen op de WTC-torens. Dergelijke slingerbewegingen doorspekken de film en zorgen ervoor dat je gedurende twee uur constant op je hoede bent.
Die afwisseling maakt ook dat het publiek zich nooit verveelt. Net wanneer een scène iets te lang dreigt te duren, word je in het gezicht geslagen met een complete ommezwaai. Een Shakespeare-dialoog, tussen Dick en diens vrouw, heeft ons nooit aangenamer in de oren geklonken. De film wordt echter ook doorspekt met bestaande foto’s van rampen of Amerikaanse misdaden tijdens Cheney’s politieke periodes – waaraan hij al dan niet bloed aan de vingers heeft. Het zorgt ervoor dat je voortdurend twijfelt of je nu naar een komedie dan wel een drama zit te kijken.
Dick moves
Die vertwijfeling lijkt McKay echter geen zier te schelen. Met zijn eigen stijl overtreedt hij meerdere ‘regels van de kunst’ – zoals daar zijn een expliciete verteller (aangenaam vormgegeven door Jesse Plemons), vele stilstaande beelden, geregeld tekstblokken om het publiek te laten lezen - alsof de goedkeuring van het publiek irrelevant is. De gedachte aan de Eric Andre Show laat dan ook geregeld haar smoel eens zien. Het leven van een politicus met een afgeschermde geschiedenis vormgeven is geen sinecure, dit laat McKay bij aanvang van de film merken met de boodschap ‘they did their fucking best’.
Die ‘they’ slaat natuurlijk niet enkel op McKay, want ook de acteurs geven het beste van zichzelf. Raspaard Amy Adams bevindt zich al jaren aan de top van het Hollywoodkruim en blinkt zelfs in minder beduidende rollen uit. Ook de veredelde cameo’s van Steve Carrell en Sam Rockwell – als een charismatische doch onvermijdelijk oenige George Bush Jr. – zijn zeer te smaken. De grootste lofbetuigingen sparen we echter op voor de ster van de show: Christian Bale.
The VP we need
Met dank aan het make-upteam heeft deze beroepskameleon zich zo overtuigend weten om te vormen tot de voormalige VP, dat het pas na een halfuur opvalt dat hij wel degelijk in de huid van het hoofdpersonage huist. Alles klopt aan het plaatje: de look, stem, mimiek en motoriek. Met nuance brengt hij de veelzijdigheid van Cheney ten tonele. Van listige klootzak – als vicepresident had hij meer macht dan Bush – tot nuchtere realist – beklemtoond door zijn terugkerende nonchalance wanneer hij aan zijn geliefden declareert ‘I think I’m having a heart attack’.
De smerigheden ten spijt, blijft het portret genuanceerd genoeg om niet gezien te worden als een aanval op de persoon Dick Cheney. De liefde voor zijn lesbische dochter – niet het meest ideale scenario voor een overtuigde republikein – en voor zijn vaderland werken als tegengif voor zijn dickishness. Al moet ook gezegd worden dat McKay niet veel kansen laat liggen om sneren uit te delen. Getuige de beste fake out die we in lange periode hebben mogen aanschouwen. Alleen al daarvoor zouden we aanraden om Vice te gaan bekijken. En blijf vooral zitten wanneer je dat doet, want de film serveert ook een betere post-credit scène dan Marvel de afgelopen tien jaar al uit hun mouw heeft geschud.