artikel> Jongereninitiatieven vullen de kloof tussen open mics en het Depot

Te weinig podiumkansen voor opkomend talent in Leuven

Podiumkansen en ondersteuning ontbreken voor beloftevolle bands in Leuven. Organisatoren botsen op dezelfde drempel. 'Een clusterfuck aan gedeelde verantwoordelijkheid', vindt Dishwash.

Jonge muzikanten in Leuven stuiten op een kloof. Beginnende bands kunnen open mics in cafés afschuimen en gevestigde waarden kunnen in het Depot terecht, maar opkomende bands vinden niet genoeg podiumkansen en ondersteuning in het Leuvense.

Zalen voor 40 man

Jongereninitatieven proberen die kloof nu zelf te dichten. Zo is er Inuit: een concertorganisatie die iedere maand een optreden organiseert met opkomend talent op het programma. Dat doen ze nu al een jaar. 'We zijn Inuit begonnen voor de bands die te groot zijn voor een Rockcafé en te klein voor het Depot.' Laagdrempelige optredens, maar kwaliteit is vereiste nummer één.

Ook Dishwash is een concertcollectief opgericht door jonge muzikanten die elke maand een optreden organiseren. Zij constateren eenzelfde tekort aan podiumkansen voor beloftevol talent, en dan voornamelijk een tekort aan betaalde podiumkansen. Dat bands naar behoren vergoed worden voor hun werk, is daarom erg belangrijk in de organisatie van hun eigen evenementen.

Organisatoren botsen echter op dezelfde drempel als bands zelf. Dat weet ook Jochen Smets van MIJNLEUVEN, het jongerenlabel van de jeugddienst van de stad Leuven. 'Ook wij merken dat die kloof er is. Subsidies en andere vormen van ondersteuning van jonge organisatoren bieden een aanzet tot de oplossing, maar Leuven kampt al eeuwen met een tekort aan infrastructuur. Er zijn zalen voor 40, 80, 120 en dan 800 man, maar niet voor 200 of 350 man.'

Ongelijke subsidieverdeling

Toch speelt het wegvallen van het provinciale ondersteuningsniveau qua subsidies een grote rol in het tekort aan doorgroeimogelijkheden voor muzikanten en organisatoren, aldus de mannen van Dishwash. 'Dat die subsidies op provinciaal niveau zijn weggevallen, is enorm problematisch. En dat maakt de verantwoordelijkheid van de stad natuurlijk weer groter.'

Er zijn niet alleen te weinig subsidies, de bestaande subsidies worden ook ongelijk verdeeld.

Dishwash zal binnenkort een subsidiedossier indienen bij de stad Leuven. Ook Inuit wordt gesubsidieerd door de stad. 'Vroeger kon je als organisator mooi doorgroeien van stedelijke subsidies naar provinciale subsidies naar Vlaamse subsidies. Nu mist daar een stapje, en dat kan je als stad onmogelijk opvangen', aldus Smets. 'De komende jaren zullen we het geknip in het cultuurbudget trouwens nog veel meer voelen, en dat geldt voornamelijk voor de kleine spelers.'

Er zijn niet alleen te weinig subsidies, de bestaande subsidies worden ook ongelijk verdeeld. ‘Het Depot krijgt natuurlijk veel meer subsidies dan organisaties als Inuit, en daar stel je je als organisatie wel vragen bij. Met het geld van een paar avonden Bart Peeters kunnen wij veertig concerten organiseren. Onze relatieve meerwaarde in vergelijking met onze middelen is veel groter’, vindt Quinten van Inuit.

Daar is Mike Naert, grote baas van het Depot, het absoluut niet mee eens. ‘Met hetzelfde geld, doen wij veel meer dan tien kleine organisaties. In die zin ben ik het eens met het huidige beleid van de Vlaamse Overheid: het is beter een sterke speler in Leuven te financieren dan verschillende kleine. Zo werk je enkel de versnippering van het cultuurlandschap in de hand.’ Daarnaast bevestigt hij dat dat éxact is waar Bart Peeters-concerten toe dienen: 75 Depot Café concerten financieren en verlies draaien. 'Met onze vele concerten voor een publiek onder 300 man vullen wij die kloof zelf op.'

Het Depot koning

Wat is dan wel de verantwoordelijkheid van het Depot, als grootste culturele speler in Leuven, volgens die jonge organisatoren? 'Het Depot is een bedrijf, maar het is geen schoenenfabriek. Het is een maatschappelijke actor die haar verantwoordelijkheid moet opnemen. Jonge Leuvense bands en organisatoren moet zij actief ondersteunen, financieel of infrastructureel.'

'Wij hebben een verantwoordelijkheid naar de professionele sector toe, niet naar amateurkunstenaars'

Mike Naert, directeur Het Depot

Niet helemaal waar, vindt Naert. 'Wij zijn gefinancierd vanuit het Kunstendecreet. Wij hebben een verantwoordelijkheid naar de professionele sector toe, niet naar amateurkunstenaars. Als je een beetje ambitie hebt, en je kan iets, dan vissen we je er wel uit.' Het monopolie van het Depot op 'wat goed is', vindt hij niet problematisch. 'Ons aanbod is breed genoeg.'

Zowel Dishwash als Inuit geven aan die ondersteuning niet te zien als een 'deel worden' van het Depot. 'Wij willen net een extra tak creëren, een tegenwind zijn. Daarbij sluit het imago van het Depot niet aan bij de richting die wij uit willen', aldus Inuit. Ook Smets bevestigt dat de meeste jonge organisatoren niet op een structurele wijze willen samenwerken met het Depot.

KU Leuven op de kar

Met initiatieven als Stelplaats en de caféconcerten doen de stad en het Depot alleszins hun duit in het zakje. Daarbij komt er binnenkort een samenwerking tot stand tussen Stelplaats en het Depot, net met het oog op het inkleuren van dit middenveld. Een belangrijke speler die nu nog veel kansen ongegrepen laat, is toch de KU Leuven, vindt Dishwash. Al zien ze de toekomst niet al te rooskleurig in. 'De KU Leuven heeft dit jaar popgeschiedenis ontdekt, dus misschien springen ze binnen honderd jaar ook op deze kar', klinkt het.

'Leuven wordt overspoeld door studenten. MIJNLEUVEN werd opgericht omdat Leuvense jongeren het gevoel hadden dat hun stad niet meer van hen was. Jonge Leuvense collectieven zijn zeker niet altijd vragende partij om samen te werken met de unief', nuanceert Smets. 'Toch zou de KUL meer kunnen experimenteren om die band tussen studenten en Leuvense jongeren beter te maken.'

Dishwash besluit dat het moeilijk is met het vingertje te wijzen in deze situatie, een clusterfuck aan gedeelde verantwoordelijkheid noemen ze het. Smets bemerkt een positieve evolutie in jongereninitiatieven die een alternatief willen bieden aan de Leuvense jongere en muzikant, maar weet dat de Vlaamse besparingen op cultuur de kloof tussen een publiek van 200 en een publiek van 800 man bereiken alleen maar dieper zal maken voor muzikanten en organisatoren.

Voor Naert is die kloof niet zo’n groot probleem. 'Wordt het Depot een grotere speler, dan kunnen we betere muzikanten naar Leuven halen.' Inuit sluit bescheiden af met de woorden dat ze niet een van de grote spelers in Leuven hoeven te worden. 'Wij willen alleen maar relevant zijn.'

Powered by Labrador CMS