recensie> Recensie: Kortfilmfestival 2020
Talent op het online Kortfilmfestival
Het Leuvense Kortfilmfestival heeft dit jaar online talent verzameld. Traditiegetrouw zijn de films gegroepeerd in compilaties. Veto bekeek er drie die tot 12 december beschikbaar blijven.
Animation Nations 2
Zoals elk jaar kan het festival ook rekenen op enkele compilaties van geanimeerde aard. Dit jaar zijn er twee zo'n programma's, en daarnaast ook nog eens drie programma's samengesteld voor kinderen. In de tweede reguliere compilatie komen vooral actuele thema's aan bod, zoals ons digitale leven en ecologie, maar toont hier en daar ook creatievere experimenten. Mooi meegenomen is dat de meeste compilaties weinig tot geen dialoog hebben, waardoor taalvoorkeuren meteen al geen obstakels vormen.
The Lonely Orbit van de Zwitsers Frederic Siegel en Benjamin Morard zet meteen de toon. We volgen een man die in een satelliet werkt. Hij kan zijn vrienden enkel bereiken via digitale kanalen en denkt dat dat wel genoeg is. Rampen her en der en plots is hij weer op aarde en kan hij zijn vrienden terug zien. Het centrale thema van de film voelt een beetje als mijn oma die zegt: ''t is toch niet hetzelfde als in 't echt hé'. Maar los van het manend vingertje is de stijl uniek en is er een dubbele bodem die verder reikt dan mijn oma's neus.
Daarna krijgen we het nog minder subtiele Sad Beauty van de Nederlander Arjan Brentjes. We leven in een wereld waar de lijst van uitstervende dieren met de dag langer wordt. Onze trieste, schone protagoniste tekent uitgestorven vlinders na terwijl de mens zelf aan het uitsterven is ten gevolge van een pandemie. Subtiliteit is ver te zoeken in deze ecologische parabel, zeker wanneer de natuur weer opfleurt nadat de laatste mens is uitgestorven. Ook de tekenstijl weet het geheel jammer genoeg niet te eleveren.
Wandaland klinkt alsof het een alternatieve geschiedenis van Disneyland had kunnen zijn
Het Amerikaanse Wandaland trekt de creatievere toer op. Richard Nobel brengt een fictief narratief over de rise and fall van het illustere Wandaland. Het verhaal klinkt alsof het een alternatieve geschiedenis van Disneyland had kunnen zijn. De toon van de film is dreigend en somber, maar ook origineel en vernieuwend. Het narratief wordt vergezeld van stillevens die worden gepresenteerd als archiefbeelden, om de verisimilitude extra kracht bij te zetten.
Meer recht voor de raap was het Poolse Mr. Practical van Michal Poniedzielski en Dominik Litwiniak. Het enthousiaste nummertje volgt een nette man die zijn leven heeft gepland van minuut tot minuut. Maar wanneer nachtmerries hem te veel worden, besluit hij een kat te nemen om te kunnen viben waaruit een rare vriendschap begint te bloeien. De animatiestijl is pover en goedkoop, maar het enthousiasme van het verhaal weet dat wel te compenseren.
Het Belgische Traces van Hugo Frassetto en Sophie Tavert Macian is dan weer het complete tegenovergestelde van de Poolse voorganger. Het verhaal, over een holbewoner die in opstand komt en grotschilderingen begint te tekenen, is niet boeiend genoeg om de kijker te blijven vasthouden. Maar de animatie in olieverf, die de houtskool van muurschilderijen nabootst, is zo perfect vloeiend en passend bij de stijl, dat je het verhaal maar al te graag achterwege laat. Technisch sterk, inhoudelijk wat minder.
Betty van de Brit Will Anderson voelt in geen enkel opzicht afgewerkt aan. Een slordig verhaal over verliefd worden, wordt slordig in beeld gebracht door onafgewerkte animatie en wordt genarreerd door een slordig klinkende regisseur. Het geheel voelt als een onafgewerkt eindejaarsproject uit het middelbaar dat de regisseur afdoet als avant-garde, maar uiteindelijk gewoon heeft laten liggen tot de dag voor de deadline.
Het sterkste stuk komt net voor het einde, met de Franse The Alien Nightmare
Vanaf nu voelen de films een stuk losser aan. Het obligate stop-motion slot wordt ingevuld door het Britse Heatwave van Fokion Xenon. Over de banale ergernissen die iedereen wel meemaakt op het strand in de warme zon en hoe je op de meest luilekkere dag misschien wel het meest geërgerd kan geraken. Simpel in idee, grappig in uitvoering.
Het sterkste stuk komt net voor het einde, met de Franse The Alien Nightmare. Maar liefst vijf regisseurs werkten aan deze film: Marc Antoine Alonso, Lauriane Balestrat, Elie Berthoumieu, Alexis Sabalza en Lucas Soupou brengen het verhaal van drie kleine niet-aardlingen die aarde bereiken en worden geterroriseerd door een groots monster: een moordlustige kip. De rollen worden hier vakkundig omgedraaid en de alien is hier het slachtoffer. Leuk, speels en grappig met een 3D-animatiestijl die rechtstreeks van Dreamworks zou kunnen komen. Klasse.
Afluiten doen we met het geinige toetje Floaters van de Britse Karl Poyzer en Joseph Roberts. Twee ruimteschepen krijgen het aan de stok over het bezitten van dezelfde nummerplaat een een lollige discussie volgt. Vier korte minuutjes aan verbaal plezier hebben de perfecte luchtigheid om deze compilatie af te sluiten.
Europese competitie 3
Uit de talrijke Europese inzendingen selecteerde Kortfilmfestival Leuven zes programma's met telkens vijf films die mogen meedingen naar de prijzen. 'Europese competitie 3' is een bloeiende en gevarieerde samenstelling van kortfilms die het Noord-Europese halfrond horizontaal verkent.
In Dustin (Naïla Guiguet) trekken we in het zog van een bont lgbtq-gezelschap het Franse nachtleven in. Tussen fraai gemonteerde long shots van een gedrogeerde menigte in een verlaten pakhuis door, schuimt transpersoon Dustin de zaal af op zoek naar vervoering. De overgang van nacht naar dag voelt bruut aan, maar rijmt wel met de escapistische teneur. Guiguet laat de toerentallen daarna aan snelheid inboeten (en de speed vervangen door wiet) om de sfeer zacht te kneden en thema's als jaloezie, gendering en erkenning beter te kunnen uitspelen. Verhaaltechnisch geen hoogvlieger, maar wel een zintuiglijke lust.
The Flood van Kristijan Krajncan is zonder meer de meest poëtische poging van het vijftal
Saulius Baradinskas wist voor Golden Minutes Billy Boyd te strikken, die in zijn rol van accountant zelfmoord pleegt, faalt, het vuilnis besluit buiten te zetten en daarbij bezwijkt. In een naadloos uitgevoerde maar logische one-shot van tien minuten (de 'golden minutes' om iemand te redden na hartfalen) ontbreekt het aan tastbaarheid om echt voeling te krijgen met de socio-economische worsteling van het door hoge suïcidecijfers geplaagde Litouwen, hier door Baradinskas aan de kaak gesteld.
The Flood van Kristijan Krajncan is zonder meer de meest poëtische poging van het vijftal. In dit cinematografisch kunststukje komen vader en zoon tijdens een verzoeningstocht naar de familiale berghut in aanraking met tijd, de natuur en elkaar. Krajncan goochelt met ruimte. Hij isoleert of verenigt zijn personages door lange shots en kundig gebruik van de lens. Met wat goede wil doet The Flood aan Tarkovsky's Mirror denken, maar daarvoor schiet de poeet in Krajncan toch een paar tenen tekort.
De stijl van Myrcel is heerlijk doortastend
Marius Myrcel trekt ons uit het berglandschap, het internet binnen. In Frictions gaat de seksueel gefrustreerde Hans-Petter uit Oslo online te rade bij de incel-gemeenschap. De stijl van Myrcel is heerlijk doortastend: montages, gecomputeriseerde intermezzo's en gênante lichaamstaal schetsen een zwartgallig beeld van de witte, onvrijwillige single die op onbegrip stuit en zich bij kunstlicht de dieperik in laat leiden. Confronterende materie die kan wedijveren met Black Mirror.
De premisse van Virago is gebaseerd op een mythe die geen mythe is: in een zuiders, naoorlogs Ests dorpje haalt geen enkele man de 40, tot iemand dat wél doet. Kerli Kirch Schneider werkt met een lens die het landschap verwringt en bol lijkt te maken. Ironisch genoeg heeft de feministische insteek van Virago een tamelijk holle invulling gekregen. Enkel de cinematografie kan hier bekoren.
Focus op Hongarije 1
Dit jaar zet het festival Hongarije in de kijker. Twee compilaties omvatten zowel animatiefilm als speelfilm. De eerste compilatie bulkt van creatief talent maar bevat ook steekjes naar het overheidsbeleid.
Digicica toont een jonge moeder die vanuit haar steriele woonkamer onophoudelijk werkoverleg pleegt. Peter Fülöp creëert van bij het begin een gevoel van onbehagen dat versterkt wordt wanneer de kat van haar zoon een hologram blijkt te zijn. Een pijnlijk verhaal over de menselijke zoektocht naar genegenheid in een maakbare wereld, subtiel en eigentijds in beeld gebracht.
In de hartverwarmende Sing schildert Kristof Deak een authentiek beeld over een prille vriendschap, het kinderlijk rechtvaardigheidsgevoel en jeugdige rebellie. Het verhaal speelt op een lagere school waar de koordirigent niet de droomlerares blijkt die ze lijkt te zijn. De soundtrack doet niet verwonderlijk denken aan Les Choristes. Een speelse, maar ontroerende film die ook onderwerpen als ambitie en manipulatie aanraakt.
Réka Bucsi creëert een woordeloze mythe
Het begin van Solar Walk doet denken aan satisfying video's op YouTube. Tegen de achtergrond van een universum bewegen kleurrijke figuren op routineuze manier, onder meer iets wat als coronavirus kan doorgaan. Het verloop van de film is minder voorspelbaar: het is een speeltuin vol paradoxen, vervormende figuren, flexibele materialen en vanalles wat niet lijkt te kloppen. Zonder woord put Réka Bucsi alles uit de mogelijkheden van beeld en een soundtrack van klanken en creëert zo een woordeloze mythe. Ondanks alle onmogelijkheden staat de film toch dicht bij ons. De personages proberen iets te maken van wat ze vinden, willen samen zijn en zoeken een eigen plek. En net zoals dat in het echte leven gaat, geeft de film geen antwoord op de waarom-vraag.
Dark chamber schippert tussen wat echt is en wat we niet kunnen geloven
Een koelwagen, vakantiegangers en een onvatbare gebeurtenis. In Dark chamber grijpt Ottó Bánovits de kijker naar de keel in het contrast tussen onuitsprekelijke gebeurtenissen en de banaliteit van menselijk gedrag. Hij illustreert hoe mensen onmogelijk gepast kunnen omgaan met catastrofes in een uitvouwbare gevarendriehoek, maar vooral in de buitengewone manier van filmen. De film schippert tussen wat echt is en wat we niet kunnen geloven. De korte duur is een meerwaarde, de film zindert ongetwijfeld na.
Entropia is een bevreemdend verhaal over drie vrouwen en een vlieg. Met hints naar een consumptiemaatschappij en existentiële vragen schetst Flora Anna Buda drie verschillende werelden die uiteindelijk in elkaar overvloeien. Een kleurrijk geheel met een twijfelachtig maar extatisch plot.
Barnabás Tóths, afsluiter van de compilatie, flirt met komedie zonder aan diepgang in te boeten. In Susotázs gaan twee tolken op een internationale conferentie op zoek naar hun enige luisteraar. Beide verwerken - al dan niet subtiel - persoonlijke boodschappen tussen de toespraken en er ontstaat zelfs een competitie tussen beiden. Een realistische uitwerking met een absurde wending zijn maar een deel van de magie. Want ondanks de lichtzinnigheid, blijft het een verhaal van twee mannen die grotendeels onzichtbaar blijven.