recensie> Recensie: Vaders dragen
Samen terugkeren naar het begin
Hedendaags circusgezelschap THERE THERE Company legt liever een rauwe plek bloot dan gewaagde stunts aaneen te schakelen. Ook in ‘Carrying My Father’ ligt de focus niet op sensatie, maar revelatie.
THERE THERE Company, onder leiding van Toon Van Gramberen en Hanna Mampuys, kreunt onder de maatregelen: 'Carrying My Father' moet niet alleen uitgesteld worden, ook het ensemble dat bestaat uit vaders en zonen verliest letterlijk en figuurlijk hun voeling met de anderen.
'Vaders Dragen', een documentaire over de totstandkoming van dit vlezige stuk, moet onze huidhonger stillen tot we ons terug op bourgondische wijze kunnen laten bedelven onder lijfelijke warmte. Maar of dit stuk dat tergende gemis niet net meer in de verf zet dezer tijden, blijft een moeilijke vraag. Het is een mes dat langs twee kanten lijkt te snijden, ondanks de speelse manier waarop het genadeloze verouderen wordt voorgesteld. Dat geeft een paradoxaal gevoel, waarvan je tegelijk warm en koud wordt.
Het archetypische duo
Vader en zoon. Onlosmakelijk verbonden door bloed, en toch zo anders of misschien net niet. Er wordt kennis gemaakt met zonen die hun wereld willen tonen aan hun vaders, en met vaders die hun verleden gereflecteerd zien in hun kind. Sommigen zijn verwonderd over de kracht die hun lichaam nog bezit. Anderen moeten vaststellen dat wat zij ooit konden, enkel nog maar bestaat als een reflectie van henzelf in het kind dat zij ooit verwekt hebben.
De documentaire lijkt ons eraan te willen herinneren hoe fundamenteel lichamelijkheid is om ons menselijk te voelen
Het gelaat kan zo'n mengeling van emoties niet verbergen: vaders stralen van trots wanneer het zweet van hun ijverige zonen druipt, maar af en toe zie je ook rouw. Het lichaam dat zij ooit hadden, is niet meer, maar dat wilt niet zeggen dat dat stuk van hen niet op een andere manier verder kan leven.
Onnozel en kwetsbaar
De grond davert van alle mannen die erop rond dartelen: ze doen alsof ze een spel spelen met een bal, dansen wat in het rond, doen een bevreemdende stoelendans of springen doelloos op en neer. Ieders lichaam krijgt meer iets weg van een lappenpop die continu opgepakt wordt om daarna moeiteloos op de schouders te worden gegooid. De enige reden waarom iemand wordt neergezet, is om het eindeloze proces wederom te kunnen herhalen.
Plots is iedereen weer kind, en net in die werkelijkheid ontmoeten de vaders en zonen elkaar op het toneel. Dat laat echter niet los dat er zorg voor elkaar wordt gedragen. De rollen keren om wanneer de zonen hun vader optillen alsof ze van glas zijn, en er in alle voorzichtigheid mee ronddwalen alsof ze er geen blijf mee weten.
Elkaar (aan)raken
'Mannen zouden moeten zorgen. Mannen zouden moeten mogen zorgen', zegt Toon Van Gramberen. Dat is ook exact wat deze mannen proberen te portretteren door letterlijk en figuurlijk elkaars grenzen af te tasten en te balanceren. Op een gegeven moment legt iedereen zachtjes een hand op elkaars schouder, tot er een netwerk van armen ontstaat dat iedereen met elkaar verbindt. Het oogcontact dat gemaakt wordt om toestemming te vragen, wordt verwelkomd met een ontspannen houding die bevestiging geeft.
Vaders durven zich te laten dragen, hoe confronterend dit ook moge zijn
De ontlading die gepaard gaat met zulke tedere aanrakingen, lijkt in het begin moeilijk te vatten voor sommigen. Maar naarmate ze elkaar leren raken, is er genoeg voldoening om zich kwetsbaar te durven opstellen. 'Nu raken wij elkaar aan, en is dat goed', zegt Danny, één van de vaders uit het gezelschap.
Vaders durven zich te laten dragen, hoe confronterend dit ook moge zijn. Deze herinnering aan hun begin voelt als een teken van regressie, maar één voor één leggen de vaders zich hierbij neer in de armen van hun zonen, en dat met hun volste vertrouwen. De documentaire lijkt ons eraan te willen herinneren hoe fundamenteel lichamelijkheid is om ons menselijk te voelen: het is een contact met onszelf en anderen tegelijk. Het leven wordt tastbaar, en het einde daarvan voelbaar. In het licht daarvan, lijken woorden overbodig. Dat inzicht wordt nu alleen maar meer opdringerig, aangezien men pas beseft wat men had wanneer men het niet meer heeft.