recensie> Het kat- en muisspel van een klassenstrijd

Recensie: Parasite

Met Parasite heeft Bong Joon-ho een eerste Koreaanse Palme d’Or kunnen versieren. Een wervelend originele tragikomedie als deze verdient dan ook niet minder.

Parasite speelt nog zeker tot 21 oktober in Cinema Zed. Meer info en programmatie kun je vinden op hun website

De film opent met de zoektocht naar de best mogelijke wifi om van de buren af te tappen. Dat die wordt gevonden in het toilet - dat tevens dienst doet als veiligste plaats bij een overstroming - belooft enkel goeds. Zo worden we geïntroduceerd tot de familie Kim, die probeert rond te komen door pizzadozen te plooien, en in de tussentijd dronken wildplassers van hun ramen weg moet zien te houden.

Door wild toeval en een flinke portie documentenvervalsing kan zoonlief beginnen als leraar Engels voor de steenrijke familie Park. Een naïeve moeder en een vader die veel uit huis is lijkt de familie het perfecte slachtoffer om in binnen te dringen als hulpjes allerhande - chauffeur, huishoudster en zelfs kunsttherapeut. Een stelletje parasieten uit de laagste klasse probeert de hoogste klasse binnen te dringen. En als twee klassen vechten om een been, loopt de middenklasse ermee heen. Wantrouwen wordt gezaaid, geheimen ontkiemen en uiteindelijk is de oogst regelrechte chaos die deze tragikomedie doet ontluiken in een komische suspense thriller die bij momenten horrorelementen naar boven haalt. Ergens zien we daarin Us terugkeren, al is het maar flauwtjes.

Alledaags absurdisme

Bongs werk doet terugdenken aan het alledaags absurdisme van Taika Waititi en Roy Andersson - zij het in minder extreme vormen. Die laatste twee hebben waarschijnlijk eerder afgekeken van de Koreanen, maar de vergelijking is daarom niet minder relevant. Bong kan momenten van komedie vinden in de meest normale dingen, maar doet dat op zo'n manier dat wij niet goed begrijpen waarom alles nu zo grappig is. Combineer dit gegeven met een deprimerend wereldbeeld en een onbehaaglijk gevoel bekruipt je voor je het beseft. Ondertussen loopt een trio aan keffertjes het grote huis rond om de dramatische momenten wat op te leuken. Chiasmes alom.

Met een half dozijn hoofdpersonages is het lastig een coherent verhaal neer te zetten én elke acteur en elk personage te laten schijnen in hun respectievelijke glorie. Toch slaagt Bong daarin. De acteurs zijn aan elkaar gewaagd en de bruisende dialogen zorgen voor een gezonde mix aan aandacht voor elk personage. Het is een karaktergedreven film waarin personages weten wat ze willen en plot weet waar ze naartoe moet.

Maar zonder de geniale regie van Bong zou Parasite nooit zo beklijvend geweest zijn. De film opent met een bleek beeldend verhaal, maar de kracht van dat bleke wordt pas duidelijk wanneer het contrast met de hoge klasse getoond wordt. Daar is de regie afgelijnd, is de cinematografie van een even hoge klasse als de personages en kunnen we haast ruiken hoe ongepast de familie Kim daartussen staat. Long takes van enkele minuten die aanvoelen als afgelijnde cuts geven de film een extra afgewerkt karakter. En ondanks de meer dan twee uur durende runtime blijft het verhaal aan een aangenaam tempo vooruit gaan. Pauzes zijn er amper, nodeloze expositie evenmin.

Jammer genoeg weet het verhaal niet goed waar te eindigen. De laatste vijf minuten zijn gevuld met ongeveer evenveel eindes als minuten. Spijtig, want daardoor loopt de film de kans mis om een einde à la Prisoners te verzilveren. Ach, wat zeuren we. Elke gek zijn gebrek, zeggen we dan, en degene die deze film gemaakt heeft is zeker een gek. Maar een gek waar we graag meer van willen zien.

Powered by Labrador CMS