recensie> De zelfspot van een spotfiguur
Recensie: A Rainy Day in New York
Woody Allens vijftigste film lijkt een parodie op het leven van de regisseur. Jammer genoeg is deze romcom vooral onbedoeld grappig en weinig romantisch.
Openen met de credits op een wijze die sinds de jaren 80 niet meer gebruikt wordt. Het is alsof Woody Allen al vanaf de eerste seconde wil zeggen dat zijn stijl sindsdien niet meer geëvolueerd is en dat we niets anders hoeven te verwachten van deze film. Zijn films zijn zoals boeken van Danielle Steel: goed in hun genre, maar te simpel en uiteindelijk allemaal hetzelfde.
Goed in zijn genre, slecht in zijn tijd
Zo is ook het geval met A Rainy Day. Gatsby (Timothée Chalamet), een rebellerende rijke yuppie die vindt dat Ivy League-universiteiten niet onbegrensd genoeg zijn om zijn gedachten de vrije gang te laten gaan, gaat er voor een weekendje tussenuit met zijn vriendin Ashleigh (Elle Flanning). Die laatste heeft een interview in New York met een bekende regisseur en van het een komt het ander. Een kort interview wordt al snel een screening van zijn nieuwste film en opeens raakt ze verzeild in een klopjacht op haar hart door een regisseur, een monteur en een acteur. Ondertussen moet Gatsby zijn eigen dagje vullen en dat doet hij door oude bekenden op te zoeken en er pseudofilosofische gesprekken mee te voeren over de liefde. En o ja, door verliefd te worden natuurlijk. Classic Woody Allen.
A Rainy Day vinkt plichtsbewust alle hokjes af van een romantische komedie. Er is ongevraagde romantische drama, het verhaal gaat aan een degelijk tempo vooruit en er zijn genoeg komische elementen om de kijker te boeien. Daar blijft het helaas bij: A Rainy Day is vóór alles immers ontzettend cliché. De snappy en volkomen onrealistische dialogen in ongelooflijk saai geregisseerde conversaties voelen aan alsof uw vijftienjarige neef voor Engels een filmpje heeft moeten maken. De acteurs hebben vrijwel geen chemie en emotionele expressie is ver te zoeken. De emotionele snaar spant slapper dan Woody Allen bij het zien van een vrouw van zijn eigen leeftijd.
De grootste misdaad van deze film is misschien wel dat Allen erin slaagt een talent als Chalamet slecht te doen acteren. Het voelt alsof Chalamet zelf goed genoeg weet in wat voor goedkope rommel hij meespeelt en daarom maar even goedkoop acteert. De gelaatsuitdrukkingen van Selena Gomez hebben ondertussen dezelfde emotionele reikwijdte als een zestigjarige die volgespoten is met botox. Fanning speelt dan weer wel perfect het naïeve, brave schoolmeisje dat nergens bang voor is omdat ze niet weet hoe je 'ongevraagde seksuele spanning' moet spellen.
Dat laatste is meteen lekker ironisch. Allen steekt de film vol parodieën op zichzelf en doet het uitschijnen als zelfspot, maar het voelt vooral wrang aan en drukt ons voortdurend met de neus op de feiten. Met een niet onberoerd gebleven #MeToo-verleden en intussen nog altijd geen Amerikaanse release voor A Rainy Day dringt de vraag zich op of we überhaupt nog van een Woody Allen mogen genieten. In hoeverre we kunstwerk en kunstenaar los van elkaar kunnen zien is echter meer een vraag voor een essay, en hier bovendien niet al te relevant: allebei zijn ze niet al te best.