interview> Interview met twee klimaatdichters
Poëzie om het tij te keren
Klimaatdichters strijden met de pen voor de aarde. Dit collectief van 170 woordkunstenaars uit België en Nederland bracht recent haar eerste dichtbundel uit. Onder hen: Sara Eelen en Anna Carlier.
De beweging van klimaatdichters werd in maart opgericht door dichteres Moya De Feyter, naar het voorbeeld van 'Poets for the Planet'. Jullie sprongen al snel mee op de kar. Vanwaar komt de preoccupatie voor het klimaat?
Anna: Het is een thema dat mij nauw aan mijn hart ligt. Mijn laatste theatertekst, Hertenleer, is geschreven vanuit een bezorgdheid om de hedendaagse wereld. Is het eigenlijk nog verstandig om een kind te baren?
Sara: Ik vind dat we in actie moeten komen voor een klimaatvriendelijke wereld. Als dichter werk je vaak erg individueel, waardoor je het gevoel krijgt weinig te kunnen veranderen aan zo’n groot thema als de klimaatcrisis. Daarom was ik zo blij met de komst van klimaatdichters, eindelijk een manier om het woord, lyrisch voor de natuur en ziedend voor de deconstructie daarvan, wel te doen klinken.
In het manifest van klimaatdichters wordt poëzie beschouwd als 'verzet tegen klimaatmoeheid'. Waarin zit de kracht van het lyrische woord?
Sara: We zijn in de eerste plaats dichters en daarom kiezen we ook het woord. Het woord is buigzaam. Je kan er veel mee doen. Poëzie is misschien ook niet zo bedreigend. Het is een niet-traditionele manier van activisme, waarmee we misschien ook een niet-traditioneel activistisch publiek kunnen bereiken.
Anna: Het woord is een mooie verbinding tussen het verstandige en het gevoelsmatige. Met taal kan je enerzijds iets voelen, maar anderzijds ook iets begrijpen. Het blijft een uitdaging om mensen aan te spreken met poëzie. Misschien zelfs een van de grootste: hoe bereiken we mensen die anders ook geen poëzie lezen?
Sara: We gebruiken poëzie in al haar vormen en niet alleen het geschreven, maar ook het gesproken woord. Naast de publicatie van onze dichtbundel doen we samenwerkingen met klimaatvriendelijke projecten en organiseren we ook zelf evenementen die op onze site en Facebookpagina terug te vinden zijn. Zo hadden we onlangs onze eerste liveverschijning op het Antwerpse Klimaatfestival.
Waar putten jullie inspiratie uit?
Anna: Het idee voor mijn gedicht kwam na het lezen The Overstory van Richard Powels. Daarin komt aan bod dat de mens machines verzint om CO2 uit de lucht te filteren. Beetje absurd, want eigenlijk heeft de natuur daar al een systeem voor.
Sara: De vele projecten die anderen van onze beweging al op poten hebben gezet, inspireren mij. Naast het zijn van dichter, dragen velen ook een ander stukje identiteit met zich mee. Ik ben bijvoorbeeld ook sociaal werker. Daarnaast inspireert de natuur mij omdat het bron is waar men mooie metaforen uit kan halen.
De poëziebundel is meteen een kanjer van formaat: meer dan honderd gedichten gebundeld onderZwemlessen voor later. Welke betekenis schuilt er achter deze titel?
Anna: Ik moet denken aan een e-mail van Moya waarin ze de titel mooi verklaarde. De titel kan een negatieve connotatie dragen: alles moet eerst onder water lopen voordat er effectief gehandeld wordt. Maar dat is het juist niet. In de bundel leggen we de focus op wat er wél nog kan veranderen.
Sara: We hopen door het positieve te belichten ook op een andere manier bericht te geven over het klimaatthema. De bundel is een warm geschenk, voor jezelf, voor de aarde en voor de ander. De opbrengst gaat naar One World Tree Planting, een project dat zich bezighoudt met het aanplanten van nieuwe bomen en het herstel van bestaande bossen.