recensie> Een recensie voor wie nooit eerder een opera zag
Opera 101: Aida in De Muntschouwburg
In 2017 liet regisseur Stathis Livathinos de schitterende opera Aida eindelijk voor zichzelf spreken. Hij laat het spektakel en de oud-Egyptische setting achterwege zonder aan grootsheid in te boeten.
Ook operahuis De Munt schakelde over naar een online-aanbod en stelde daarvoor een virtueel seizoen samen van zeven opera’s, nog te bekijken tot 19 april. Een troost voor de operaliefhebber, maar vooral ook een uitgelezen kans voor wie nooit eerder de weg vond naar dit overrompelend genre: de selectie vormt een excellente doorsnede van hoe de hedendaagse operascène er ongeveer uitziet.
Frankenstein en Macbeth Underworld zijn twee moderne opera’s, gedurfde nieuwe creaties waarin een haast cinematisch universum wordt geschapen. De vijf andere opera’s, waaronder Verdi’s Aida en Tristan und Isolde van Wagner, zijn dan weer eeuwenoud en behoren tot de overbekende stukken die jaarlijks overal ter wereld worden opgevoerd, maar zijn juist daarom zo interessant: het kruispunt dat opera is tussen al zijn verschillende kunstvormen hoeft niet samen te komen in één verpletterend geheel maar kan telkens opnieuw geëxploreerd worden.
Aida omvat oriëntaalse fantasieën en dubieuze clichés, en heeft zwaar te kampen met haar lange geschiedenis van bombastische spektakeluitvoeringen – echte olifanten en gigantische tempeldecors incluis.
Regisseurs nemen de taak op om zich de opera opnieuw te verbeelden en vatten het gekende spel aan met libretto en regie: welk tijdsvak wordt er gekozen? Wat aan regie en plot is essentieel, wat niet? Welk nieuw element kan belicht worden, welk perspectief wordt toegevoegd, inhoudelijk en esthetisch? Aida van Verdi is de opera bij uitstek die zo een denkoefening oproept.
Het verscheurende liefdesverhaal tussen een tot slaaf gemaakte Ethiopische prinses (Aida) en oud-Egyptische legeraanvoerder (Radamès) mag dan wel tijdloos genoemd worden, maar omvat net als vele andere opera’s oriëntaalse fantasieën en dubieuze clichés. Aida heeft ook bij uitstek zwaar te kampen met haar lange geschiedenis van bombastische spektakeluitvoeringen – echte olifanten en gigantische tempeldecors incluis.
In 2017 voerde regisseur Stathis Livathinos Aida terug naar zijn essentie: hij behield de innige emoties en grootsheid van Verdi’s partituur maar toonde dat de oud-Egyptische setting en spektakelelementen daar absoluut onnodig voor zijn. Op de scène bevindt zich niets dan een grote rots, omhuld door nevel en het geluid van de woestijnwind.
Die rots biedt een blik in de innerlijke gevoelswereld van de personages: op snel vervliegende momenten licht de rots stralend op wanneer Radamès zijn liefde voor Aida bezingt, of krijgt die een iriserend groene gloed op het moment dat Aida zich verliest in herinneringen aan de weelderige wouden van haar thuisland. Voor het merendeel van de opera blijft de rots echter grijze desolatie uitstralen (mijn leven is een woestenij, zingt Aida) en cirkelen de gedoemde personages rond elkaar op het troosteloze landschapsstuk.
Van het oude Egypte blijven enkel anubismaskers en religieuze scènes over, enigmatische momenten in de opera waarin de rots altaargoud blinkt en het koor weidse melodieën ontspint: ongelooflijk sprekende verwijzingen die het hele stuk indrukwekkende esthetiek verlenen. Ook het strijdgewoel haalde Livathinos er volledig uit.
De befaamde overwinningsmars portretteert hij aan de hand van het toekijkende volk, dat met een lichte manie de soldaten toewuift - de zegevierders onzichtbaar, enkel de schuifelende slavinnen komen voorbij op de scène onder begeleiding van een afgemeten klinkende trompet. Wanneer Livathinos soldaten op de scène laat komen, zijn hun bewegingen karikaturaal en uitvergroot, zo ironisch dat het effect bijna komisch wordt.
Afro-Amerikaanse sopraan Adina Aaron vertolkt Aida ongezien mooi.
Hiermee slaagt hij erin om de opera niet enkel over de destructieve driehoeksverhouding te laten gaan, maar de thematiek ook te verbreden naar een ambivalent vraagstuk over onderdrukker en slachtoffer. De zin 'dood aan de vreemdelingen' uit het libretto klinkt anders anno 2020, en ook tijdens deze opera word je daaraan herinnerd. Welke stem voedt de haat? Is het de waas van religie die letterlijk in de vorm van een beschilderd scherm op de scène neergelaten wordt?
Tegelijkertijd maakt de keuze voor vormelijke en inhoudelijke soberheid dat de tragische levenslijnen en gevoelens van de personages in alle heftigheid overgebracht kunnen worden. Gedragen door de muziek vanwege dirigent Alain Altinoglu - die zoals altijd absolute precisie aflevert - zetten de zangers ongelooflijke prestaties neer.
Afro-Amerikaanse sopraan Adina Aaron vertolkt Aida ongezien mooi: ze verleent diepgang en overtuiging aan het personage, zowel in haar acteren als in haar hartverscheurend prachtige zangweeklachten. Ze slaagt er samen met Andrea Carè als Radamès in om op een intieme manier de grandeur van het onmogelijk liefdesverhaal te brengen, op zo een manier zelfs dat hun acteren zonder probleem de cameraclose-ups van de opname verdraagt.
Zangeres Nora Gubisch dreigt soms te verzanden in overdreven gebaren en mimiek, waarvoor de camerazoom minder mild is.
Meer nog, wanneer de beelden over smachtende handen of vertroebelde ogen glijden vormt dit zelfs een verrassende, esthetische meerwaarde. Dat is minder het geval voor zangeres Nora Gubisch, die de rivale van Aida speelt. Zij weet iets vileins aan het karakter te geven maar dit dreigt soms te verzanden in overdreven gebaren en mimiek, waarvoor de camerazoom minder mild is.
De personages in Aida zijn verstrikt tussen liefde, lot, plicht, de wraak van henzelf en anderen, een beklemming die vanaf de eerste scène wordt uitgebeeld door de dreigende betonplaat die boven hun hoofden zweeft en uiteindelijk de graftombe van de geliefden zal worden. Dit omineuze voorteken - we wéten hoe deze dramatische opera eindigt - verhindert de uitvoering er echter niet van om complex en betoverend te zijn.
Aida is nog tot 19/04 online te bekijken.