artikel> ‘Wij vinden onze naam zelf ook verwarrend’
Oko Yono: ode aan de vrouwen rond Gainsbourg
Aan de vooravond van Internationale Vrouwendag palmt Oko Yono 30CC/Minnepoort in. Verwacht geen girlband vol Beatles-groupies maar een ode van vier vrouwen aan de vrouwen rond Serge Gainsbourg.
Oko Yono? Spreek de naam uit en je zult je gesprekspartner op een kleine frons betrappen. ‘Bedoel je ... ?’ De groep van Myrthe Luyten (Astronaute), Patricia Vanneste (Balthazar), Annelies Van Dinter (Echo Beatty) en Birsen Uçar (Hydrogen Sea) heeft inderdaad een vrij verwarrende naam gekozen.
‘Wij halen ze zelf ook door elkaar’, lacht Luyten, die bas en gitaar speelt bij Oko Yono. De naam van het vrouwencollectief ontstond als grap tijdens een brainstorm. ‘Yoko Ono heeft de bijnaam de grote vernieler van The Beatles te zijn, maar we hebben die naam toch gekozen om de humor. Zie het als een intern mopje.’
Seksisme op de MIA’s
Het project lijkt in elk geval gekomen als geroepen. Vorige maand nog namen de media, in navolging van een Facebookstatus van Inne Eysermans van Amatorski, het seksisme binnen de Music Industry Awards (MIA's) op de korrel. Een terechte kritiek: behalve ‘solo man’ en solo vrouw’ werden in veertien categorieën slechts vier vrouwen en vier gemengde groepen genomineerd (waarvan enkel Warhaus meerdere keren).
De MIA’s als enige zondebok aanwijzen is echter kort door de bocht. Aan de selectieprocedure en de categorieën van de wedstrijd valt inderdaad nog te sleutelen, maar in de eerste plaats zeggen de weinige nominaties iets over hoe de sector in elkaar zit.
78% van de muzikanten is man, van de niet-performers in de sector is 67% mannelijk
Vorig jaar nog wijdde het cultuurtijdschrift Rekto:verso, voor de gelegenheid tot Rekta:versa omgedoopt, een speciale editie aan vrouwen. Uit de onderzoeken over de cultuursector die Rekto:verso bundelde bleek dat zij in de muziek nog steeds ondervertegenwoordigd zijn.
Een onderzoek van de UGent wees uit dat 78% van de muzikanten man is. Het probleem is echter niet tot het podium beperkt. Ook achter de schermen is de sector vrouwonvriendelijk. Van de niet-performers is nog steeds 67% van de niet-performers mannelijk. Van het aantal managers in de sector is slechts 20% vrouw.
Nochtans maken vrouwen 40% van de afgestudeerden in de opleiding Muziekmanagement aan de Hasseltse hogeschool PXL uit. In de Leuvense muziekafdeling van LUCA Muziek blijkt, sinds de oprichting in 2006, zelfs 60% van de alumni vrouw te zijn.
Muziek primeert
Is Oko Yono dan een gebalde vuist van vier vrouwen richting de sector? Myrthe Luyten ziet het niet zo. ‘Dat we allemaal vrouwen zijn, is iets bijzonders, maar in de eerste plaats zijn we muzikanten die samen muziek willen maken.’
‘Aan de andere kant, laten we eerlijk zijn: het is ergens ook wél een statement. We hebben alle vier al te maken gehad met een ongelijke genderverdeling of seksisme, op de recente muziekuitreikingen maar ook door opmerkingen of belerende vragen. Ik kan me niet inbeelden dat één van mijn mannelijke collega’s al de opmerking gekregen heeft: Heb je dat zelf gemaakt?’
‘We zijn dus met feminisme bezig’, vervolgt Luyten, ‘maar op onze manier, niet volgens een rol waarin we gedwongen worden. Je kunt het niet vatten in een simpele quote. Wel is het opvallend dat mensen dit een statement vinden puur omdat het over vier vrouwen gaat.’ De groep heeft trouwens voor een mannelijke drummer gekozen.
Op de eerste plaats komt dus de muziek. Het originele idee is van Nele Desmet, de stuwende kracht achter de groep. ‘Nele had een zekere fascinatie voor de vrouwen rond Gainsbourg. Dat zou dus het startkader worden: alle vrouwen die met hem gewerkt hebben.’ Meer dan een kritiek wil Oko Yono een ode zijn.
‘De Franse vrouwen uit de jaren 60 zijn heel mythisch’, vindt Luyten. Er is Françoise Hardy van de luchtige wereldhit Tous les garçons et les filles, of France Gall, die met haar Eurosong-act André Vermeulen nog steeds uit zijn slaap houdt. Er is de ex van Gainsbourg, Jane Birkin, die Frankrijk in een morele paniek hijgde met het erotische Je ’t aime, moi non plus. Hun dochter, actrice Charlotte Gainsbourg, kan trouwens ook met een microfoon overweg.
Likken aan lolly’s
Maar waarom Serge Gainsbourg? Aan de vooravond van Internationale Vrouwendag lijkt de keuze voor de Franse crooner niet bepaald de meest vrouwvriendelijke. Gainsbourg was tenslotte de sarcast die France Gall op het Songfestival liet opdraven met Poupée de cire, poupée de son. Wat Gall, slechts 17, toen niet vermoedde, was dat ze over zichzelf zong. Zij was de bedoelde poupée de son of geluidspop: het meisje dat als een marionet aan zijn touwen hing.
Een jaar later sloot diezelfde Gall zich wekenlang in haar kamer op toen ze inzag waarom Gainsbourg haar in de videoclip van Les Sucettes demonstratief aan een lolly had laten likken. Om maar te zeggen dat de doorrookte Fransman geen feminist pur sang was.
‘Nee, Gainsbourg was niet de meest vrouwvriendelijke figuur’, erkent Luyten, ‘maar daar zijn we niet veel dieper op ingegaan. Die vragen kwamen pas op toen we al aan de nummers werkten.’
En over die werkwijze valt wat te zeggen. Gelegenheidsgroepen of zogenaamde superbands zijn dikwijls anarchistischer dan een klassieke band. Zo ook bij Oko Yono: de groep kent geen frontvrouw of songschrijver, iedereen zingt. ‘Elk van ons experimenteerde thuis met drie of vier songs’, legt Luyten uit. ‘We zijn pas daarna met al het materiaal samengekomen, zo is het een heel diverse set geworden. Van sludge tot elektronica: er zit alles bij.’
'De emotie uit de songs blijft ook in onze metalcovers overeind. Dat bewijst het songschrijversschap van de makers'
Myrthe Luyten, bassiste en gitariste Oko Yono
Hoewel ook de meeste teksten naar het Engels vertaald werden, sommige in geknipte vorm of zelfs uitgebreid, blijft de geest van de songs volgens Luyten wel bewaard: ‘Er blijft toch een zekere emotie over. Door de akkoordenkeuze van het origineel is in de muziek tegelijk een optimisme en een zekere tristesse voelbaar. Die blijft overeind, ook in elektronica en in metal. Dat bewijst het songschrijversschap van de makers wel.’
Eén ding is zeker: het wordt géén avond vol Franse chansons. ‘We zetten ze echt naar onze hand’, zegt Luyten. Wie de oren spitst, zou onder de arrangementen wel enkele goed verborgen Gainsbourg-klassiekers moeten herkennen. Het met Jane Birkin opgenomen en door parlando gedragen Melody uit het magnum opus L’histoire de Melody Nelson. Of Laisse Tomber Les Filles van France Gall, een Gainsbourg-samenwerking die nog van vóór het Songfestival dateert.
Een set die best veelbelovend klinkt. Nu is het aan de Belgische girlband om ons op 7 maart tijdens hun eenmalige optreden in Leuven te overtuigen. En daarna hopen dat de MIA’s het licht gezien hebben.