interview> 'Verlofdagen voor liefdesverdriet: dat moet toch kunnen?'
Navraag: Leen Dendievel
In 'Thuis' speelt actrice Leen Dendievel de rol van transvrouw Kaat. Als psychologe onderzocht ze de consequenties van een gebroken hart. 'Pillen nemen als je rouwt? Nee, rouwen is geen depressie.'
Voor Leen Dendievel in Thuis pionierswerk verrichte als de eerste transgender in een Vlaamse soap, verdiende ze haar sporen in Spring, 16+ en, zo noemt ze het zelf, ‘theater met een accentje’. Maar de Kortrijkse is van meerdere markten thuis. In haar scriptie als psychologiestudente zocht ze uit of je werkelijk kunt sterven van liefdesverdriet: het resultaat bracht ze uit in het boek Hard. Wat bleek? Een gebroken hart is inderdaad dodelijk.
‘Mijn lief heeft mij verlaten: dat is al een beetje taboe. Terwijl mensen dat niet zomaar kunnen loslaten. Dat geeft een weerslag op hoe je daarna functioneert. Verlofdagen voor liefdesverdriet: dat moet kunnen, ook op school. Een onderzoeker heeft vastgesteld dat een trauma van liefdesverdriet even erg is als het trauma dat oorlogsveteranen oplopen. Om een diagnose te stellen, kun je het vergelijken met een burn-out: je kunt er de vinger niet op leggen, maar hebt menselijk inzicht nodig om het te begrijpen.’
Kun je liefdesverdriet vergelijken met een gebroken hartsyndroom, een hartspierziekte die optreedt na heftige emoties?
Dendievel: ‘Ze verschillen toch op een bepaalde manier. Liefdesverdriet is een trauma: als zoiets op je hart slaat, kun je daaraan sterven. Een gebroken hartsyndroom kan ook op je hart slaan maar dat hoeft niet per se door liefdesverdriet te komen. In mijn boek bijvoorbeeld staat een getuigenis van een vrouw die zo geschrokken was toen haar baas tegen haar uitvloog dat ze effectief een gebroken hart had.’
In de DSM-5, de psychiatrische standaardhandleiding, wordt aan liefdesverdriet nauwelijks aandacht besteed. Wordt het wetenschappelijk wel serieus genomen?
‘In de DSM staat dat ze je pillen geven als je langer dan zes maanden rouwt. Dan denk ik: nee, rouwen is geen depressie. Sommige mensen raken er snel over, anderen pas na jaren. Als er iemand naar jou komt met zo’n probleem, zeg dan niet: er zijn veel vissen in de zee, je komt er wel bovenop. Bied gewoon een luisterend oor en bevestig: ja, het is kak en je mag je even zo voelen.’
‘Kinderen zouden op school in plaats van een uurtje sport een uurtje naar de psycholoog moeten gaan om te ventileren. Dat is vooral belangrijk: ventileren. Uiteindelijk bespreek je niet alles met je lief en je vrienden. We hebben allemaal onze kleine bekommernissen die we alleen kunnen uitspreken tegenover iemand die we niet kennen: iemand die daar objectief tegenover staat en zo de puzzelstukjes bij elkaar kan leggen.’
'Voor veel kijkers zijn wij als familie: wij komen elke dag bij hen thuis'
Hoe moeilijk was de keuze tussen psychologie en acteren?
‘Voor alle duidelijkheid: ik heb psychologie en een lerarenopleiding in avondschool gevolgd. Eerst ben ik naar het Lemmensinstituut gegaan. Ik ben eigenlijk niet meer gestopt met studeren tot twee jaar geleden: ik ben een West-Vlaming, wij moeten werken hé. (lacht) Ik wou voor mijn dertigste nog een diploma omdat ik zo realistisch ben dat ik denk dat acteren misschien niet blijft duren. Ik ga geen therapie oprichten. Ik wil lesgeven aan volwassenen in de psychologie, maar ik haal dat diploma pas uit als het écht nodig is.’
Helpt je opleiding je ook in je aanpak van Kaat?
‘Ik neem die nog altijd mee, ja. Het is niet zo’n normale materie en als je het zelf niet hebt meegemaakt, moet je elders info gaan inwinnen. Dat kan via mijn opleiding, maar ik bel ook nog altijd naar een transgender vriendin om te vragen: zou jij daar zo op reageren? ‘
‘Ik hou ook rekening met het personage Franky. Die jongen is niet van de ene dag op de andere van karakter veranderd toen hij homo werd, dus toen hij vrouw werd ook niet. In plaats van testosteron is het oestrogeen dat nu door mijn lijf raast, maar het karakter in se is nog hetzelfde. Het is bijvoorbeeld niet omdat ze een vrouw is geworden dat ze zijn bier niet meer zou drinken. De serveersters in het café weten: voor Kaat is het een pintje. Terwijl ik totaal geen bier drink.’
Fictie en realiteit
Sommige Thuis-kijkers blijken de realiteit en de fictie te verwarren. Camilia Blereau (die de weinig populaire Hélène vertolkt) klaagde dat ze op straat vaak nageroepen werd.
‘Sommigen? (ironisch) Wij komen elke dag bij de mensen thuis hé, wij zijn als familie. Als mensen mij zien in het echt, ben ik voor hen Kaat. Dat is oké, maar soms is het ook anders. Op de boekenbeurs was ik het Thuis-boek aan het signeren en er waren mensen die keken alsof ze wilden zeggen: is dat allemaal echt daar? Toen wist ik: oké, jij denkt dat ik een transgender ben.’
Zien we jou op de jaarlijkse Thuis-fanreis?
‘Nee, ik ben een vriendelijk en sociaal iemand, maar mijn fans zijn mijn fans en niet mijn vrienden. Er is ook nog de Thuisdag. Daar mogen ze ons de hele dag vastpakken en met ons babbelen. Daar, of als ik op de Boekenbeurs ben of als mensen mij aanspreken, doe ik dat graag. Maar als ik op reis ga, is het met mijn lief, of alleen, of met vrienden.’
'Ik kijk naar mezelf op tv, om eruit te leren. Perfectionisme is mijn probleem wel'
Was je vroeger zelf zo’n Thuis- of Familie-fan?
‘Allebei niet. Ik keek Familie toen ik erin kwam en naar Thuis van zodra ik wist dat ik de rol van Kaat zou spelen. Ik kijk altijd naar mezelf, om eruit te leren. Ik kan heel slecht slapen als ik een scène zie waarvan ik denk: oh nee, dat is zo gemonteerd. Of: ik heb een verspreking gedaan! Soms denk ik daar maanden later nog aan. Er zou maar eens producer of regisseur dat gezien hebben. Perfectionisme is mijn probleem wel. Nu heb ik geleerd: bij een verspreking moet je direct stoppen met spelen, dan haalt die de cut niet.’
Ben je iemand die zich door een rol laat opslorpen?
‘Ik neem een rol niet mee naar huis. Maar als voor de begrafenis van Yvette (haar oma in Thuis, red.) de hele dag in het funerarium zit en je moet de ogen uit je hoofd blèten met die kist voor je, wil je daarna niet vrolijk iets gaan eten. Kijk naar Johan Heldenbergh. The Broken Circle Breakdown was heftig hé. Op de set rouw je dagenlang om je kind en maak je ruzie met je vrouw. Zo lang alles uit je moeten putten: dat komt van heel diep. We zijn geen robotten.’
‘Doorgaans spring je zuinig om met zulke scènes. Op voorhand zeggen we vaak: we gaan dat hier geen vier keer spelen. Als je het te vaak probeert, zie je jezelf in gedachten als acteur spelen en dat is het slechtste wat je kunt doen. Als je plots instort en impulsief op de grond gaat, moet de crew maar klaar zijn om je te volgen. Blijkt er dan geluidsmicrofoon in het beeld te hangen, dan denk je: fuck it. We gaan de emotie laten primeren.’