RECENSIE USO REISCONCERTEN
Naar een nieuwe wereld met het USO
Afgelopen donderdag speelde het Universitair Symfonisch Orkest een concert in de Pieter de Somer-aula. Een zeer romantisch programma gebracht door de jonge studenten maakte grote indruk.
Dit jaar viert het Universitair Symfonisch Orkest (USO) zijn 60-jarige jubileum. Ook dirigent Edmond Saveniers mag kaarsen uitblazen: hij is ondertussen 25 jaar de vaste leider van dit studentenorkest. Afgelopen donderdag speelde het USO zijn eerste van twee reisconcerten in de Pieter de Somer-aula in Leuven. Het indrukwekkende programma omvatte de ouverture uit Le Roi d’Ys van Lalo, het derde pianoconcerto van Rachmaninov en de negende symfonie, Uit de nieuwe wereld, van Dvořák.
Openen doet het orkest dus met Le Roi d'Ys, een opera-ouverture van een relatief onbekende componist. De lage strijkers vatten aan en nemen ons mee op reis, maar wanneer de blazers hun intrede doen, stuit het orkest op een probleem. Ze zijn niet goed gestemd.
Gedurende het hele concert zijn de intervallen tussen de blazers net niet correct wat de luisterervaring niet ten goede komt. Volledig wegdromen met het verhaal gaat hier helaas niet. Gelukkig maken de strijkers veel goed en worden we meegenomen in woelige zeeën tijdens de stuwende passages.
Beloftevol jong talent
Voor het pianoconcerto van Rachmaninov verschijnt pianist Tom De Beuckelaer op het podium. Hij is slechts 23 jaar, maar won reeds meerdere wedstrijden. De klanken die hij uit de piano tovert zijn magnifiek. Het derde pianoconcerto staat gekend als één van de moeilijkste werken voor piano: als je dit kan spelen kan je alles.
Bij De Beuckelaer komen de noten eruit alsof het een gemakkelijk kinderdeuntje is. Enkel het occasionele wegvegen van zweet met een doekje tonen het publiek dat dit slechts een illusie is. De melodieën en thema’s die Rachmaninov ongeveer honderd jaar geleden componeerde, zullen de hele avond in mijn hoofd blijven naspelen.
Op reis naar andere werelden
Na een korte pauze vat het orkest weer aan. De blazers zijn intussen gestemd en zo kunnen we meereizen met Dvořák naar een nieuwe wereld. Na een korte opening door strijkers, schudden de koperblazers ons wakker; niet alles is even vredig als het lijkt.
In het eerste deel van de symfonie nemen de muzikanten ons mee langs spirituals, een Afrikaans-Amerikaans genre geassocieerd met het Christelijke geloof, om ons nadien in het tweede deel te sussen met een prachtige althobo-solo. Het derde deel is vooral geïnspireerd op Tsjechische volksmelodieën, hierin wisselen de blazers elkaar constant af en worden de melodische lijnen onderling doorgegeven. De contrabassen bieden de luisteraar dan weer een constante zekerheid met hun basritmes: ze zijn met drie, maar klinken als één.
De jonge muzikanten mogen trots zijn op hun prestatie
Het laatste deel van deze symfonie begint zeer dramatisch. De koperblazers tonen hier hun sterke kant, ze komen stevig en fors uit de hoek. Een filmliefhebber herkent deze opening als duidelijke inspiratiebron voor de opening van Jaws door John Williams.
Een tevreden publiek
Na een laaiend enthousiast applaus gunt het orkest ons niet één maar twee bisnummers. Als eerste spelen ze de polonaise uit Eugene Onegin van Tsjaikovski, een leuk dansnummer. Daarna, schijnbaar onverwacht voor de dirigent (maar niet heus), een medley van allerlei bekende nummers.
Vervolgens wordt het publiek traditiegetrouw verwelkomd op de Leffe-receptie. En laat ons eerlijk zijn, deze was een belangrijke reden om te komen voor vele studenten die in het publiek zaten (dat was toch het geval voor mijn kotgenoten, die ik meesleurde naar dit concert).
Al was het misschien geen foutloos concert, de jonge muzikanten mogen zeker trots zijn op hun prestatie. Dit zijn mensen die naast hun voltijdse studie hun instrument niet kunnen laten liggen en samen plezier willen maken. Daarin zijn ze zeker geslaagd. En wij kunnen enkel dankbaar zijn dat we daar deel van mogen uitmaken. Santé!