recensie> Nobelprijswinnende roman van Orhan Pamuk op de planken
Met 'Sneeuw' kristalliseert NT Gent een literair meesterwerk
Luk Perceval bewerkte met NT Gent en een aantal Turks-Belgische acteurs de roman ‘Sneeuw’ van Orhan Pamuk. Een wervelwind van kleur en geluid, die net iets meer vertaling dan bewerking is.
In een tijd waarin de Turkse regering zich van secularisatie weg beweegt, snijdt Sneeuw een uiterst actueel onderwerp aan. In het toneelstuk staat de hoofddoek als teken van vrijheid en onderdrukking centraal. De islamisten bevechten hun vrijheid voor de vrouw om een hoofddoek te mogen dragen, terwijl de seculiere staat meisjes naar huis laat sturen als ze gesluierd naar school komen.
De dichter Ka (Pierre Bokma) raakt verstrikt in het getouwtrek tussen beide kanten. Hij wordt verliefd op de schone Ipek (Els Dottermans) en niet veel later vermoord, waarna de verteller op zoek gaat naar het waarom van zijn dood. Die plot laat zich overigens maar beetje bij beetje reconstrueren, en Bokma is in zijn dubbelrol tegelijk Ka en de verteller, waardoor de kijker telkens op een ander spoor wordt gezet.
Grote ventilatoren laten de repen stof wild heen en weer wapperen tijdens dramatische scènes. Visueel zit het wel goed met ‘Sneeuw’
De roman van Pamuk laat zich moeilijk vatten - deels liefdesverhaal, deels moordintrige, vooral ook een verkenning van wat ‘Turks zijn’ eigenlijk betekent. Die gelaagdheid, in combinatie met de nodige portie mystificatie, vormt de basis voor de toneelbewerking van Luk Perceval. Lange, felgekleurde doeken hangen boven het toneel en verhullen de acteurs. Grote ventilatoren laten de repen stof wild heen en weer wapperen tijdens dramatische scènes. Visueel zit het wel goed met Sneeuw.
Som van de delen
Al meteen wordt duidelijk dat de voorstelling ook vocaal bijzonder sterk in de schoenen staat. Pierre Bokma bezweert het publiek met zijn weloverwogen woorden en geladen présence. Zijn warme, melancholieke keelklank mengt zich met de zang van de Gents-Turkse Meliké Tarhan, ook als ze hun stemmen niet tegelijk laten horen. In de delen waar het verhaal een thriller wordt, zetten de acteurs een dreigende fluisterstem op – net iets te veel misschien. Na een eerste blik op het decor kan de toeschouwer overigens bijna zijn ogen dichtdoen en genieten van een heerlijk hoorspel. Dat zegt iets over de kwaliteit van het geluid, maar ook iets over de actie op het toneel.
Perceval heeft alles uit Pamuks roman gezien en opgepakt, maar hij laat de sneeuwkristallen vooral afzonderlijk fonkelen
Het decor van zijden sluiers die aan het plafond hangen, verbeeldt alle kleuren van de regenboog, kleuren die samen het wit van sneeuw vormen, alle kleuren van de verschillen tussen mensen. Maar ook meer kleur dan er in de rest van de voorstelling te bespeuren valt, alsof de sluiers moeten verbergen dat er leegte zit in de veelheid aan tekst, beeld en geluid.
Perceval heeft alle elementen van Pamuks roman op de bühne gekregen: kleur, humor, uitputting, zachtheid, wreedheid, ongemak, mysterie, politiek en nog veel meer. Misschien is de poging om de vuistdikke Pamuk in een toneelstuk te vatten net daarom niet helemaal geslaagd. De schrijver kan kleur brengen in iets waar alles grijs is, humor in iets wat niet grappig meer is, uitputting in een moment van rust. Perceval heeft dat allemaal gezien en opgepakt, maar hij laat de sneeuwkristallen vooral afzonderlijk fonkelen. Nu heeft hij de handen van de schrijver nodig om er een perfecte sneeuwbal van te maken.