artikel> De staat van het Leuvense cultuurlandschap
#Leuvensowhite
Enkele jaren geleden werd Hollywood met de vinger gewezen voor de blanke dominantie tijdens de Oscars, maar hoe zit het met de heterogeniteit van het Leuvense cultuurlandschap?
Aan het begin van het academiejaar was Veto toeschouwer van het grote cultuurdebat dat plaatsvond in OPEK. Daar lieten zeven politici, in aanloop naar de verkiezingen van 14 oktober, zich uit over het Leuvense cultuurklimaat. Een belangrijk punt was de 'diversiteit' in het cultuurbeleid. Meer kleur op, achter en naast het podium was de diagnose en alle aanwezigen hadden grootse ideeën over hoe deze doelen te bereiken. Zo was er het voorstel om de diversiteit in het personeelsbestand van de culturele centra te promoten, wat een frisse wind zou doen waaien door het oh zo blanke Leuven. Tijd voor een eerste evaluatie en een navraag bij verschillende Leuvense cultuurorganisaties.
Speerpunt
Onze eerste stop is Denise Vandevoort, schepen van cultuur en voorzitter van vzw 30CC (het Leuvense cultuurcentrum). Voor de schepen is het van primordiaal belang dat de multiculturele samenleving die Leuven is op alle terreinen en niveaus weerspiegeld wordt, zowel in de beeldende kunsten als in de podiumkunsten en in de culturele werk- en adviesgroepen.
Wie enkel inzet op traditionele communicatiekanalen loopt een grote groep mensen mis
Hoewel diversiteit al even haar bevoegdheid niet meer is, laat Vandevoort er geen twijfel over bestaan dat het nog steeds een van de speerpunten van haar cultuurbeleid vormt. Dat zien we aan initiatieven als het stadsfestival YOUtopia, dat liep van september tot en met april 2018 en Leuvenaars een platform bood om zelf aan de slag te gaan. De stad nodigde individuen en (bestaande) organisaties uit om elkaar te ontmoeten en door de etnische en culturele verschillen heen samen te werken. Met trots kan Vandevoort zeggen dat enkele van deze multiculturele samenwerkingen, die 30CC bij hun eerste stappen steunde, nog steeds op hun succes voortbouwen.
Alternatieve communicatie
30CC probeert ook nog op andere manieren cultuur in Leuven toegankelijker te maken en werkte een heus onthaalbeleid uit. Met geanimeerde rondleidingen door de Schouwburg wil Vandevoort de drempel verlagen voor mensen die anders hun weg naar het cultuurbastion niet zouden vinden. Volgens haar is de angst voor het onbekende vaak een grotere hindernis dan het financiële aspect. Vandevoort merkt op dat het vooral de communicatie is waar het vaak misloopt bij het aantrekken van een breed en divers publiek. Wie enkel inzet op de traditionele communicatiekanalen als brochures, advertenties en Facebook, loopt een grote groep mensen mis. Vandevoorts optimisme is aanstekelijk en we dromen maar al te graag mee naar haar Babylonisch utopia, maar blijven er ergens tussen hemel negen en zeven in steken. We dalen af naar de cultuurhuizen Depot en STUK, in de hoop vaste grond onder onze voeten te vinden.
Ook Mike Naert, algemeen en artistiek directeur van cultuurhuis Het Depot, claimt dat diversiteit bij hen al jaren niet meer een intentie is, maar een feit. Met hun ‘multi-niche programmatie’ mikken ze op heel diverse doelgroepen van alle leeftijden en nationaliteiten en promoten zo de culturele en etnische diversiteit. Hun geheim: ‘Het belangrijkste is om het ongedwongen en natuurlijk te houden. Ervaring leert dat als je bepaalde genres blijft programmeren, je vanzelf een gemixt publiek krijgt.’ Zo blijken reggae en hiphop veel mensen van (Noord-)Afrikaanse origine aan te trekken, lokte het concert van de Turkse rapper Ehzel heel wat Turkse fans, en bereiken ook andere urban genres als funk en soul doorgaans een kleurrijk publiek. Muziek, zo zegt Naert, is wellicht de meest laagdrempelige cultuurvorm om een divers publiek te trekken. Het optreden van Baloji in oktober, een Belgische rapper van Congolese origine, waar onze recensent zich verbaasd uitsprak over het schril contrast tussen de bezetting op het podium en het bijna uitsluitend blanke publiek, toont dat het echter niet altijd zo vanzelf gaat.
Cultuur op maat
Caroline Hendrickx, communicatieverantwoordelijke bij cultuurhuis STUK is mogelijks al even hoopvol en enthousiast over het diversiteitsbeleid van het Leuvense cultuurmilieu. Ze vertelt ons dat ook het STUK haar best doet om ‘nieuwkomers’ in Leuven aan te spreken. Dat doen ze door samen te werken met organisaties en verenigingen, zoals 'Roots' (een stelplaats voor jongeren met een vluchtverleden) en 'Bijt in je vrije tijd' (een vereniging die activiteiten organiseert voor nieuwkomers in Leuven die Nederlands leren) die hun leden de weg tonen naar het Huis van Dans, Beeld en Geluid. Hun strategie? Ook bij het STUK lijkt het allemaal vanzelf te gaan. Als je het juiste programma aanbiedt en genoeg inzet op communicatie, ‘komt diversiteit vanzelf binnengewandeld. De vraag is, welke mensen toon je op het podium en welke verhalen wil je vertellen.’
STUK wil de drempel voor iedereen die van kunst wil genieten laag houden
En het lijkt nog te werken ook. Het STUK pakte dit jaar bij de tentoonstelling en festival Artefact uit met gratis gegidste rondleidingen in het Arabisch en het ‘eenvoudig Nederlands’. Deze laatste werden gegeven door gidsen met ervaring in taaleducatie en waren vooral gericht op nieuwkomers, expats en internationale studenten. Zo wil het STUK de drempel om van kunst te genieten voor iedereen laag houden. De vrij timide uitgestoken hand - het aantal plaatsen was heel beperkt en de opties stonden niet vermeld op de website - werd begerig aangenomen en bleek een echt succesverhaal. Caroline Hendrickx vond via IMSAL (International Muslim Student Association of Leuven) en International House vier gemotiveerde gidsen voor de Arabische rondleidingen. Hoewel ze vooral graag nieuwkomers had aangetrokken, bestond het publiek vooral uit studenten Arabistiek, internationale studenten en expats, maar Hendrickx heeft volle vertrouwen in de groeikansen van het project.
Aan goede bedoelingen ontbreekt het zowel de politici als de cultuurhuizen dus zeker niet. Maar om te zeggen dat er anno 2019 een heterogeen en divers publiek aanwezig is op de culturele aangelegenheden zou al te optimistisch te zijn. Het aantrekken van de atypische culturo’s gebeurt nog steeds iets te veel via stereotypering. Want het programmeren van ‘urban genres’ om een divers publiek te lokken, blijft voer voor de cynicus in ons om aan te tonen dat het moeilijk blijft om een kleurrijk publiek te genereren voor pakweg een balletvoorstelling. Al geven de aangereikte initiatieven aan dat we toch in de goede richting evolueren, én dat er op zijn minst ook aandacht gegeven wordt om voor verandering te zorgen. En zoals de Nederlandse boys van de Jeugd van Tegenwoordig ons laten weten: 'een goed begin is het halve werk'. Wij kijken alvast met goede moed uit naar de tweede helft.