INTERVIEW VRANCKX EN DE NOMADEN

Jonge leeuwen in het zog van Rudi Vran­ckx: 'We wilden niet zoals typi­sche west­er­lingen overkomen'­

'Je moet geen Arabisch kunnen spreken, om te voelen dat de mensen afzien.'

Na een persoonlijk groen licht van VRT-journalist Rudi Vranckx, vertrokken jonge documentairemakers Eugenie, Simon en Kanzi met een camera naar Syrië, een land dat enorm geteisterd wordt door de gevolgen van de klimaatopwarming. 'Ik word ongeduldig als ik te lang in België blijf.'

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

Vranckx en de Nomaden op Docville

Dinsdag gaat de honderdste aflevering van Vranckx en de Nomaden – waarin ook deze documentaire zal worden uitgezonden – in avant-première gaan op Docville, het jaarlijkse documentairefestival dat nog tot 30 maart loopt. Wij namen de makers van Opdrogend Land even apart om hen te ondervragen over het resultaat van hun journalistieke reis door Syrië.

Al zes seizoenen lang geeft VRT-oorlogsjournalist Rudi Vranckx jonge leeuwen – zeg maar, documentairemakers – een forum op VRT Canvas in Vranckx en de Nomaden. Zij komen met ideeën, hij bereidt mee de reis voor, maar laat hen vervolgens alleen vertrekken naar een conflictgebied waarvan ze terugkeren met uren aan opnames, ervaringen en journalistiek werk.

'Ik heb maar één voet in België, de andere voet staat in de rest van de wereld'

Eugenie D'Hooghe

Zo vertrokken ook 'nomaden' Eugenie D'Hooghe, Simon Clément en Kanzi Louagie met hun drieën naar het Koerdische gebied in Syrië om verslag uit te brengen over de ernstige effecten van de klimaatopwarming in dat gebied, vroeger bekend als de 'Vruchtbare Sikkel'. Eugenie (28) – onder andere Midden-Oosten correspondent voor De Tijd – pitchte samen met Simon bij Rudi Vranckx het idee voor Opdrogend Land. Kanzi voegde zich er later bij als videograaf en monteur. 

Hoe zijn jullie op het idee gekomen om naar Syrië te vertrekken?
Eugenie:
'Ik was al een jaar aan het wachten op een visum om naar Syrië te gaan, tot Simon mij een alternatief toonde zodat ik kon vertrekken. Even later had ik een gesprek met Rudi Vranckx. Normaal gezien mag je niet zo snel naar een conflictgebied gaan voor Vranckx en de Nomaden, maar maar omdat Simon daar al vijf maanden geleden was geweest en de regio goed kende, kregen we snel groen licht.'

Simon: 'We hebben ervoor gekozen om ons te focussen op de effecten van de klimaatverandering, een iets meer behapbare thematiek dan alle politieke ontwikkelingen in Syrië van de voorbije twaalf jaar. Hoewel die nog steeds aan bod komen in onze reportage, zagen we het ook als een mooie kans om dit onderbelichte onderwerp te belichten.'

Welke inbreng had Rudi Vranckx?
Eugenie: 'Een goede voorbereiding begint altijd thuis. Op voorhand moesten we een risicoananalyse en personagelijst maken en onze route goed uitstippelen. Eens daar brachten we team Vranckx telkens op de hoogte, want je moet op allerlei risico's anticiperen. Je mag je niet roekeloos gedragen. Er blijven serieuze risico's bestaan.'

Op welke risico's doel je dan?
Simon:
'Tijdens ons laatste verblijf reden we naar Deir ez-Zor, één van de armste regio’s van het land. Het laatste bolwerk van IS was daar al verslagen, maar er bevonden zich nog slapende cellen in het gebied. Overdag ben je daar redelijk veilig, maar in de namiddag begonnen zij de stad rond te rijden op motors. We waren daar eigenlijk iets te lang en onze gids zei toen met nadruk dat we meteen moesten vertrekken.'

'Als je thuiskomt van een conflictgebied, krijg je een krater in je leven'

Eugenie D'Hooghe

Eugenie: 'Een andere keer gingen we naar Aleppo, om verslag uit te brengen van de hevige aardbevingen in Turkije en Syrië. Daar moesten we drie sloffen sigaretten meenemen, zodat we aan de bewakers ons paspoort niet zouden moeten laten zien.'

'Mochten ze om ons paspoort gevraagd hebben, zouden we stante pede opgepakt geweest zijn. Aleppo was een levensgevaarlijke omgeving, maar we hadden het gevoel dat we dat verhaal wel moesten vertellen.' 

Waarom vond je dat je dat verhaal moest vertellen?
Eugenie:
 'Op dat moment vond er een grote aardbeving plaats die zowel Turkije als Syrië trof, maar er was bijna geen buitenlandse verslaggeving over Syrië. Wij waren daar en we konden er geraken. Dus moesten we het wel doen.'

Hoe gaan jullie om met de dingen die jullie daar hebben gezien? 
Kanzi:
'Het is vooral moeilijk wanneer je terug in België komt. In een conflictgebied leeft iedereen in een collectief trauma, en je past je aan dat leven aan. Maar wanneer je dan terugkomt, resulteert dat in een absurd gevoel.'

Simon: 'Iedereen zit daar in dezelfde realiteit van droogte, hitte, ziektes en geweld. Dat zijn allemaal realiteiten die de mensen daar heel goed kennen.'

Eugenie: 'Als je dan thuiskomt, krijg je een krater in je leven. Je kan dat gevoel in België ook met niemand delen. Daarom dat we achteraf nog vaak hebben afgesproken om – naast ons journalistiek werk – te vragen hoe het met elkaar gaat.'

Waarom kies je er dan voor om aan journalistiek te doen in het buitenland?Eugenie: 'Ik heb maar één voet in België, de andere voet staat in de rest van de wereld. (lacht) Ik word ongeduldig als ik te lang hier blijf. Het is een manier voor mij om verhalen die zogezegd ver van mijn bed liggen toch uit te brengen.'

Hebben jullie jullie levensstijl moeten aanpassen om een reportage te maken in Syrië?
Eugenie: 'Ik heb één keer een hoofddoek gedragen, maar dat was volledig mijn eigen keuze. Ik wilde niet als een typische westerling overkomen. Ik wilde meegaan en mezelf versmelten met de cultuur, de gedragscode en de klederdracht om tot een zo goed mogelijke reportage te komen, zonder daarbij iemand te schofferen.'

'Je moet je bewust van de risico's, maar je mag je niet laten meeslepen door angst.'

'Meestal was het niet verplicht om een hoofddoek te dragen, maar een keer waren we ook eens in een resort waar IS ook zat. Op zulke plekken wil je zéker niet verkeerd overkomen. Mensen zijn daar veel te lief om het ons te zeggen als dat wel het geval zou zijn.'

Hebben de mensen daar meer veerkracht dan in België?
Simon: 'Het is verbazingwekkend dat de mentale gezondheid van mensen in een oorlogsgebied beter is dan bij ons. Zij hebben meer een gemeenschapsleven, en ondersteunen elkaar beter. Dat is in België niet het geval.'

Eugenie: 'Ik denk dat dat meer door een politiek trauma komt; je voelt de pijn van degenen rond je. Bij ons kwam dat gemeenschapsgevoel bijvoorbeeld ook naar boven tijdens de coronapandemie. We klapten toen allemaal samen op straat voor de zorg. Je voelt de pijn van iemand anders.'

'Mijn ouders verklaarden mij voor gek toen ik zei dat ik een reportage ging maken in Syrië'

Kanzi Louagie

'Ik denk niet dat zij per se veerkrachtiger of mentaal sterker zijn. Zij hebben gewoon al zoveel miserie gezien, dat ze de dingen meer kunnen loslaten. Als je dan iets laat vallen of vergeet op de trein, denk je: "Het is oké, ik leef nog: ik heb mijn familie en mijn vrienden." Dan ga je je minder hechten aan dat westers materialisme.'

Hoe kijken jullie terug naar jullie verblijf in Syrië?
Simon:
'We zijn twee keer naar Syrië gegaan. De eerste keer dat we er waren, viel de regen met bakken uit de lucht. De weersomstandigheden waren zo slecht dat het moeilijk was om een reportage te draaien. We moesten dus in de zomer terugkeren.'

'De tweede keer dat we er waren, was tijdens de periode dat Turkije haar bombardementen intensiveerde waardoor scholen en publieke infrastructuur meer getroffen werden. Het leger draaide toen de kranen dicht van bepaalde waterstations, waardoor een hele stad opeens zonder water zat. Dat iemand horen zeggen was een enorm belangrijk feit om als journalist vast te stellen.'

'Wanneer ik last had van angst, zette ik mijn zonnebril op'

Eugenie D'Hooghe

Eugenie: 'In maart was alles ook frisser, maar in de zomer is het leven uitzichtlozer. De uitzichtloosheid waar de bevolking mee kampt, is waar we de reportage mee afsluiten. De Syriërs hadden geen toegang tot water. Het water dat er was, raakte besmet. Ze hadden geen airco en vaak ook zelfs geen elektriciteit. Je voelde dat ze echt afzagen. Daar moet je geen Arabisch voor spreken: hun uitdrukkingen en manier van bewegen spreken voor zich.'

Hoe gingen jullie naasten om met het vertrek naar Syrië?
Eugenie:
'Ik gaf een dikke knuffel voor ik vertrok. Verder moet je daar niet te veel over nadenken.'

Kanzi: 'Ik denk dat mijn ouders daar het meeste problemen mee hadden. Ze verklaarden mij echt voor gek toen ik zei dat ik een reportage wilde maken in Syrië. Zelf had ik redelijk snel toegezegd.'

Simon: 'De eerste keer ben ik daar vier maanden geweest. Toen was mijn moeder enorm gestresseerd, maar na een tijdje werd ze dat gewoon. Ik moest haar bellen met een slechte verbinding en elke dag een berichtje sturen dat ik nog leefde.'

Eugenie: 'Het is gevaarlijk wat je doet. Daar moet je jezelf bewust van zijn, maar je mag je niet laten meeslepen door angst. Ik had daar soms last van, maar dan dacht ik: "Ik ben hier nu toch." Dan zette ik mijn zonnebril op en maakte ik er het beste van.'

Documentairefestival Docville loopt nog tot 28 maart, verspreid op verschillende locaties. Tickets zijn nog te koop op haar website.

Powered by Labrador CMS