interview> Navraag
Joke Schauvliege: ‘Toen ik jong was, vond ik ook dat de zaken sneller mochten gaan’
Met Leefmilieu en Landbouw in haar ministerportefeuille staat Joke Schauvliege tussen twee tegenpolen. En vanuit beide hoeken klinkt kritiek. ‘Als iemand je uitmaakt voor domme gans, stopt het debat.’
Op de twaalfde verdieping van haar kabinet, een glazen toren vlakbij het Brusselse Noordstation, zijn alle velden veraf. Dat het geen ivoren toren is, benadrukt ze meermaals. Maar Schauvliege, bekend van beruchte dossiers als Essers en Uplace, slaagt er volgens velen niet altijd even goed in haar plannen te communiceren. En dan steekt er weleens storm op.
Als een verpersoonlijking van de oranje middenweg moet Schauvliege schipperen tussen landbouwers en mileuorganisaties, die ze steeds vaker lijnrecht over elkaar ziet staan. ‘Je moet altijd evenwichten zoeken om iets te kunnen realiseren. We moeten landbouw en ecologie meer dan ooit verzoenen. Ik reken mezelf tot de groene flank van de partij. Dat ik vanuit één hoek word weggezet als grote tegenstander van de natuur is bijzonder eigenaardig en cynisch.’
Selectieve citaten
We horen regelmatig cijfers die dat beeld bevestigen. Vlaanderen kocht de voorbije twintig jaar bijvoorbeeld nooit minder natuur- en bosoppervlakte.
Joke Schauvliege: ‘Je kan bossen kopen en zelf exploiteren of je kan private eigenaars of natuurorganisaties steunen om hetzelfde te doen. Ik vind dat we zoveel mogelijk mensen moeten verzamelen om het natuurbeleid gestalte te geven. De overheid mag geen grootgrondbezitter worden.’
‘Vaak worden cijfers nogal selectief geciteerd. Er zijn nog nooit zoveel natuurgebieden erkend. En ook het budget stijgt, zelfs in tijden van budgettaire krapte.’
U benadrukte meermaals dat u geen revolutie wil. Is het anno 2017 nog verantwoord om slechts geleidelijk iets aan het klimaat te doen?
‘Maar je kán niet anders! Als je resultaten wil boeken, moet je dat geleidelijk doen. De sector moet kunnen volgen en je hebt budget nodig om het te realiseren. De maatschappelijke context zal je altijd dwingen trager te gaan. Toen ik jong was, vond ik ook dat de zaken sneller mochten gaan, maar het moet haalbaar zijn. Dat wordt soms vergeten.’
‘Ik reken mezelf tot de groene flank van de partij’
Aan het begin van uw loopbaan hebt u nog getwijfeld tussen Agalev (nu Groen) en de CVP (nu CD&V).
'(lacht) De voorliefde voor de natuur heb ik altijd in mij gehad. Toen ik jong was, was ik actief bij WWF en ging ik jaarlijks op natuurkamp. Uiteindelijk heb ik bewust voor de CVP gekozen, omdat zij een ruimer maatschappijbeeld hebben, terwijl Agalev en Groen op één thema focussen.’
Men zegt weleens dat u een marionet van de Boerenbond bent.
‘Als ik voor een publiek van landbouwers spreek, vragen zij me waarom ik enkel dingen voor de natuur doe. Bij hen leeft de omgekeerde perceptie. De waarheid ligt duidelijk ergens in het midden.’
Toch krijgen wij de indruk dat de kritiek vooral uit groene hoek komt.
‘Dat klopt. Dat ik het natuurbeleid democratiseer heeft kwaad bloed gezet bij de natuurorganisaties. Zij hebben fel gereageerd in concrete dossiers, denk maar aan Essers. Je ziet ook dat de natuurorganisaties sterk geïnfiltreerd zijn in de media. Wie schrijft er over de natuur in de krant? Een journalist die daarmee begaan is, soms zelfs vrijwilliger is bij zo’n organisatie. Dat siert hem, maar je krijgt belangenvermenging.’
Dagen zonder vlees
Doet u mee aan Dagen zonder vlees?
‘Nee. Maar ik moedig het initiatief aan. Het is bewezen dat we te veel vlees eten. Zelf eet ik trouwens niet zoveel vlees. En één keer per week probeer ik een alternatief te vinden.’
Vindt u boodschappen van algemeen nut om vlees te promoten nog van deze tijd?
‘Als mensen kiezen voor vlees, eten ze best vlees van bij ons, dat aan hoge dierenwelzijnstandaarden voldoet. In die zin vind ik dat verantwoord.’
Bij wie ligt de grootste verantwoordelijkheid, bij de overheid of bij de burger zelf?
‘Bij beide. Het beleid moet een kader maken en informeren, maar ik vind het al te gemakkelijk om te zeggen dat de overheid het maar moet oplossen, terwijl je wel je tent achterlaat op het festivalterrein. Dat is een foute ingesteldheid. Je mag eens flink tegen de schenen van de overheid schoppen – dat heb ik vroeger ook gedaan –, maar we moeten iedereen voor zijn verantwoordelijkheid plaatsen. Er zijn grenzen aan wat je als overheid kan doen.’
U verwijt de BV’s van de Klimaatzaak dat zij zélf geen verantwoordelijkheid nemen.
‘We moeten iets doen aan het klimaat en dat doen we ook. Maar zeggen dat je in je eentje meer moet doen dan Europees is afgesproken, gaat nogal ver. Toen de BV’s van de Klimaatzaak de aanval op mij persoonlijk hadden ingezet, heb ik inderdaad een tik teruggegeven. Het is te gemakkelijk om alleen naar de overheid te kijken.’
Twitterstorm
Wordt u vaak persoonlijk aangevallen?
‘Vooral op sociale media kunnen mensen hard zijn. Het meest absurde lees je daar, terwijl je net veel begrip krijgt wanneer je ergens iets uit kan leggen. Bij zulke scheldpartijen heeft men weinig inhoudelijke argumenten. Als je iemand uitmaakt voor domme gans, stopt het debat, want wat moet je daarop zeggen?’
‘Het is te gemakkelijk om te zeggen dat de overheid het maar moet oplossen, terwijl je wel je tent achterlaat op het festivalterrein’
Zet u zich daar makkelijk van af?
‘Ja, en dat had ik nooit verwacht. Mijn dossiers zijn nooit op los zand gebouwd en dat geeft me stabiliteit. Ik weet goed waarmee ik bezig ben.’
‘Waar ik me aan optrek is dat ik niet in een ivoren toren zit. Ik kom veel onder de mensen en probeer een normaal leven te leiden. Op het schoolfeest van mijn kinderen bijvoorbeeld krijg ik positieve reacties. Persoonlijke aanvallen komen meestal vanuit een beperkte kring.’
Uw uitspraak dat bomen altijd de functie gehad hebben gekapt te worden ontketende een flinke mediastorm. Bent u sindsdien bedachtzamer geworden?
‘Alles wordt nu eenmaal uitvergroot en uit de context gehaald. Ik vraag me af hoeveel mensen het oorspronkelijke interview hebben gelezen. Daar staat niets fouts in.’
‘Als je niets meer mag zeggen wat in de ene of de andere richting geïnterpreteerd kan worden, wordt het al snel heel voorzichtig en wollig. Stille diplomatie levert vaak meer op dan straffe taal in de krant of op tv. Het ligt niet in mijn aard om de confrontatie op te zoeken.’
Relaxed
Hebben burgers dan niet het gevoel dat het boven hun hoofd gebeurt?
‘Als je iets oplost, wordt dat steeds vaker gezien alsof je iets in achterkamertjes aan het regelen bent. Het is niet omdat je compromissen zoekt, dat je niet kan werken met inspraak. Maar finaal moet iemand de knoop doorhakken. Dat is niet altijd aangenaam, maar iemand moet het doen.’
Tot slot. Wil u nog verder met dezelfde coalitie na de verkiezingen?
'(lacht) Eigenlijk wel. Vijf jaar is echt kort. Het is fijn als je met dezelfde groep de vruchten kan plukken van wat je nu in de steigers zet. Maar je weet nooit wat je te wachten staat. Het heeft ook geen zin om je vast te klampen aan postjes. Dat zorgt ervoor dat ik redelijk relaxed kan zijn als er een volgende twitterstorm opsteekt. We zien wel wat komt.’