interview> “Theater is profetisch, het staat middenin het leven”
Interview Jessa Wildemeersch
Actrice en theatermaakster Jessa Wildemeersch maakte de voorstelling "Dagen zonder data", die een stem wil geven aan zij die getekend zijn door oorlog.
Hoe ben je op het idee gekomen voor je voorstelling Dagen zonder data?
Jessa Wildemeersch:«Alles begon met Dagboek zonder data, een autobiografisch werk van Enid Bagnold, die in de Eerste Wereldoorlog verpleegster was. Dat boek sprak me erg aan.»
«Ik heb toen voorgesteld aan theatergezelschap Het nieuwstedelijk om er een voorstelling rond te maken. Zij waren nochtans niet direct happig, omwille van de sterke focus op de Eerste Wereldoorlog. Daarom hebben we besloten het concept open te trekken naar de actualiteit, naar wat oorlog ook nu voor mensen betekent.»
Vond je het makkelijk om die nieuwe focus in te vullen?
Wildemeersch:«Ik heb met heel veel mensen gesproken, ook eigen kennissen. Ver moest ik niet zoeken: ik was enorm verbaasd over de hoeveelheid verhalen van mensen uit mijn omgeving. Toch miste ik de connectie met mezelf, een reden waarom ik dit verhaal zo graag wilde vertellen.»
«Ik heb toen teruggedacht aan 9/11, dat ik van heel dichtbij heb meegemaakt, aangezien ik toen zelf in New York woonde. Als die ervaring al zo ingrijpend was voor mij, wat moet dat dan zijn voor mensen die echt in oorlog zitten? Zo ben ik gekomen op de nieuwe insteek: wat is oorlog nu en wat is de impact ervan?»
WAR ON TERROR
Is dat combineerbaar, een voorstelling over zowel de Eerste Wereldoorlog als over de War on Terror?Wildemeersch: «De titel Dagen zonder data zegt het al: ik probeer me niet te binden aan periodes. Dan merk je snel dat je vanzelf terecht komt bij de gelijkenissen tussen die verschillende oorlogen.Er is een grote continuïteit in de impact die oorlog heeft op een mensenleven, of dat nu vijftien of honderd jaar geleden is. Wel heb ik geprobeerd te differentiëren in de standpunten die ik aan bod laat.»
Niet oorlog zelf staat centraal, maar dus wel wat het achterlaat?
Wildemeersch: «Inderdaad. Het trauma dat oorlog achterlaat in een mensenleven, is de rode draad door de voorstelling. Oorlog laat immers naast fysieke ook veel psychologische littekens achter. Daarom heb ik geprobeerd om van de bloedbaden weg te blijven, want hoe vertel je gruwel? Het zou bovendien te hard afleiden van de boodschap.»
“Oorlogstrauma is de rode draad doorheen de voorstelling”
Wat is die boodschap precies?
Wildemeersch: «Dat deze verhalen getuigen nodig hebben. Mijn doel is dus om die verhalen weg te halen uit de taboesfeer, de schaduw of de sensatie. De voorstelling is een pleidooi om context te creëren, zowel voor nazorg, als voor het voorkomen van oorlog.»
«Anderzijds wil ik duidelijk maken dat we medeverantwoordelijk zijn voor de effecten die oorlog heeft op individuen. We kampen met een bewustwordingsprobleem: het is niet omdat je de impact van oorlog niet kunt of wilt zien, dat je er niet mee verantwoordelijk voor bent. 9/11 heeft daar toch iets aan veranderd. Het was een signaal dat iedereen middenin de oorlog staat, of je het nu wilt of niet. Oorlog heeft een andere vorm aangenomen. »
De aanslagen in Parijs maken dat pijnlijk duidelijk. Hoe was het om net hierna deze voorstelling te spelen?
Wildemeersch: «Zeker niet evident, maar net daarom juist broodnodig. Op zo’n moment sta je er toch wel bij stil dat de voorstelling niet in deze context gemaakt is, maar plots wel heel concreet wordt.»
«Theater is in die zin profetisch, het staat middenin het leven. Het bewijst ook meteen hoe de geschiedenis zich herhaalt. Net zoals Bush destijds, reageert het Westen zeer emotioneel op de aanslagen. Emoties mogen er zeker zijn, maar ik hoop dat de bevolking kritisch blijft en dat er ook plaats is voor dialoog.»
“Oorlog is in de eerste plaats een mannenzaak”
De VS liggen je nauw aan het hart. Je noemt New York je artistieke thuis en speelt de voorstelling ook in Amerika. Voel je een verschil in de reactie van het publiek?
Wildemeersch: «De VS zijn heel trots op hun leger, terwijl Belgische militairen vaak kampen met frustraties: ze mogen zelden op missie en vinden dat Xavier van F.C. De Kampioenen hun imago kapot heeft gemaakt. Dat heeft natuurlijk wel effect op hoe het publiek reageert.»
«In Amerika ervaren ze dan weer een groter vervreemdingseffect: dat een vrouw verhalen van veteranen overbrengt, is zeer ongewoon in een cultuur die zo hard aan type casting doet. Oorlog is in de eerste plaats een mannenzaak.»
Is het mogelijk om dan toch divers te blijven?
Wildemeersch: «Het was zeker niet gemakkelijk om ook vrouwelijke stemmen aan bod te laten komen. Dat hebben we proberen op te lossen door ook slachtoffers van tweede rang, die opgegroeid zijn in een gezin met getraumatiseerde vader, een stem te geven.»
«Ook de scène van een jonge vrouw die te verliefd is om zich te realiseren dat haar verloofde niet meer de man is die hij was voor zijn vertrek, is daar een voorbeeld van. Een geliefde die niet meer om kan met intimiteit, heeft een niet te onderschatten impact op zij die achterblijven.»
“We zijn allemaal mee verantwoordelijk voor de effecten van oorlog”
In je nieuwe voorstelling De kleine Eva uit de Kromme Bijlstraat staat wel een meisje centraal.
Wildemeersch: «Inderdaad. De voorstelling is gebaseerd op een aangrijpend gedicht van Louis Paul Boon, waarin hij het kindermisbruik en de moord op een meisje reconstrueert op basis van krantenartikelen. Ook hier is de boodschap dat we uiteindelijk allemaal medeplichtig zijn aan de moord op onschuld. De tekst is heel muzikaal geschreven. Zo kwam ik bij muzikant Steven De Bruyn terecht, een rasmuzikant en meester met de harmonica. Samen met hem wek ik het gedicht van Boon tot leven; ik met mijn stem en Steven met zijn harmonica.»