NAVRAAG JAN EELEN
'Ik hang niet vast aan een comité dat alles controleert op politieke correctheid'
De absurde situaties die Jan Eelen met zijn cast tot leven wekte, maken zodanig deel uit van het collectieve geheugen dat we vandaag nog durven zeggen: 'Wat daar gebeurde was precies In de Gloria.'
De programma's van Jan Eelen werden beleefd én worden herbeleefd. Wat begon met de rubriek Vaneigens als een onderdeel van Man bijt hond, vloeide voort in eigen reeksen zoals In de Gloria, Het Eiland en Callboys.
Met In de Gloria nam Jan Eelen op humoristische wijze de absurditeit van reality-tv op de korrel, terwijl hij in Het Eiland een herkenbare, maar pijnlijke blik wierp op de Vlaamse kantoorwereld, vol absurde personages en onsterfelijke quotes zoals: 'Ik ben blij dat gij in mijn team zit.' Inmiddels heeft de serie de status van cultklassieker gekregen. Een rode draad in Eelens werk is zijn vermogen om de niet zo doorsnee Vlaming neer te zetten in al zijn eigenaardigheden en onzekerheden. Dat recept verklaart ook het succes van Callboys.
Zijn stijl, die dieperliggende maatschappelijke thema's verpakt in gevatte en gedurfde humor, maken de reeksen tijdloos. Momenteel werkt de Leuvense regisseur mee aan een nieuw seizoen van De Ideale Wereld. We spreken hem daar tussen het bedenken en uitwerken van sketches door.
Het RITCS
Wat is je rol hier bij De Ideale Wereld?
Jan Eelen: 'Bij De Ideale Wereld ben ik hoofdredacteur. Dat betekent dat ik erop let dat niemand hier iemand anders de hersenen inslaat. Ik begeleid de scenario's en de montages en zorg dat
de sfeer goed blijft. Het is een intensief programma; beslissingen moeten snel
genomen worden. Dan helpt het als je daar wat ervaring in hebt. Zelf schrijf ik
niet meer van nul, maar ik herschrijf wel of help mee.'
'Er zit enorm veel talent samen, wat het extra gevoelig maakt om elkaar voortdurend te beoordelen. Je moet snel kunnen zeggen: "Dat is geen goed idee, dat wel", zonder dat iemand zich belemmerd voelt. Dit is een veilige omgeving, waar je om geen enkel idee belachelijk wordt gemaakt. Het is een kwestie het programma laten ontstaan. En als er in de helft van de dag iets mislukt, moet je snel van koers wisselen.'
Wanneer begon je met het schrijven van scenario's?
'De eerste keer dat ik echt scenario's schreef, was pas voor Het
Eiland. Bij In De Gloria ging het meer om richtlijnen dan om echte
scenario's — een soort wegenkaart vol zinnetjes die in verschillende blokken
pasten, maar zonder dat elk woord exact vastlag. Bij Het Eiland moest
alles precies zo op papier staan als het uiteindelijk gezegd werd.'
Had je al vroeg een ambitie om regisseur te worden?
'Nee, als
tiener liep ik echt niet constant met een camera rond. Ik heb zelfs eerst drie maanden psychologie gestudeerd aan de KU Leuven,
eigenlijk omdat ik dan 's morgens gemakkelijk met mijn vader (wijlen doctor
in de psychologie, red.) meekon. Maar het was direct duidelijk dat dat
niks voor mij was.'
'Er is één sketch die ik nu echt niet meer zou doen'
'Daarnaast had ik na al die jaren Leuven zowat gezien. De reden dat ik naar het RITCS ben gegaan, was omdat ik in Brussel wilde wonen. Dus ik ben eerder een studie gaan zoeken die paste bij Brussel dan dat ik bewust voor regie koos. Ik keek wel veel tv, en regie leek me gewoon iets interessants om te doen.'
Was het, met een academische vader, een grote stap om naar een kunstrichting te gaan?
'Bij mijn eerste tussentijdse examen vroegen ze: "Ben jij de
zoon van?" Ik zei: "Nee, nee". Ik had mijn vader daar al verloochend,
maar de volgende dag had ik een examen bij een collega met wie mijn vader niet
goed overeenkwam, en dat maakte mijn aankondiging dat ik wilde stoppen een stuk
gemakkelijker. Uit schuldgevoel ben ik daarna meteen gaan werken om mijn
studies terug te betalen.'
'In september ben ik aan het RITCS gestart. Ik wist meteen dat ik daar op mijn plaats zat: als student is dat het heerlijkste gevoel om te hebben. Mijn vader zag natuurlijk ook dat het zo beter was. Plots ging ik me inspannen, zelfs voor elektriciteit — waar ik niets van snapte. Vakken als filmgeschiedenis en fotografie interesseerden me oprecht. Als ik gemotiveerd was ging het redelijk vanzelf.'
Choqueren om te choqueren
Je werkt al sinds de jaren negentig aan humoristische
programma's. Merk je dat humor veranderd is door de jaren?
'Voor mij is het concept van humor niet echt veranderd. Iedereen praat over
gevoeligheden en dingen waar je tegenwoordig voor moet opletten, maar mijn
theorie is simpel: als je mop of scenario echt grappig is — en humor
veronderstelt toch altijd een zekere intelligentie — dan kan het zelfs kwetsend
zijn en kom je ermee weg.'
'Dat is een ongelooflijk plezante periode in ieders leven geweest, maar geen levensbepalende'
'De problemen beginnen pas wanneer je een slechte mop maakt die kwetst. Het komt erop neer dat je niet zomaar kunt zeggen: "Kijk eens wat wij durven." Het moet slim zijn, of op z'n minst verder gaan dan een platte grap.'
Moet je volgens jou tegenwoordig voorzichtiger zijn bij
het schrijven van een scène of sketch, gezien de veranderde gevoeligheden?
'Ik heb dat eigenlijk nog niet zo ervaren. Ik hang niet
vast aan een denkbeeldig comité dat alles controleert op politieke correctheid. Door de
jaren heen heb ik vertrouwen gewonnen om op mijn eigen gevoel
af te gaan. Van alles wat ik heb gemaakt, zou ik — op één of twee uitzonderingen
na — alles opnieuw doen, zelfs met de gevoeligheden van vandaag. Elke scène,
elke mop uit In De Gloria, zelfs die op het randje, zou ik zo nog
maken.'
'Al is er toch een uitzondering: één sketch zou ik nu niet meer doen. Het gaat om een man die zelfmoord probeert te plegen in een paardenschuur, waar Tom Van Dyck in de rubriek "Hallo Televisie" dan bij ter plaatse komt. Dat was puur om te choqueren, en tegenwoordig hoort daar sowieso een waarschuwing bij. Die gevoeligheid begrijp ik en kan ik alleen maar toejuichen.'
Denk je dat regisseurs de verantwoordelijkheid hebben om
een inclusieve en diverse samenleving te tonen?
'Absoluut. Dat is mij eigenlijk niet gelukt. In In de Gloria toonden
we de toen doorsnee Vlaming en dat beeld van de samenleving is zeker veranderd. Mijn
reeksen zijn redelijk wit en dat vind ik jammer. In Nederland zou er een
remake van Callboys komen. Net zoals bij ons gingen ze gespeeld worden
door vier vrienden die elkaar op de toneelschool leerden kennen. Die groep was
diverser dan de onze. Randy zou bijvoorbeeld zwart zijn, maar ik heb daar geen
enkel probleem mee.'
Je reeksen zijn voor veel mensen iconisch. Had je tijdens
het schrijven het idee dat ze ooit zo'n cultstatus zouden krijgen?
'Nee, helemaal niet. In dat geval hadden we meer artefacten
bewaard, en had ik een dagboek bijgehouden. Toen we de reeks maakten waren we ons vooral aan
het amuseren. We wisten wel in het geval van In de Gloria dat we iets aan het maken waren dat in België redelijk ongezien was. Maar geen haar op mijn hoofd die eraan dacht dat we
er twintig jaar later nog over zouden praten.'
Hoe komt het dat de reeksen zoveel oneliners bevatten,
die nog geregeld gebruikt worden?
'Ze zijn alleszins niet zo geschreven. Al die quotes zoals
"zever, gezever" en "niveau nihil, jong" worden één keer
gezegd. Maar ze worden wel gezegd op een moment en met een intensiteit dat je
volledig snapt waarom het personage ze zegt. Ik denk dat die lijnen daarom zo blijven
hangen. Ze zijn ook uitgesproken door fantastische acteurs.'
'Ik dacht: ik ken die quotes van ergens, maar ik wist niet van waar'
Concurrentie van Netflix
Hoe wist je eigenlijk dat je de geknipte acteur had voor
een rol?
'Ik kende de auteurs altijd goed en zorgde dat het scenario naar hen
geschreven was. Bij Callboys was dat zo: ik ging met die vier mannen
iets doen. Ook voor Het Eiland lag de basis bij Wim
Opbrouck, Tom Van Dyck, Frank Focketyn en Lucas Van Den Eynde (vervangen door
Dirk Van Dijck, red.). Ik wist perfect wie wat ging doen. Daarom pakte ik ook elementen uit hun privéleven. Tom was bijvoorbeeld een 'New Waver', die echt
rondliep met zwart geschminkte ogen.'
In de zomer was er na twintig jaar de reünie van Het
Eiland. Wat vond je ervan?
'Het was heel leuk om iedereen terug te zien. De impact van Het
Eiland is groter op veel mensen dan het op ons is geweest. Je merkt dat ook in die reünie. Dat is een
ongelooflijk plezante periode in ieders leven geweest, maar geen
levensbepalende. We zijn nadien allemaal andere dingen gaan doen.'
'De fans kennen de reeks ook beter dan ons. Ik heb Het Eiland amper nog bekeken, Wim zelfs nooit meer. Ik word daar vaak mee geconfronteerd. Op de set van Callboys zeiden Matteo Simoni en Stef Aerts quotes uit Het Eiland en In de Gloria. Ze kennen dat van buiten. Ik dacht dan: ik ken dat van ergens, maar ik wist echt niet van waar.' (lacht)
Tijdens het maken van humorprogramma's kan het al eens
voorvallen dat iemand de slappe lach krijgt. Hoe los je dat op?
'Dat is iets vervelend. Een slappe lach komt vaak van een
acteur die naar een andere acteur kijkt, die iets perfects aan het doen is. Als
acteurs de slappe lach krijgen, doe ik wel alsof ik kwaad word. Maar eigenlijk
vind ik dat heerlijk. Het betekent dat de mensen die je graag hebt zich
amuseren. Je kan daar eigenlijk niet kwaad om zijn.'
Je bent nu al je hele carrière creatief bezig. Heb je
ooit last gehad van een writer's block?
'Niet echt, maar ik weet wel dat het er niet gemakkelijker op wordt. De vijver is de vijver, het hoofd is het hoofd. Je moet blijven lezen en
geïnteresseerd zijn in vanalles. Vanaf 7 november lassen we bij De Ideale
Wereld een pauze in. Daarna ga ik langzaamaan opnieuw beginnen met
schrijven. Er staan veel ideeën op mijn computer, dus ik moet eigenlijk gewoon
eens kiezen wat ik nu ga doen.'
'Er is nu internationaal ook veel meer concurrentie, zoals bijvoorbeeld Netflix. Ik vind dat goed. Je lat wordt alleen maar hoger gelegd, maar het is wel moeilijker om je plaats te vinden.'
Heb je een vaste routine tijdens het schrijven?
'Ja, maar die is veranderd. Vroeger schreef ik altijd 's
nachts. Dat heb ik losgelaten sinds ik kinderen heb. De enige routine die voor
mij werkt, is redelijk vroeg opstaan. De uren tussen zes en negen zijn voor mij
heel goed.'
'Bockie De Repper zou een perfecte kabouter zijn'
'En verder is vooral op je stoel blijven zitten belangrijk. Ik weet nu veel beter dat er ook dagen zijn waarop ik niks bruikbaars op papier krijg. Dan is het beter om in je groentetuin te werken of het gras af te rijden en je hoofd helemaal leeg te maken. Daarom heb ik er ook niet zo'n zin in om opnieuw aan een project te beginnen, want zo’n scenario schrijven neemt je leven echt wel in.'
Zou je ooit een format of een programma maken dat
specifiek voor sociale media is?
'Dat kan goed zijn, want dat is wel een heel bruikbaar
iets, al ben ik de 2DEZIT's en de wtFOCK's wel beu hoor. Het
voordeel van zo een format is wel dat je afleveringen van tien tot twaalf minuten
kunt maken en aan veel minder wetmatigheden gebonden bent. En het is een veel bereikbaardere manier dan lineaire tv. Dat bevalt mij daar wel aan. '
Iets met kabouters
Je zegt dat je veel ideeën op je laptop hebt staan. Kan
je misschien een tipje van de sluier lichten wat we kunnen verwachten van jou?
'Iets met kabouters. (lacht) Voor de rest weet ik het
echt niet. Voor mij is het altijd belangrijk dat je het verschil kunt maken, dat je iets anders kunt maken dan wat er is. En met fijne mensen samenwerken
natuurlijk.'
En waarom kabouters?
'Omdat ik met Bockie De Repper was gaan eten. Toen ik naar
hem keek dacht ik: "Hij zou een perfecte kabouter zijn." (lacht) Er
bestaat een boek over kabouters van Rien Poortvliet. Dat
heb ik dan nog eens gelezen en het is een fascinerende wereld. We zien wel, zolang het maar een dieperliggende betekenis heeft.'
'Het Eiland gaat bijvoorbeeld over machtsmisbruik en wat dat doet met vriendschappen. En bij Callboys zitten de strubbelingen bij Woestijnvis er heel hard in. Tijdens de tweede reeks is mijn papa gestorven en dat is er ook in verwerkt.'
'Op voorhand ben je niet van plan zulke dingen erin te steken, maar omdat je als mens op dat moment met verdriet omgaat, sluipt het toch je werk binnen. Zo weet ik dat er iets hoger zit achter wat ik maak, al gaat niet iedereen het zien.'
Oké, dan zullen we nog eens afspreken als er iets met de
kabouters gebeurt.
'Ja, misschien bel ik jullie wel. Met een opgeplakte baard kan iedereen een kabouter zijn.'